Rail 21

Rail 21, met als ondertitel ‘Sporen naar een nieuwe eeuw’, was een ambitieus toekomstplan van de Nederlandse Spoorwegen, dat gepresenteerd werd in juni 1988 en dat enkele jaren de basis van het spoorwegbeleid in Nederland vormde.

Visie

Rail 21 koppelde een maatschappelijke analyse aan een nieuw Dienstregelingsmodel en vervolgens aan uitbreiding van de infrastructuur. Daarmee was Rail 21 integraal van karakter en dat was een belangrijke reden voor haar succes. Opvallend was ook dat Rail 21 voornamelijk betrekking had op het bestaande Spoorwegnet.

Maatschappelijke analyse

Rail 21 werd gepresenteerd als alternatief voor de auto. Halverwege de jaren ’80 leefde de economie op waardoor de groei van het autoverkeer versnelde terwijl in die periode ook grote aandacht voor het milieu bestond. NS presenteerde de trein als alternatief voor de auto. Door een combinatie van verbetering van het treinproduct en maatregelen om het autoverkeer af te remmen ("flankerend beleid") zou NSeen belangrijke bijdrage leveren aan het accommoderen van de voorziene groei van de mobiliteit.

Een tweede punt was het wegvallen van de Europese binnengrenzen. Nederland was sterk voor Europese integratie. NS koppelde dit aan de opkomst van de Hogesnelheidstrein en stelde voor Nederland op te nemen in het hogesnelheidsnet.

Ook niet onbelangrijk was de voortgaande suburbanisatie. Het bebouwde oppervlak is, met name in de Randstad, sinds 1950 in een enorm tempo uitgebreid met als gevolg dat ruimtelijke vervoerspatronen sterk veranderden. Om de ruimtelijke ontwikkeling te kunnen volgen moest NS meer Stations openen waardoor Treindiensten langzamer werden. Tot dan toe had men een optimum gevonden door Intercity’s en Stoptreinen te laten rijden maar de mogelijkheden om met twee treinsoorten een aantrekkelijke Dienstregeling te bieden leken op te raken. NS stelde daarom voor op een drie-treinensysteem over te gaan.

Dienstregelingsmodel

Ontwerper van het dienstregelingsmodel van Rail 21 was Ir. Maurits van Witsen, het toenmalig hoofd ontwikkeling en planning van de Nederlandse Spoorwegen, die ook het Dienstregelingsmodel voor Spoorslag ’70 ontworpen had. Van Witsen zelf stelde dat een dienstregelingsmodel een levensduur heeft van een jaar of 15, daarna raakt het achterhaald door maatschappelijke ontwikkelingen. Kern van het dienstregelingsmodel was het drie-treinensysteem. Het Nederlandse spoorwegsysteem zou uit drie elkaar aanvullende netwerken gaan bestaan:

1. Het Eurocity-/Intercitynet

Dit netwerk zou Nederland aansluiten op het Europese hogesnelheidsnet, Het EC/IC net zou drie functies gaan vervullen:

  1. het zeer snel verbinden van de 5 randstadsteden onderling,
  2. het zeer snel verbinden van de Randstadcentra met Groningen, Twente, Zuidoost-Gelderland, de Grote Brabantse steden en Zuid-Limburg. Om dit mogelijk te maken zou op bestaande spoorlijnen de maximum snelheid verhoogd worden naar 160 km/u tot 200 km/u waar dat kan over bestaand spoor. Ook werden twee nieuwe hogesnelheidslijnen voorgesteld: de Zuiderzeelijn van Lelystad naar Groningen en de HSL-Zuid van Schiphol naar de Belgische grens.
  3. het snel verbinden van de Europese grote steden onderlingNederland zou 6 IC/EC verbindingen krijgen:
  • Groningen, Heerenveen, Lelystad-Centrum, Amsterdam CS, Schiphol, Den Haag HS, Rotterdam CS, Anwerpen, Brussel-Centraal, Brussel-Zuid en rijdt het ene uur door naar Lille-Europe, Ashford, London-Waterloo international. En sluit aan op IC verbinding A uit de richting Hamburg, Koln, Liege-Guillemans naar Parijs. Het andere uur rijdt deze dan door naar Lille-Europe en Parijs met aansluiting in Brussel op IC/EC uit Hamburg, Keulen, Liège-Guillemans naar London-Waterloo International.
  • Amsterdam CS, Schiphol, Den Haag HS, Rotterdam CS, Breda, Tilburg, Eindhoven, Venlo, Munchen-Gladbach Hbf, Keulen Hbf, met aansluiting op IC/EC verbinding naar Frankfurt.
  • Schiphol, Amsterdam CS, Utrecht CS, Eindhoven, Sittard, Maastricht, Liège-Guillemans. Overstapmogelijkheden op IC/EC verbinding A met Achen Hbf, Brussel, Londen en Parijs.
  • Schiphol, Amsterdam CS, Utrecht CS, Arnhem, Duisburg, Dusseldorf, Keulen Hbf.
  • Den Haag CS, Utrecht CS, Arnhem, Zutphen, Hengelo, Osnabruck, Hanover.
  • Rotterdam CS, Utrecht CS, Zwolle, Assen, GroningenDeutsche Bahn zou voor de IC/EC verbinding A zorgen:
  • Hamburg, Bremen, Osnabruck, Munster, Dortmunt, Essen, Duisburg, Dusseldorf, Keulen, Aachen, Liège-Guillemans, Brussel; aansluitend het ene uur door naar London en het andere uur door naar Parijs in combinatie met verbinding B uit Nederland.

2. Het Interregio-Snelnet

Het Intercitynet van Spoorslag ’70 was in de loop van de jaren steeds langzamer geworden door toevoeging van nieuwe stations. De snelheid op de langere afstand moest terug komen door het nieuwe Eurocity- /Intercitynet. Op de middellange afstand zou een Interregio-Snelnet de opvolger van het oude Intercity net zijn. Dit netwerk zou ook op stations stoppen als Hilversum, Gouda en Rotterdam Alexander die door de nieuwe Intercity voorbij gereden zou worden. Net als de oude Intercity zou de nieuwe Interregio een goed onderling verknoopt netwerk worden. De Interregio treinen gaat rijden met hoge snelheden tussen de 140 en de 160 km p/U De treinen gaan 2x per uur rijden waar gestreefd wordt naar een rechtsstreekse verbinding op uurbasis Het eerste half uur ziet de verbindingen van de Inter Regio’s er als volgt uit:

  • Den Helder, Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Almere CS, Leleystad-Centrum, Emmeloord, Heerenveen, Drachten, Groningen
  • Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Woerden, Gouda, Rotterdam-Allexander, Rotterdam CS
  • Hoorn, Alkmaar, Heilo, Castricum, Beverwijk, Haarlem, Heemstede-Aerdenhout, Leiden, Den Haag Laan van NOI, Den Haag CS
  • Enkhuizen, Hoorn, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS
  • Zandvoort, Overveen, Haarlem, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Utrecht CS, Driebergen-Zeist, Maarn, Veenendaal-De Klomp, Ede-Wageningen, Arnhem, Nijmegen
  • Den Haag CS, Den Haag Laan van NOI, Leiden, Hoofdorp, Schiphol, Amsterdam-Lelylaan, Amsterdam, Sloterdijk, Amsterdam CS, Hilversum, Amsersfoort, Apeldoorn, Deventer, Almelo, Hengelo, Enschede.
  • Den Haag CS, Voorburg, Zoetermeer, Gouda, Woerden, Utrecht CS, Amersfoort, Harderwijk, Zwolle, (Deel door naar Meppel, Steenwijk, Heerenveen, Leeuwarden) en een andere deel door naar (Meppel, Hoogeveen, Assen, Groningen).
  • Den Haag CS, Den Haag HS, Delft, Rotterdam CS, Rotterdam-Blaak, Dordrecht, Breda, Tilburg, Eindhoven, Weert, Roermond, Sittard, Geleen-Oost, Heerlen.
  • Rotterdam CS, Rotterdam-Alexander, Gouda, Utrecht CS, Vlissingen, Vlissingen-Soeburg, Middelburg, Goes, Kuiningen-Yerseke, Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch, Utrecht CS.
  • Eindhoven, ‘s-Hertogenbosch, Oss, Nijmegen, Arnhem, Dieren, Zutphen, Deventer, Zwolle.
  • Leeuwarden, Hurdegaryp, Zwaagwesteinde, Zuidhorn, Groningen.Op de knooppuntstations geven de Interregio’s zoveel mogelijk aansluiting op elkaar. In het tweede halfuur patroon hebben de treindiensten een andere uitloop maar op de hoofdassen onstaat dan de 30 minuten dienst. In het tweede half uur onstaat dan de volgende treindiensten:
  • Den Helder, Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Almere CS, Leleystad-Centrum met mogelijke aansluitin op IC naar Groningen
  • Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Woerden, Gouda, Zoetermeer, Voorburg, Den Haag CS
  • Hoorn, Alkmaar, Heilo, Castricum, Beverwijk, Haarlem, Heemstede-Aerdenhout, Ledien, Den Haag Laan van NOI, Den Haag CS
  • Enkhuizen, Hoorn, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS
  • Zandvoort, Overveen, Haarlem, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Utrecht CS, ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven, Weert, Roermond, Sittard, Geleen-Oost, Heerlen
  • Den Haag CS, Den Haag Laan van NOI, Leiden, Hoofdorp, Schiphol, Amsterdam-Lelylaan, Amsterdam, Sloterdijk, Amsterdam CS, Hilversum, Amsersfoort, Harderwijk, Zwolle, Ommen, Hardenberg, Coevorden, Emmen.
  • Den Haag CS, Voorburg, Zoetermeer, Gouda, Woerden, Utrecht CS.
  • Den Haag CS, Den Haag HS, Delft, Rotterdam CS, Rotterdam-Blaak, Dordrecht, Roosendaal, Bergen op Zoom, Kruiningen-Yerseke, Goes, Middelburg, Vlissingen-Soeburg, Vlissingen.
  • Rotterdam CS, Rotterdam-Allexander, Gouda, Utrecht CS, Amersfoort, Apeldoorn, Deventer, Almelo, Hengelo, Enschede
  • Oostende, Brugge, Gent-Sint Pieter, Sint Niklaas, Antwerpen-Berch, Antwerpen-Centraal, Roosendaal, Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch, Oss, Nijmegen, Arnhem.
  • Maastricht, Sittard, Roermond, Venlo, Venray, Cuijk, Nijmegen, Arnhem, Dieren, Zutphen, Deventer, Zwolle (Deel voor Meppel, Steenwijk, Heerenveen, Leeuwarden) en (Deel voor Meppel, Hoogeveen, Assen, Groningen)

3. Het Agglo-/Regionet

Tenslotte moest er een opvolger voor de stoptrein komen. Belangrijk was een goed aanbod te hebben voor het drukke Stadsgewestelijk vervoer in de Randstad. Van Witsen onderzocht verschillende modellen voor vervoer op de korte afstand. Zijn ideaal was een versmelting van tram- metro- en spoorwegtechnieken om de optimale verbindingen te kunnen bieden. Al ten tijde van Spoorslag ’70 stelde hij een "RandstadRail" voor. Maar binnen NS kon een dergelijke versmelting van techniek op minder sympathie rekenen. In Rail 21 werd het relatief spoorse "Agglo-/Regiomodel" opgenomen. De Agglo Regio treinen rijden met snelheden tussen de 120 en de 140 km p/U en gaan met uitzondering op enkele trajecten na minstens 2x per uur rijden, en stoppen op alle stations langs de route,en geven op de knooppunten zoveel mogelijk aansluiting op de IC en IR treinen. In grote en belangrijke middelgrote plaatsen waar spoorlijnen ontbreken wil NS Regionale busdienst opzetten in samenwerking met de andere overheidsdochter VSN (Vereenigd Streekvervoer Nederland) die al gauw aan de slag ging met het Interliner Project. Naast dat NS zelf met Agglo Regio treinen gaat rijden wil NS ook de Stads en streekvervoerbedrijven de lokale verbindingen laten rijden. Treinen zullen beginnen en eindigen in voorstadstations.

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Amsterdam zijn:

  • 2x per uur naar Utrecht, Veenendaal, Rhenen.
  • 2x per uur naar Hilversum, Amersfoort
  • 2x per uur naar Almere-Buiten.
  • 2x per uur naar Hoorn
  • 2x per uur naar Alkmaar
  • 2x per uur naar Haarlem
  • 2x per uur naar Haarlem, Leiden, Den Haag, Rotterdam, Breda

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Utrecht zijn:

  • 2x per uur naar Amsterdam, Alkmaar.
  • 2x per uur naar Hilversum, Duivendrecht, Schiphol, Hoofddorp.
  • 2x per uur naar Hilversum, Almere, Lelystad.
  • 2x per uur naar Baarn
  • 2x per uur naar Amersfoort, Harderwijk, Zwolle
  • 2x per uur naar Veenendaal, Rhenen
  • 1x per uur naar Geldermalsen, Tiel, Arnhem, Arnhem-Velperpoort
  • 1x per uur naar Geldermalsen, Tiel, Nijmegen, Cuijk.
  • 2x per uur naar naar Woerden, Alphen a/d Rijn, Leiden
  • 2x per uur naar Woerden, Gouda, Den Haag
  • 2x per uur naar Woerden, Gouda, Rotterdam
  • 2x per uur naar Geldermalsen, ‘s-Hergogenbosch, Eindhoven, Venlo.

Enkele rechtstreekse vebindingen vanuit Arnhem zijn:

  • 2x per uur naar Dieren, Zutphen, Apeldoorn
  • 2x per uur naar Doetinchem, Winterswijk
  • 2x per uur naar Ede-Wageningen, Barneveld, Amersfoort
  • 1x per uur naar Elst, Tiel, Geldermalsen, Utrecht CS, Woerden, Alphen a/d Rijn, Leiden
  • 2x per uur naar Elst, Nijmegen, Oss, ‘s-Hertogenbosch.

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Eindhoven:

  • 2x per uur naar Weert
  • 2x per uur naar Venlo
  • 2x per uur naar ‘s-Hertogenbosh, Utrecht
  • 2x per uur naar Tilburg, Breda, Roosendaal

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Groningen:

  • 1x per uur naar Leeuwarden
  • 1x per uur naar Delfzijl
  • 1x per uur naar Roodeschool
  • 1x per uur naar Winschoten
  • 1x per uur naar Winschoten, Nieuweschans.

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Schiphol:

  • 2x per uur naar Leiden, Den Haag, Rotterdam, Gouda
  • 2x per uur naar Amsterdam-Zuid WTC, Almere, Almere-Buiten
  • 2x per uur naar Amsterdam CS
  • 2x per uur naar Hilversum, Utrecht CS

Gebaseerd op deze rechstreekse verbindingen zouden de volgende AR-diensten kunnen onstaan:

  • van Groningen naar Leeuwarden
  • van Groningen naar Delfzijl
  • van Groningen naar Roodeschool
  • van Groningen naar Winschoten, Nieuweschans
  • van Groningen naar Zwolle via Assen, Hoogeveen en Meppel
  • van Alkmaar naar Rhenen via Amsterdam CS, Utrecht CS, Driebergen-Zeist en Veenendaal
  • van Rotterdam CS naar Almere-Buiten via Den Haag HS, Leiden Schiphol, Amsterdam-Zuid
  • van Amsterdam CS naar Enkhuizen via Zaandam, Hoorn
  • van Rotterdam CS/Den Haag CS naar Lelystad via Gouda, Utrecht, Hilversum
  • van Utrecht CS naar Zwolle via Amersfoort
  • van Utrecht CS naar Baarn
  • van Utrecht CS naar Venlo via Geldermalsen, ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven
  • van Leiden naar Arnhem Velperpoort via Bodegraven, Woerden, Utrecht, Geldermalsen, Tiel
  • van Leiden naar Cuijk via Bodegraven, Woerden, Utrecht, Geldermalsen, Tiel, Nijmegen
  • van Maassluis naar Rotterdam CS met mogelijke koppeling naar Roosendaal of Geldermalsen
  • van Hoek van Holland naar Rotterdam CS met mogelijke koppeling naar Geldermalsen of Rsd.
  • van Roosendaal naar Rotterdam met mogelijke koppeling richting Maassluis
  • van Geldermalsen naar Rotterdam CS met mogelijke koppeling naar Maassluis
  • van Roosendaal naar Weert via Breda, Tilburg, Eindhoven

Het drietreinen-model zoals hierboven beschreven, is er nooit gekomen. Wel zijn de benamingen AR en IR nog terug te vinden in de treintypes DD-AR (Dubbeldeks-AggloRegio) en IRM (InterRegiomaterieel).

Uitbreidingen infrastructuur

Om het nieuwe dienstregelingsmodel te kunnen rijden zou nieuwe Infrastructuur moeten worden aangelegd. De maatregelen bestonden uit:

  • Twee nieuwe spoorlijnen: Zuiderzeelijn en HSL-Zuid
  • Het uitbreiden van twee naar vier sporen van de drukste baanvakken
  • Het uitbreiden naar dubbelspoor van een aantal enkelsporige baanvakken
  • Het aanleggen van een groot aantal fly-oversGeschat werd dat dit voor een bedrag van 9 á  10 miljard gulden (ongeveer 4,5 miljard euro) uitgevoerd zou kunnen worden. Deze raming was ook politiek ingegeven, de verwachting was dat een bedrag onder de 10 miljard gulden nog net acceptabel zou zijn.

Maar om te voorkomen dat reizigers en Goederenvervoer elkaar in de weg gaan zitten is er ook een plan opgezet voor het goederen vervoer in het concept Rail 21-Cargo. Naast de uitvoering van de geplande nieuwe infrastructuur (zie Lijst van Rail 21) kwam daar appart nog extra infrastuctuur bij dat opgespitst zou worden in 3 fases.

Fase 1 : Aanpassing Brabantroute (Kijfhoek – Venlo) en Aanpassing havenspoorlijn Maasvlakte

Gereed: rond 1995 Kosten 1e fase: Circa 1 Miljoen Gulden.

  • Inrichten voor zware aslasten van Kijfhoek, Breda, Tilburg, Boxtel, Eindhoven naar Venlo
  • Derde Spoor Breda
  • Derde Spoor tussen ‘s-Hertogenbosch en Vught
  • Spoorverdubbeling en electrificatie Maasvlakte naar de Kijfhoek

Fase 2 : Aanleg Betuwelijn van de Kijfhoek naar Geldermalsen, Elst.

Gereed: Rond 2000 Kosten 2e fase: Circa 2 tot 2,5 Miljard gulden

  • Nieuwe lijn van Kijfhoek naar Sliedrecht
  • Uitbouw bestaande betuwe lijn of nieuwe sporen zoveel
  • Aansluitng naar de grens via Zevenaar en Emmerich
  • Nieuw rangeerterrein langs de oostelijke betuwelijn
  • Verbindingsboog bij Amsterdam van de zuidtak naar de westtak
  • Aanleg Hemboog van de westtak naar de Hemtunnel

Fase 3: aanlsluitingen op de overige kruisende spoorlijnen om aan en doorvoer voor andere delen van het land via de betuwe lijn mogelijk te maken

Gereed: rond 2010 – 20015 Kosten: Circa 2 miljard gulden.

  • Nieuwe lijn van Gorninchem naar Harmelen, aansluiten op de lijn naar Breukelen <br>
  • Nieuwe lijn van Breukelen naar Amsterdanse Westhavens via Mijdrecht en Schiphol.<br>
  • Verbindingsboog Zevenaar naar Dieren <br>
  • Verbindingsboog bij Zwolle <br>

Naast de spoorverdubbeling en electrificatie Nijmegen-Venlo-Roermond voor reizigersvervoer traject geschikt maken voor zware aslast van 22.5 ton en geschikt maken voor een maximumsnelheid van 160 km per uur.

Geluid

Bijzonder bij de Rail21 projecten is de aanpak van Geluid. De projecten zijn daartoe op een speciale lijst geplaatst. Met het ministerie van VROM was overeengekomen dat bij uitvoering van deze projecten tevens de geluidssanering zou worden meegenomen. Volgens het toen geldende Besluit Geluidhinder Spoorwegen was het wettelijk alleen noodzakelijk de effecten van de wijziging spoorlijn weg te nemen. Door de combinatie met de sanering werd het bevoegd gezag verplicht om ook de geluidsbelasting terug te brengen voor woningen met een hoog geluidsniveau, in beginsel tot 65 dB(A). Later is de saneringsverplichting volledig in het Bgs opgenomen en gold het voor alle projecten. In de toekomst zal nog een andere wetgeving gaan gelden, die van de geluidsproductieplafonds.

De saneringsregeling voor Rail 21-projecten leek sterk op de RS-regeling die geldt voor wegenprojecten in het kader van de Wet geluidhinder.

Het plan wordt aangenomen

Rail 21 werd met veel enthousiasme ontvangen. Het Ministerie van V&W onder leiding van Minister Nely Smith-Kroes heeft het plan integraal overgenomen in het tweede Structuurschema voor Verkeer en Vervoer (SVV-2) dat door de Tweede Kamer tijdens het één na laatste kabinet Lubbers werd goedgekeurd. Het aannemen van Rail 21 viel samen met de viering van het 150 jarig jubileum van de spoorwegen in 1989. NS verkeerde in een euforiestemming. Het jubileum werd groots gevierd en de plannen werden vol enthousiasme uitgewerkt.

Tegenvallers

Maar in de jaren die volgden begonnen tegenvallers zich op te stapelen. Voor de beoogde dienstregeling bleek telkens weer meer infrastructuur nodig te zijn terwijl de infrastructuur duurder uitpakte dan voorzien. Veel kostenoverschrijdingen bij de infrastructuur werden veroorzaakt doordat veel duurdere inpassingsmaatregelen werden geëist dan voorzien.

Richtlijn 91/440 van de Europese Gemeenschap leidde in Nederland tot verzelfstandiging en splitsing van NS. In de verwarring die vervolgens ontstond is Rail 21 steeds meer op de achtergrond geraakt. Het plan werd binnen NS in 1997 met een interne brief afgesloten. Door de verzelfstandiging van NS werd de taakorganisatie Railned en daarmee de Rijksoverheid verantwoordelijk voor het investeringsbeleid van de railinfrastructuur. Dit leidde tot het Tweede Tactische Pakket Railinfrastructuur, wat slechts gedeeltelijk gerealiseerd is. Gaandeweg verschoof de aandacht naar de megaprojecten (HSL-Zuid, HSL-Oost en Betuweroute) en Lightrail. Het Derde Tactische Pakket Railinfrastructuur is er nooit meer gekomen.

Verdere ontwikkelingen

Bij Rail 21 werd voor de uitbreiding van de spoorwegcapaciteit aanvankelijk geheel ingezet op uitbreiding van de infrastructuur. Zozeer dat in de ogen van sommigen infra-uitbreiding een doel op zich leek te worden en gekscherend over Beton 21 gesproken werd. Geleidelijk kwam aandacht voor andere aspecten en werd de mogelijkheid onderzocht de spoorwegcapaciteit te vergroten door de beveiliging en beheersing te moderniseren. Deze ontwikkeling is opgepakt in het project BB21.

In 1989 was er één staatsbedrijf dat een integraal plan aan één relatief machtige nationale overheid kon voorleggen. Sinds Rail 21 zijn de verhoudingen in de spoorsector onherkenbaar veranderd. De makers van Rail 21 hebben deze ontwikkelingen aan zien komen maar zijn toch niet in staat geweest er adequaat op te reageren.

Rail 21 projecten

Locatie Project Status (2006)
Leeuwarden – Groningen dubbelsporig deels uitgevoerd (Veenwouden – Grijpskerk)
Groningen – Sauwerd dubbelsporig grotendeels uitgevoerd
Zuiderzeelijn nieuwe spoorlijn gepland
Marienberg – Almelo elektrificatie niet uitgevoerd
Deventer – Olst dubbelsporig niet uitgevoerd
Zutphen – Hengelo dubbelsporig en elektrificatie niet uitgevoerd
Apeldoorn – Zutphen elektrificatie niet uitgevoerd
Zwolle – Amersfoort afsnijden bocht bij Harderwijk niet uitgevoerd
Gooiboog (Almere – Naarden=Bussum) nieuwe spoorlijn uitgevoerd
Amsterdam – Utrecht viersporig uitgevoerd en geopend in 2007
Ede/Wageningen – Barneveld Noord dubbelsporig niet uitgevoerd
Verbindingsboog Hofpleinlijn – Zoetermeer Stadslijn nieuwe spoorlijn niet uitgevoerd
Woerden – Leiden dubbelsporig niet uitgevoerd
HSL-Zuid nieuwe spoorlijn uitgevoerd in volledig geopend in 2007
Dordrecht – Geldermalsen elektrificatie uitgevoerd
Rotterdam – Dordrecht Zuid viersporig grotendeels uitgevoerd (Rotterdam-Dordrecht)
Rotterdam – Utrecht viersporig deels uitgevoerd (Gouda – Gouda Oost; Woerden – Harmelen) / deels gepland (Randstadspoor)
Leiden-Rotterdam viersporig deels uitgevoerd (Leiden-Rijswijk)
Hoofddorp – Amsterdam viersporig deels uitgevoerd (Hoofddorp-aansluiting Westtak/Zuidtak)
Weesp e.o. viersporig uitgevoerd
Goederenboog Beverwijk – Zaandam nieuwe spoorlijn niet uitgevoerd
Zaandam-Alkmaar viersporig niet uitgevoerd
Heerhugowaard – Obdam dubbelsporig niet uitgevoerd
Hoorn – Enkhuizen dubbelsporig niet uitgevoerd
Heerhugowaard – Den Helder dubbelsporig deels uitgevoerd (Heerhugowaard – Schagen)
Eindhoven – Boxtel viersporig uitgevoerd
Nijmegen – Roermond elektrificatie niet uitgevoerd
Utrecht – Utrecht Overvecht viersporig uitgevoerd
Utrecht – Houten viersporig gepland (Randstadspoor)
Utrecht – Arnhem Velperpoort viersporig geschikt maken voor hoge snelheden niet uitgevoerd
Zevenaar – Doetinchem dubbelsporig en elektrificatie niet uitgevoerd

Bronnen

  • ‘Rail 21 – sporen naar een nieuwe eeuw’, NS, Utrecht, 1988
  • ‘Rail 21 – Rail 21 Cargo sporen naar een nieuwe eeuw, NS, Utrecht 1990
  • ‘Deltawerken van NS aangepast aan maatschappelijke behoefte’, Marc Maartens, Openbaar Vervoer, 1991 nr. 12
  • ‘Welke elasticiteit heeft rail 21 ?’, J.W. Houtman / L. van der Sluis, 1993
  • ‘Rail 21 kost nu 26 miljard gulden – Stijging door scheiding exploitatie en infra’, Marc Maartens, Openbaar Vervoer, 1994 nr. 6/7
  • ‘De Betonfabriek – Draagvlak voor Rail 21 brokkelt langzaam af’, Openbaar Vervoer, 1994 nr. 12
  • ‘Idealen Rail 21 sterven stille dood’, Marc Maartens, Binnenlands Bestuur, 23.1.1998
  • ‘Ambitieus spoorwegplan Rail21 is geruisloos tot taboe verklaard’, Trouw, 24.01.1998
  • ‘NS kantelt en saneert’, Jaap van Kleef, Solidariteit nr 63, oktober 1998
  • ‘Reizigers profiteren nauwelijks van Prorail’, OV Magazine, 17.5.2000

Bron:Wikipedia: Rail 21

Rail 21 | Infrasite

Rail 21

Rail 21, met als ondertitel ‘Sporen naar een nieuwe eeuw’, was een ambitieus toekomstplan van de Nederlandse Spoorwegen, dat gepresenteerd werd in juni 1988 en dat enkele jaren de basis van het spoorwegbeleid in Nederland vormde.

Visie

Rail 21 koppelde een maatschappelijke analyse aan een nieuw Dienstregelingsmodel en vervolgens aan uitbreiding van de infrastructuur. Daarmee was Rail 21 integraal van karakter en dat was een belangrijke reden voor haar succes. Opvallend was ook dat Rail 21 voornamelijk betrekking had op het bestaande Spoorwegnet.

Maatschappelijke analyse

Rail 21 werd gepresenteerd als alternatief voor de auto. Halverwege de jaren ’80 leefde de economie op waardoor de groei van het autoverkeer versnelde terwijl in die periode ook grote aandacht voor het milieu bestond. NS presenteerde de trein als alternatief voor de auto. Door een combinatie van verbetering van het treinproduct en maatregelen om het autoverkeer af te remmen ("flankerend beleid") zou NSeen belangrijke bijdrage leveren aan het accommoderen van de voorziene groei van de mobiliteit.

Een tweede punt was het wegvallen van de Europese binnengrenzen. Nederland was sterk voor Europese integratie. NS koppelde dit aan de opkomst van de Hogesnelheidstrein en stelde voor Nederland op te nemen in het hogesnelheidsnet.

Ook niet onbelangrijk was de voortgaande suburbanisatie. Het bebouwde oppervlak is, met name in de Randstad, sinds 1950 in een enorm tempo uitgebreid met als gevolg dat ruimtelijke vervoerspatronen sterk veranderden. Om de ruimtelijke ontwikkeling te kunnen volgen moest NS meer Stations openen waardoor Treindiensten langzamer werden. Tot dan toe had men een optimum gevonden door Intercity’s en Stoptreinen te laten rijden maar de mogelijkheden om met twee treinsoorten een aantrekkelijke Dienstregeling te bieden leken op te raken. NS stelde daarom voor op een drie-treinensysteem over te gaan.

Dienstregelingsmodel

Ontwerper van het dienstregelingsmodel van Rail 21 was Ir. Maurits van Witsen, het toenmalig hoofd ontwikkeling en planning van de Nederlandse Spoorwegen, die ook het Dienstregelingsmodel voor Spoorslag ’70 ontworpen had. Van Witsen zelf stelde dat een dienstregelingsmodel een levensduur heeft van een jaar of 15, daarna raakt het achterhaald door maatschappelijke ontwikkelingen. Kern van het dienstregelingsmodel was het drie-treinensysteem. Het Nederlandse spoorwegsysteem zou uit drie elkaar aanvullende netwerken gaan bestaan:

1. Het Eurocity-/Intercitynet

Dit netwerk zou Nederland aansluiten op het Europese hogesnelheidsnet, Het EC/IC net zou drie functies gaan vervullen:

  1. het zeer snel verbinden van de 5 randstadsteden onderling,
  2. het zeer snel verbinden van de Randstadcentra met Groningen, Twente, Zuidoost-Gelderland, de Grote Brabantse steden en Zuid-Limburg. Om dit mogelijk te maken zou op bestaande spoorlijnen de maximum snelheid verhoogd worden naar 160 km/u tot 200 km/u waar dat kan over bestaand spoor. Ook werden twee nieuwe hogesnelheidslijnen voorgesteld: de Zuiderzeelijn van Lelystad naar Groningen en de HSL-Zuid van Schiphol naar de Belgische grens.
  3. het snel verbinden van de Europese grote steden onderlingNederland zou 6 IC/EC verbindingen krijgen:
  • Groningen, Heerenveen, Lelystad-Centrum, Amsterdam CS, Schiphol, Den Haag HS, Rotterdam CS, Anwerpen, Brussel-Centraal, Brussel-Zuid en rijdt het ene uur door naar Lille-Europe, Ashford, London-Waterloo international. En sluit aan op IC verbinding A uit de richting Hamburg, Koln, Liege-Guillemans naar Parijs. Het andere uur rijdt deze dan door naar Lille-Europe en Parijs met aansluiting in Brussel op IC/EC uit Hamburg, Keulen, Liège-Guillemans naar London-Waterloo International.
  • Amsterdam CS, Schiphol, Den Haag HS, Rotterdam CS, Breda, Tilburg, Eindhoven, Venlo, Munchen-Gladbach Hbf, Keulen Hbf, met aansluiting op IC/EC verbinding naar Frankfurt.
  • Schiphol, Amsterdam CS, Utrecht CS, Eindhoven, Sittard, Maastricht, Liège-Guillemans. Overstapmogelijkheden op IC/EC verbinding A met Achen Hbf, Brussel, Londen en Parijs.
  • Schiphol, Amsterdam CS, Utrecht CS, Arnhem, Duisburg, Dusseldorf, Keulen Hbf.
  • Den Haag CS, Utrecht CS, Arnhem, Zutphen, Hengelo, Osnabruck, Hanover.
  • Rotterdam CS, Utrecht CS, Zwolle, Assen, GroningenDeutsche Bahn zou voor de IC/EC verbinding A zorgen:
  • Hamburg, Bremen, Osnabruck, Munster, Dortmunt, Essen, Duisburg, Dusseldorf, Keulen, Aachen, Liège-Guillemans, Brussel; aansluitend het ene uur door naar London en het andere uur door naar Parijs in combinatie met verbinding B uit Nederland.

2. Het Interregio-Snelnet

Het Intercitynet van Spoorslag ’70 was in de loop van de jaren steeds langzamer geworden door toevoeging van nieuwe stations. De snelheid op de langere afstand moest terug komen door het nieuwe Eurocity- /Intercitynet. Op de middellange afstand zou een Interregio-Snelnet de opvolger van het oude Intercity net zijn. Dit netwerk zou ook op stations stoppen als Hilversum, Gouda en Rotterdam Alexander die door de nieuwe Intercity voorbij gereden zou worden. Net als de oude Intercity zou de nieuwe Interregio een goed onderling verknoopt netwerk worden. De Interregio treinen gaat rijden met hoge snelheden tussen de 140 en de 160 km p/U De treinen gaan 2x per uur rijden waar gestreefd wordt naar een rechtsstreekse verbinding op uurbasis Het eerste half uur ziet de verbindingen van de Inter Regio’s er als volgt uit:

  • Den Helder, Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Almere CS, Leleystad-Centrum, Emmeloord, Heerenveen, Drachten, Groningen
  • Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Woerden, Gouda, Rotterdam-Allexander, Rotterdam CS
  • Hoorn, Alkmaar, Heilo, Castricum, Beverwijk, Haarlem, Heemstede-Aerdenhout, Leiden, Den Haag Laan van NOI, Den Haag CS
  • Enkhuizen, Hoorn, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS
  • Zandvoort, Overveen, Haarlem, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Utrecht CS, Driebergen-Zeist, Maarn, Veenendaal-De Klomp, Ede-Wageningen, Arnhem, Nijmegen
  • Den Haag CS, Den Haag Laan van NOI, Leiden, Hoofdorp, Schiphol, Amsterdam-Lelylaan, Amsterdam, Sloterdijk, Amsterdam CS, Hilversum, Amsersfoort, Apeldoorn, Deventer, Almelo, Hengelo, Enschede.
  • Den Haag CS, Voorburg, Zoetermeer, Gouda, Woerden, Utrecht CS, Amersfoort, Harderwijk, Zwolle, (Deel door naar Meppel, Steenwijk, Heerenveen, Leeuwarden) en een andere deel door naar (Meppel, Hoogeveen, Assen, Groningen).
  • Den Haag CS, Den Haag HS, Delft, Rotterdam CS, Rotterdam-Blaak, Dordrecht, Breda, Tilburg, Eindhoven, Weert, Roermond, Sittard, Geleen-Oost, Heerlen.
  • Rotterdam CS, Rotterdam-Alexander, Gouda, Utrecht CS, Vlissingen, Vlissingen-Soeburg, Middelburg, Goes, Kuiningen-Yerseke, Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch, Utrecht CS.
  • Eindhoven, ‘s-Hertogenbosch, Oss, Nijmegen, Arnhem, Dieren, Zutphen, Deventer, Zwolle.
  • Leeuwarden, Hurdegaryp, Zwaagwesteinde, Zuidhorn, Groningen.Op de knooppuntstations geven de Interregio’s zoveel mogelijk aansluiting op elkaar. In het tweede halfuur patroon hebben de treindiensten een andere uitloop maar op de hoofdassen onstaat dan de 30 minuten dienst. In het tweede half uur onstaat dan de volgende treindiensten:
  • Den Helder, Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Almere CS, Leleystad-Centrum met mogelijke aansluitin op IC naar Groningen
  • Schagen, Alkmaar, Heilo, Castricum, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Woerden, Gouda, Zoetermeer, Voorburg, Den Haag CS
  • Hoorn, Alkmaar, Heilo, Castricum, Beverwijk, Haarlem, Heemstede-Aerdenhout, Ledien, Den Haag Laan van NOI, Den Haag CS
  • Enkhuizen, Hoorn, Zaandam, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS
  • Zandvoort, Overveen, Haarlem, Amsterdam-Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam-Amstel, Duivendrecht, Amsterdam-Bijlmer, Utrecht CS, ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven, Weert, Roermond, Sittard, Geleen-Oost, Heerlen
  • Den Haag CS, Den Haag Laan van NOI, Leiden, Hoofdorp, Schiphol, Amsterdam-Lelylaan, Amsterdam, Sloterdijk, Amsterdam CS, Hilversum, Amsersfoort, Harderwijk, Zwolle, Ommen, Hardenberg, Coevorden, Emmen.
  • Den Haag CS, Voorburg, Zoetermeer, Gouda, Woerden, Utrecht CS.
  • Den Haag CS, Den Haag HS, Delft, Rotterdam CS, Rotterdam-Blaak, Dordrecht, Roosendaal, Bergen op Zoom, Kruiningen-Yerseke, Goes, Middelburg, Vlissingen-Soeburg, Vlissingen.
  • Rotterdam CS, Rotterdam-Allexander, Gouda, Utrecht CS, Amersfoort, Apeldoorn, Deventer, Almelo, Hengelo, Enschede
  • Oostende, Brugge, Gent-Sint Pieter, Sint Niklaas, Antwerpen-Berch, Antwerpen-Centraal, Roosendaal, Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch, Oss, Nijmegen, Arnhem.
  • Maastricht, Sittard, Roermond, Venlo, Venray, Cuijk, Nijmegen, Arnhem, Dieren, Zutphen, Deventer, Zwolle (Deel voor Meppel, Steenwijk, Heerenveen, Leeuwarden) en (Deel voor Meppel, Hoogeveen, Assen, Groningen)

3. Het Agglo-/Regionet

Tenslotte moest er een opvolger voor de stoptrein komen. Belangrijk was een goed aanbod te hebben voor het drukke Stadsgewestelijk vervoer in de Randstad. Van Witsen onderzocht verschillende modellen voor vervoer op de korte afstand. Zijn ideaal was een versmelting van tram- metro- en spoorwegtechnieken om de optimale verbindingen te kunnen bieden. Al ten tijde van Spoorslag ’70 stelde hij een "RandstadRail" voor. Maar binnen NS kon een dergelijke versmelting van techniek op minder sympathie rekenen. In Rail 21 werd het relatief spoorse "Agglo-/Regiomodel" opgenomen. De Agglo Regio treinen rijden met snelheden tussen de 120 en de 140 km p/U en gaan met uitzondering op enkele trajecten na minstens 2x per uur rijden, en stoppen op alle stations langs de route,en geven op de knooppunten zoveel mogelijk aansluiting op de IC en IR treinen. In grote en belangrijke middelgrote plaatsen waar spoorlijnen ontbreken wil NS Regionale busdienst opzetten in samenwerking met de andere overheidsdochter VSN (Vereenigd Streekvervoer Nederland) die al gauw aan de slag ging met het Interliner Project. Naast dat NS zelf met Agglo Regio treinen gaat rijden wil NS ook de Stads en streekvervoerbedrijven de lokale verbindingen laten rijden. Treinen zullen beginnen en eindigen in voorstadstations.

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Amsterdam zijn:

  • 2x per uur naar Utrecht, Veenendaal, Rhenen.
  • 2x per uur naar Hilversum, Amersfoort
  • 2x per uur naar Almere-Buiten.
  • 2x per uur naar Hoorn
  • 2x per uur naar Alkmaar
  • 2x per uur naar Haarlem
  • 2x per uur naar Haarlem, Leiden, Den Haag, Rotterdam, Breda

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Utrecht zijn:

  • 2x per uur naar Amsterdam, Alkmaar.
  • 2x per uur naar Hilversum, Duivendrecht, Schiphol, Hoofddorp.
  • 2x per uur naar Hilversum, Almere, Lelystad.
  • 2x per uur naar Baarn
  • 2x per uur naar Amersfoort, Harderwijk, Zwolle
  • 2x per uur naar Veenendaal, Rhenen
  • 1x per uur naar Geldermalsen, Tiel, Arnhem, Arnhem-Velperpoort
  • 1x per uur naar Geldermalsen, Tiel, Nijmegen, Cuijk.
  • 2x per uur naar naar Woerden, Alphen a/d Rijn, Leiden
  • 2x per uur naar Woerden, Gouda, Den Haag
  • 2x per uur naar Woerden, Gouda, Rotterdam
  • 2x per uur naar Geldermalsen, ‘s-Hergogenbosch, Eindhoven, Venlo.

Enkele rechtstreekse vebindingen vanuit Arnhem zijn:

  • 2x per uur naar Dieren, Zutphen, Apeldoorn
  • 2x per uur naar Doetinchem, Winterswijk
  • 2x per uur naar Ede-Wageningen, Barneveld, Amersfoort
  • 1x per uur naar Elst, Tiel, Geldermalsen, Utrecht CS, Woerden, Alphen a/d Rijn, Leiden
  • 2x per uur naar Elst, Nijmegen, Oss, ‘s-Hertogenbosch.

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Eindhoven:

  • 2x per uur naar Weert
  • 2x per uur naar Venlo
  • 2x per uur naar ‘s-Hertogenbosh, Utrecht
  • 2x per uur naar Tilburg, Breda, Roosendaal

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Groningen:

  • 1x per uur naar Leeuwarden
  • 1x per uur naar Delfzijl
  • 1x per uur naar Roodeschool
  • 1x per uur naar Winschoten
  • 1x per uur naar Winschoten, Nieuweschans.

Enkele rechtstreekse verbindingen vanuit Schiphol:

  • 2x per uur naar Leiden, Den Haag, Rotterdam, Gouda
  • 2x per uur naar Amsterdam-Zuid WTC, Almere, Almere-Buiten
  • 2x per uur naar Amsterdam CS
  • 2x per uur naar Hilversum, Utrecht CS

Gebaseerd op deze rechstreekse verbindingen zouden de volgende AR-diensten kunnen onstaan:

  • van Groningen naar Leeuwarden
  • van Groningen naar Delfzijl
  • van Groningen naar Roodeschool
  • van Groningen naar Winschoten, Nieuweschans
  • van Groningen naar Zwolle via Assen, Hoogeveen en Meppel
  • van Alkmaar naar Rhenen via Amsterdam CS, Utrecht CS, Driebergen-Zeist en Veenendaal
  • van Rotterdam CS naar Almere-Buiten via Den Haag HS, Leiden Schiphol, Amsterdam-Zuid
  • van Amsterdam CS naar Enkhuizen via Zaandam, Hoorn
  • van Rotterdam CS/Den Haag CS naar Lelystad via Gouda, Utrecht, Hilversum
  • van Utrecht CS naar Zwolle via Amersfoort
  • van Utrecht CS naar Baarn
  • van Utrecht CS naar Venlo via Geldermalsen, ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven
  • van Leiden naar Arnhem Velperpoort via Bodegraven, Woerden, Utrecht, Geldermalsen, Tiel
  • van Leiden naar Cuijk via Bodegraven, Woerden, Utrecht, Geldermalsen, Tiel, Nijmegen
  • van Maassluis naar Rotterdam CS met mogelijke koppeling naar Roosendaal of Geldermalsen
  • van Hoek van Holland naar Rotterdam CS met mogelijke koppeling naar Geldermalsen of Rsd.
  • van Roosendaal naar Rotterdam met mogelijke koppeling richting Maassluis
  • van Geldermalsen naar Rotterdam CS met mogelijke koppeling naar Maassluis
  • van Roosendaal naar Weert via Breda, Tilburg, Eindhoven

Het drietreinen-model zoals hierboven beschreven, is er nooit gekomen. Wel zijn de benamingen AR en IR nog terug te vinden in de treintypes DD-AR (Dubbeldeks-AggloRegio) en IRM (InterRegiomaterieel).

Uitbreidingen infrastructuur

Om het nieuwe dienstregelingsmodel te kunnen rijden zou nieuwe Infrastructuur moeten worden aangelegd. De maatregelen bestonden uit:

  • Twee nieuwe spoorlijnen: Zuiderzeelijn en HSL-Zuid
  • Het uitbreiden van twee naar vier sporen van de drukste baanvakken
  • Het uitbreiden naar dubbelspoor van een aantal enkelsporige baanvakken
  • Het aanleggen van een groot aantal fly-oversGeschat werd dat dit voor een bedrag van 9 á  10 miljard gulden (ongeveer 4,5 miljard euro) uitgevoerd zou kunnen worden. Deze raming was ook politiek ingegeven, de verwachting was dat een bedrag onder de 10 miljard gulden nog net acceptabel zou zijn.

Maar om te voorkomen dat reizigers en Goederenvervoer elkaar in de weg gaan zitten is er ook een plan opgezet voor het goederen vervoer in het concept Rail 21-Cargo. Naast de uitvoering van de geplande nieuwe infrastructuur (zie Lijst van Rail 21) kwam daar appart nog extra infrastuctuur bij dat opgespitst zou worden in 3 fases.

Fase 1 : Aanpassing Brabantroute (Kijfhoek – Venlo) en Aanpassing havenspoorlijn Maasvlakte

Gereed: rond 1995 Kosten 1e fase: Circa 1 Miljoen Gulden.

  • Inrichten voor zware aslasten van Kijfhoek, Breda, Tilburg, Boxtel, Eindhoven naar Venlo
  • Derde Spoor Breda
  • Derde Spoor tussen ‘s-Hertogenbosch en Vught
  • Spoorverdubbeling en electrificatie Maasvlakte naar de Kijfhoek

Fase 2 : Aanleg Betuwelijn van de Kijfhoek naar Geldermalsen, Elst.

Gereed: Rond 2000 Kosten 2e fase: Circa 2 tot 2,5 Miljard gulden

  • Nieuwe lijn van Kijfhoek naar Sliedrecht
  • Uitbouw bestaande betuwe lijn of nieuwe sporen zoveel
  • Aansluitng naar de grens via Zevenaar en Emmerich
  • Nieuw rangeerterrein langs de oostelijke betuwelijn
  • Verbindingsboog bij Amsterdam van de zuidtak naar de westtak
  • Aanleg Hemboog van de westtak naar de Hemtunnel

Fase 3: aanlsluitingen op de overige kruisende spoorlijnen om aan en doorvoer voor andere delen van het land via de betuwe lijn mogelijk te maken

Gereed: rond 2010 – 20015 Kosten: Circa 2 miljard gulden.

  • Nieuwe lijn van Gorninchem naar Harmelen, aansluiten op de lijn naar Breukelen <br>
  • Nieuwe lijn van Breukelen naar Amsterdanse Westhavens via Mijdrecht en Schiphol.<br>
  • Verbindingsboog Zevenaar naar Dieren <br>
  • Verbindingsboog bij Zwolle <br>

Naast de spoorverdubbeling en electrificatie Nijmegen-Venlo-Roermond voor reizigersvervoer traject geschikt maken voor zware aslast van 22.5 ton en geschikt maken voor een maximumsnelheid van 160 km per uur.

Geluid

Bijzonder bij de Rail21 projecten is de aanpak van Geluid. De projecten zijn daartoe op een speciale lijst geplaatst. Met het ministerie van VROM was overeengekomen dat bij uitvoering van deze projecten tevens de geluidssanering zou worden meegenomen. Volgens het toen geldende Besluit Geluidhinder Spoorwegen was het wettelijk alleen noodzakelijk de effecten van de wijziging spoorlijn weg te nemen. Door de combinatie met de sanering werd het bevoegd gezag verplicht om ook de geluidsbelasting terug te brengen voor woningen met een hoog geluidsniveau, in beginsel tot 65 dB(A). Later is de saneringsverplichting volledig in het Bgs opgenomen en gold het voor alle projecten. In de toekomst zal nog een andere wetgeving gaan gelden, die van de geluidsproductieplafonds.

De saneringsregeling voor Rail 21-projecten leek sterk op de RS-regeling die geldt voor wegenprojecten in het kader van de Wet geluidhinder.

Het plan wordt aangenomen

Rail 21 werd met veel enthousiasme ontvangen. Het Ministerie van V&W onder leiding van Minister Nely Smith-Kroes heeft het plan integraal overgenomen in het tweede Structuurschema voor Verkeer en Vervoer (SVV-2) dat door de Tweede Kamer tijdens het één na laatste kabinet Lubbers werd goedgekeurd. Het aannemen van Rail 21 viel samen met de viering van het 150 jarig jubileum van de spoorwegen in 1989. NS verkeerde in een euforiestemming. Het jubileum werd groots gevierd en de plannen werden vol enthousiasme uitgewerkt.

Tegenvallers

Maar in de jaren die volgden begonnen tegenvallers zich op te stapelen. Voor de beoogde dienstregeling bleek telkens weer meer infrastructuur nodig te zijn terwijl de infrastructuur duurder uitpakte dan voorzien. Veel kostenoverschrijdingen bij de infrastructuur werden veroorzaakt doordat veel duurdere inpassingsmaatregelen werden geëist dan voorzien.

Richtlijn 91/440 van de Europese Gemeenschap leidde in Nederland tot verzelfstandiging en splitsing van NS. In de verwarring die vervolgens ontstond is Rail 21 steeds meer op de achtergrond geraakt. Het plan werd binnen NS in 1997 met een interne brief afgesloten. Door de verzelfstandiging van NS werd de taakorganisatie Railned en daarmee de Rijksoverheid verantwoordelijk voor het investeringsbeleid van de railinfrastructuur. Dit leidde tot het Tweede Tactische Pakket Railinfrastructuur, wat slechts gedeeltelijk gerealiseerd is. Gaandeweg verschoof de aandacht naar de megaprojecten (HSL-Zuid, HSL-Oost en Betuweroute) en Lightrail. Het Derde Tactische Pakket Railinfrastructuur is er nooit meer gekomen.

Verdere ontwikkelingen

Bij Rail 21 werd voor de uitbreiding van de spoorwegcapaciteit aanvankelijk geheel ingezet op uitbreiding van de infrastructuur. Zozeer dat in de ogen van sommigen infra-uitbreiding een doel op zich leek te worden en gekscherend over Beton 21 gesproken werd. Geleidelijk kwam aandacht voor andere aspecten en werd de mogelijkheid onderzocht de spoorwegcapaciteit te vergroten door de beveiliging en beheersing te moderniseren. Deze ontwikkeling is opgepakt in het project BB21.

In 1989 was er één staatsbedrijf dat een integraal plan aan één relatief machtige nationale overheid kon voorleggen. Sinds Rail 21 zijn de verhoudingen in de spoorsector onherkenbaar veranderd. De makers van Rail 21 hebben deze ontwikkelingen aan zien komen maar zijn toch niet in staat geweest er adequaat op te reageren.

Rail 21 projecten

Locatie Project Status (2006)
Leeuwarden – Groningen dubbelsporig deels uitgevoerd (Veenwouden – Grijpskerk)
Groningen – Sauwerd dubbelsporig grotendeels uitgevoerd
Zuiderzeelijn nieuwe spoorlijn gepland
Marienberg – Almelo elektrificatie niet uitgevoerd
Deventer – Olst dubbelsporig niet uitgevoerd
Zutphen – Hengelo dubbelsporig en elektrificatie niet uitgevoerd
Apeldoorn – Zutphen elektrificatie niet uitgevoerd
Zwolle – Amersfoort afsnijden bocht bij Harderwijk niet uitgevoerd
Gooiboog (Almere – Naarden=Bussum) nieuwe spoorlijn uitgevoerd
Amsterdam – Utrecht viersporig uitgevoerd en geopend in 2007
Ede/Wageningen – Barneveld Noord dubbelsporig niet uitgevoerd
Verbindingsboog Hofpleinlijn – Zoetermeer Stadslijn nieuwe spoorlijn niet uitgevoerd
Woerden – Leiden dubbelsporig niet uitgevoerd
HSL-Zuid nieuwe spoorlijn uitgevoerd in volledig geopend in 2007
Dordrecht – Geldermalsen elektrificatie uitgevoerd
Rotterdam – Dordrecht Zuid viersporig grotendeels uitgevoerd (Rotterdam-Dordrecht)
Rotterdam – Utrecht viersporig deels uitgevoerd (Gouda – Gouda Oost; Woerden – Harmelen) / deels gepland (Randstadspoor)
Leiden-Rotterdam viersporig deels uitgevoerd (Leiden-Rijswijk)
Hoofddorp – Amsterdam viersporig deels uitgevoerd (Hoofddorp-aansluiting Westtak/Zuidtak)
Weesp e.o. viersporig uitgevoerd
Goederenboog Beverwijk – Zaandam nieuwe spoorlijn niet uitgevoerd
Zaandam-Alkmaar viersporig niet uitgevoerd
Heerhugowaard – Obdam dubbelsporig niet uitgevoerd
Hoorn – Enkhuizen dubbelsporig niet uitgevoerd
Heerhugowaard – Den Helder dubbelsporig deels uitgevoerd (Heerhugowaard – Schagen)
Eindhoven – Boxtel viersporig uitgevoerd
Nijmegen – Roermond elektrificatie niet uitgevoerd
Utrecht – Utrecht Overvecht viersporig uitgevoerd
Utrecht – Houten viersporig gepland (Randstadspoor)
Utrecht – Arnhem Velperpoort viersporig geschikt maken voor hoge snelheden niet uitgevoerd
Zevenaar – Doetinchem dubbelsporig en elektrificatie niet uitgevoerd

Bronnen

  • ‘Rail 21 – sporen naar een nieuwe eeuw’, NS, Utrecht, 1988
  • ‘Rail 21 – Rail 21 Cargo sporen naar een nieuwe eeuw, NS, Utrecht 1990
  • ‘Deltawerken van NS aangepast aan maatschappelijke behoefte’, Marc Maartens, Openbaar Vervoer, 1991 nr. 12
  • ‘Welke elasticiteit heeft rail 21 ?’, J.W. Houtman / L. van der Sluis, 1993
  • ‘Rail 21 kost nu 26 miljard gulden – Stijging door scheiding exploitatie en infra’, Marc Maartens, Openbaar Vervoer, 1994 nr. 6/7
  • ‘De Betonfabriek – Draagvlak voor Rail 21 brokkelt langzaam af’, Openbaar Vervoer, 1994 nr. 12
  • ‘Idealen Rail 21 sterven stille dood’, Marc Maartens, Binnenlands Bestuur, 23.1.1998
  • ‘Ambitieus spoorwegplan Rail21 is geruisloos tot taboe verklaard’, Trouw, 24.01.1998
  • ‘NS kantelt en saneert’, Jaap van Kleef, Solidariteit nr 63, oktober 1998
  • ‘Reizigers profiteren nauwelijks van Prorail’, OV Magazine, 17.5.2000

Bron:Wikipedia: Rail 21