Wisselverwarmingsinstallatie

Alle centraal bediende wissels zijn voorzien van wisselverwarming met verschillende verwarmingscapaciteit. Tot 2001 werd alleen gebruik gemaakt van de energiebronnen aardgas en elektriciteit. Vanaf 2002 zijn er praktijkproeven gestart met de alternatieve energiebron aardwarmte (zie Icesolution). Gebruik van aardwarmte lijkt positief. Maar aardwarmtesystemen zijn duur in aanschaf en aanleg. Bovendien vertonen aardwarmtesystemen dezelfde zwakke punten als centrale buis systemen omdat hun modulaire opbouw identiek is (dezelfde zwakke schakels als binnen een CB-systeem zijn binnen het aardwarmtesysteem aanwezig nl: lekkages in het secundaire leidingnet). Daarbij komt dat er ook nog een complex primair leidingnet aan toe gevoegd is. Wisselverwarming op aardwarmte is momenteel (november 2007) door Prorail (nog) niet vrijgegeven (zie Wisselverwarming).

Er zijn vier verschillende uitvoeringsvormen mogelijk:

  1. Aardgas met branders (gasinfrarood); vrijgegeven door Prorail,
  2. Aardgas met verwarmingsbuis (CB); vrijgegeven door Prorail,
  3. Elektrische elementen (ESE); vrijgegeven door Prorail,
  4. Aardwarmte (met verwarmingsbuis en warmtepomp); niet vrijgegeven door Prorail.

Tot ongeveer 1990 werden wisselverwarmingssystemen in- en uitgeschakeld op grond van min of meer onvolledige weersinformatie. Daarna werden de eerste weerstations toegepast die op meerdere parameters konden inschakelen (omgevingstemperatuur, neerslag en dauwpunt). Tesamen met de koude spoorstaaftemperatuur wordt vanaf 2002 op basis van vier meteorologische scenarios ingeschakeld.

Vanaf 1990 zijn de wisselverwarmingsinstallaties standaard uitgerust met interne monitoringssystemen.

Wisselverwarmingsinstallatie | Infrasite

Wisselverwarmingsinstallatie

Alle centraal bediende wissels zijn voorzien van wisselverwarming met verschillende verwarmingscapaciteit. Tot 2001 werd alleen gebruik gemaakt van de energiebronnen aardgas en elektriciteit. Vanaf 2002 zijn er praktijkproeven gestart met de alternatieve energiebron aardwarmte (zie Icesolution). Gebruik van aardwarmte lijkt positief. Maar aardwarmtesystemen zijn duur in aanschaf en aanleg. Bovendien vertonen aardwarmtesystemen dezelfde zwakke punten als centrale buis systemen omdat hun modulaire opbouw identiek is (dezelfde zwakke schakels als binnen een CB-systeem zijn binnen het aardwarmtesysteem aanwezig nl: lekkages in het secundaire leidingnet). Daarbij komt dat er ook nog een complex primair leidingnet aan toe gevoegd is. Wisselverwarming op aardwarmte is momenteel (november 2007) door Prorail (nog) niet vrijgegeven (zie Wisselverwarming).

Er zijn vier verschillende uitvoeringsvormen mogelijk:

  1. Aardgas met branders (gasinfrarood); vrijgegeven door Prorail,
  2. Aardgas met verwarmingsbuis (CB); vrijgegeven door Prorail,
  3. Elektrische elementen (ESE); vrijgegeven door Prorail,
  4. Aardwarmte (met verwarmingsbuis en warmtepomp); niet vrijgegeven door Prorail.

Tot ongeveer 1990 werden wisselverwarmingssystemen in- en uitgeschakeld op grond van min of meer onvolledige weersinformatie. Daarna werden de eerste weerstations toegepast die op meerdere parameters konden inschakelen (omgevingstemperatuur, neerslag en dauwpunt). Tesamen met de koude spoorstaaftemperatuur wordt vanaf 2002 op basis van vier meteorologische scenarios ingeschakeld.

Vanaf 1990 zijn de wisselverwarmingsinstallaties standaard uitgerust met interne monitoringssystemen.