Op de Zeeburgerbruggen ligt straks ook in de deklaag veel hergebruikt asfalt
Bij het onderhoud van de Zeeburgerbruggen vervangen Rijkswaterstaat en BAM het wegdek voor de helft met gerecycled asfalt. Niets nieuws zou je denken, totdat je leest dat dat ook voor de deklaag geldt. In de duurzame aanbestedingsprocedure kwam het bouwbedrijf hierdoor als beste uit de bus. “De resultaten zien er geweldig uit.”
‘Op zich is het recyclen van asfalt niet nieuw’, schrijft RWS over het project. ‘Al sinds de jaren tachtig wordt er voor minder drukke wegen en voor onderlagen van rijks- en N-wegen gerecycled asfalt gebruikt. Asfalt leent zich dan ook uitstekend voor hergebruik.’ Het werk op de Zeeburgerbruggen onderscheidt zich doordat daarbij ook hergebruikt materiaal wordt gebruikt in de deklaag, waarvoor logischerwijs strengere eisen gelden.
“Lange tijd gebruikten we voor de deklagen enkel primaire grondstoffen”, vertelt Rémy van den Beemt, hoofd technologie bij BAM Infra Nederland. “Een weg als de A10 staat onder zoveel invloed. Dagelijks gaan er duizenden auto’s over, en zwaar vrachtverkeer. In de zomer zet het uit door de hitte en in de winter krimpt het weer door de vorst. En onder invloed van zoveel geweld moet zo’n weg ook nog 15 jaar meegaan.”
Verhitten en vermengen
Het meer circulair maken van de deklaag vereist dan ook dat BAM het werkproces, dat in de jaren tachtig is ontstaan, enigszins aanpast. “Vroeger voegden we het hergebruikte asfalt koud bij de productie van het nieuwe asfalt”, legt Van den Beemt uit. “Maar voor een goede kwaliteit moeten zowel de primaire als secundaire asfaltstromen worden verhit”. Dat verhitten vindt plaats in grote trommels bij asfaltcentrales in het land.
Daar wordt ook gecontroleerd op kwaliteit en eventuele verontreinigingen. Daarna wordt de boel verhit en worden beide stromen met elkaar vermengd. ‘De bouwbranche werkt momenteel hard aan het behalen van de doelstelling van vijftig procent minder primair grondstofgebruik vanaf 2030’, schrijft RWS. ‘Asfaltmengsels met hogere percentages hergebruik nemen dan ook steeds meer toe.’
Minder gas
Het verwarmen van het asfalt kost echter veel energie. Daarom willen branchevereniging Bouwend Nederland en Rijkswaterstaat vanaf 2025 alle gangbare asfaltmengsels op lage temperatuur produceren en uitvragen. Zodoende willen ze het gasverbruik terugdringen en zo de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk beperken. BAM doet dit al voor een deel met het zogenaamde LEAB: Laag Energie Asfalt Beton. Bij de productie daarvan komt ongeveer een derde minder uitstoot vrij, stelt het bedrijf.
Een andere innovatie waarmee de wegenbouwer duurzamer te werk wil gaan, is het vervangen van polymeren door vezels. “Voor het verwerken van die polymeren hebben we hoge temperaturen nodig, tot wel 175 graden Celsius. En dat sluit niet aan bij onze BAM-strategie Building a sustainable tomorrow waar duurzaamheid, digitalisering en industrialisatie centrale thema’s zijn”, aldus het hoofd technologie.
Voortaan wil het bedrijf daarom met vezels de wegdekken voor zware belastingen wapenen. Van den Beemt: “Hiermee maken we de asfaltmengsels net zo sterk, maar ze verouderen langzamer en we kunnen ze produceren bij 130 graden Celsius. Bovendien zijn deze mengsels in de toekomst eenvoudiger te recyclen. De resultaten zien er geweldig uit.”
Hogere eisen voor duurzaamheid
Het onderhoud aan de Zeeburgerbruggen in Amsterdam maakt deel uit van het programma Koploperaanpak Duurzame Wegverharding van Rijkswaterstaat, waarin aannemers aan hogere eisen voor duurzaamheid moeten voldoen. “Door de manier van aanbesteden konden bedrijven die duurzaam asfalt maken goed inschrijven”, vertelt omgevingsmanager Marjolein de Vlerk van RWS.
Mede dankzij de hierboven beschreven innovaties kwam BAM in deze aanbesteding als beste uit de bus. “‘Het is stoer van Rijkswaterstaat om koplopers uit de markt een podium te bieden om te laten zien wat ze in huis hebben”, zegt Van den Beemt. “Want de bouwwereld mag dan wel druk zijn met innoveren, opdrachtgevers moeten er ook open voor staan om zo’n innovatie toe te passen. Nieuwe ontwikkelingen moeten zich immers eerst bewijzen. Zo kunnen we samen de transitie een flinke boost geven.”
Lees ook:
