Limburg mag 700 m lang tracedeel ‘Buitenring Parkstad Limburg’ aanleggen

Foto: Ivo Ketelaar

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de eerder opgelegde schorsing van het inpassingsplan ‘Buitenring Parkstad Limburg’ op enkele onderdelen opgeheven. Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (3 juni 2014). De provincie Limburg mag beginnen met de aanleg van het tracédeel van ongeveer 700 meter tussen de rotonde van Avantis en de Hamstraat ten zuiden van Kerkrade. Provinciale staten van Limburg hadden om een gedeeltelijke opheffing van de schorsing gevraagd die de Raad van State in november 2012 had opgelegd. De Raad van State heeft het inpassingsplan destijds bijna helemaal geschorst.

Opheffing schorsing

De Raad van State is van oordeel dat met een gedeeltelijke opheffing van de schorsing van het inpassingsplan – in afwachting van een definitieve uitspraak – ‘geen onomkeerbare gevolgen zijn te verwachten’ voor de Natura 2000-gebieden ‘Brunssummerheide’ en ‘Geleenbeekdal’. Daarbij is van belang dat de provincie uitdrukkelijk heeft toegezegd dat dit deel van het tracé niet in gebruik zal worden genomen voordat de Raad van State een definitieve uitspraak heeft gedaan in deze zaak. Het tracédeel waarvoor de werkzaamheden nu zijn toegestaan, ligt op minimaal vijf kilometer afstand van de beschermde natuurgebieden.

Aanleiding opheffingsverzoek

Aanleiding voor het verzoek van de provincie om de schorsing op te heffen, is de beslissing van de Raad van State in mei 2013 om de einduitspraak over het inpassingsplan aan te houden. De Raad van State deed dat, omdat hij in een zaak over het tracébesluit A2 ‘s‑Hertogenbosch-Eindhoven zogenoemde prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De Raad van State wilde van het Hof van Justitie in Luxemburg uitleg over de Europese Habitatrichtlijn en verwachtte dat de antwoorden van het Hof van Justitie ook relevant waren voor de zaak over de Buitenring Parkstad Limburg. Het Hof heeft deze vragen op 15 mei jl. beantwoord. Naar verwachting zal de Raad van State later dit jaar de zaak over de A2 en daarna de zaak over de buitenring op een rechtszitting behandelen.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201207642/13.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Raad van State

Limburg mag 700 m lang tracedeel ‘Buitenring Parkstad Limburg’ aanleggen | Infrasite

Limburg mag 700 m lang tracedeel ‘Buitenring Parkstad Limburg’ aanleggen

Foto: Ivo Ketelaar

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de eerder opgelegde schorsing van het inpassingsplan ‘Buitenring Parkstad Limburg’ op enkele onderdelen opgeheven. Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (3 juni 2014). De provincie Limburg mag beginnen met de aanleg van het tracédeel van ongeveer 700 meter tussen de rotonde van Avantis en de Hamstraat ten zuiden van Kerkrade. Provinciale staten van Limburg hadden om een gedeeltelijke opheffing van de schorsing gevraagd die de Raad van State in november 2012 had opgelegd. De Raad van State heeft het inpassingsplan destijds bijna helemaal geschorst.

Opheffing schorsing

De Raad van State is van oordeel dat met een gedeeltelijke opheffing van de schorsing van het inpassingsplan – in afwachting van een definitieve uitspraak – ‘geen onomkeerbare gevolgen zijn te verwachten’ voor de Natura 2000-gebieden ‘Brunssummerheide’ en ‘Geleenbeekdal’. Daarbij is van belang dat de provincie uitdrukkelijk heeft toegezegd dat dit deel van het tracé niet in gebruik zal worden genomen voordat de Raad van State een definitieve uitspraak heeft gedaan in deze zaak. Het tracédeel waarvoor de werkzaamheden nu zijn toegestaan, ligt op minimaal vijf kilometer afstand van de beschermde natuurgebieden.

Aanleiding opheffingsverzoek

Aanleiding voor het verzoek van de provincie om de schorsing op te heffen, is de beslissing van de Raad van State in mei 2013 om de einduitspraak over het inpassingsplan aan te houden. De Raad van State deed dat, omdat hij in een zaak over het tracébesluit A2 ‘s‑Hertogenbosch-Eindhoven zogenoemde prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De Raad van State wilde van het Hof van Justitie in Luxemburg uitleg over de Europese Habitatrichtlijn en verwachtte dat de antwoorden van het Hof van Justitie ook relevant waren voor de zaak over de Buitenring Parkstad Limburg. Het Hof heeft deze vragen op 15 mei jl. beantwoord. Naar verwachting zal de Raad van State later dit jaar de zaak over de A2 en daarna de zaak over de buitenring op een rechtszitting behandelen.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201207642/13.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Raad van State