Verstedelijkingsdoelen op gespannen voet met ruimtelijke kwaliteit

Bilthoven – Concentratie van verstedelijking en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, beide doelen van de Nota Ruimte, staan op gespannen voet met elkaar. Door nieuwbouw binnen of dichtbij de bestaande steden wordt het moeilijker de stedelijke luchtkwaliteit verder te verbeteren of te zorgen voor voldoende groen in de omgeving. Dat blijkt uit de studie ‘Monitor Nota Ruimte. De eerste vervolgmeting’, van het Ruimtelijk Planbureau en het Milieu- en Natuurplanbureau.

Verstedelijkingspatronen in lijn met doelen Nota Ruimte

De verstedelijkingspatronen ontwikkelden zich tussen 2004 en 2006 overwegend in lijn met de in de Nota Ruimte gestelde doelen. Zo zijn nieuwe woningen vooral gebouwd in gebieden rondom de grotere steden: de bundelingsgebieden. Van alle woningen die er tussen 2004 en 2006 bij zijn gekomen, ligt 55 procent binnen een bundelingsgebied. Daarnaast is meer dan 40 procent van de nieuwbouwwoningen in bestaand bebouwd gebied gerealiseerd. Wel zijn er op dit laatste punt grote regionale verschillen: in Groningen, Limburg en Noord-Brabant zijn veel woningen in bestaand bebouwd gebied gerealiseerd, in Flevoland en Utrecht juist weinig. Dit laatste houdt verband met de bouw van grootschalige nieuwbouwwijken bij Almere en rondom Utrecht (Leidsche Rijn en Houten-Zuid).

Meer aandacht nodig voor evenwicht bebouwing en groen

Om de doelen voor ruimtelijke kwaliteit van de Nota Ruimte te bereiken, is het op veel punten nodig de ontwikke­lingen om te buigen. In de stad is bijvoorbeeld meer aandacht nodig voor de ontwikkeling van groen in relatie tot de bebouwing. De mogelijkheden om rondom de stad te wandelen en te fietsen zijn in de Randstad de laatste jaren niet toegenomen, terwijl de vraag naar dit soort voorzieningen juist wel is gegroeid. En in de nieuwbouwwijken wordt vaak minder groen aangelegd dan het streefgetal van 75 m2 per woning.

De lucht in de steden wordt wel schoner, maar dat gaat niet snel genoeg om de meeste Europese doelen op tijd te halen. In 2006 lag drie procent van de woningen in gebieden waar de norm voor fijn stof werd overschreden, en één procent in gebieden waar de norm voor NO2 werd overschreden. De meeste van deze woningen liggen in de grote steden van de Randstad.

Aanleg nieuwe natuurgebieden vertraagd

De aanleg van nieuwe natuurgebieden en robuuste verbin­dingszones verliep de laatste jaren minder snel dan in voorafgaande jaren, en zal in het huidige tempo de beoogde omvang voor de EHS in 2018 niet zijn gerealiseerd.

Vooral infrastructuur en grote bedrijfsgebouwen verstoren het landschap

Nederlanders geven het landschap gemiddeld een ruime voldoende, maar zijn wel bezorgd over de verrommeling van dat landschap. Vooral infrastructuur en grote bedrijfsgebouwen (waaronder kassen en grote stallen), maar ook hoge bouwwerken (zoals hoogspanningsmasten en hoogbouw) worden als storend ervaren. In 2005 beïnvloedden deze storende elementen de belevingswaarde in één derde van het Nederlandse landschap.

Monitor Nota Ruimte

De Monitor Nota Ruimte is een studie die RPB en MNP tweejaarlijks verrichten in opdracht van de minister van VROM. Om zicht te kunnen houden op de doelbereiking van het beleid zoals geformuleerd in de Nota Ruimte (2004), heeft de minister de beide planbureaus gevraagd de feitelijke ruimtelijke ontwikkelingen te monitoren.

De monitor bevat informatie op grond waarvan het beleid kan worden bijgesteld. Aangezien de uit­voering, doorwerking en effectiviteit van het beleid van de Nota Ruimte niet worden geanalyseerd, biedt de monitor nadrukkelijk geen beleidsevaluatie.

In 2006 verscheen de nulmeting van deze monitor; deze had als peildatum 1 januari 2004. In deze vervolgmeting worden de ruimtelijke ontwikkelingen tussen 2000 en 2006 beschreven en waar mogelijk de situatie op 1 januari 2006. De planbureaus constateren dat de ontwikkelingen tot 2006 grotendeels overeenkomen met de resultaten uit de nulmeting over de periode 2000-2004. Dat komt doordat deze vervolgmeting is verricht over de periode waarin de effecten van het beleid van de Nota Ruimte (2004) nog maar zeer beperkt zichtbaar zijn. Bij de volgende meting zal moeten blijken in hoeverre de ontwikkelingen na inwerkingtreding van de Nota in de gewenste richting zijn omgebogen.

Monitor Nota Ruimte. De eerste vervolgmeting, Jan Ritsema van Eck, Hans Farjon.

Rotterdam/Den Haag: NAi Uitgevers/RPB-MNP

ISBN 97890 5662 6297

Prijs € 22,50

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Bouwplannen bedreigen uitzichten langs snelwegen (24-05-2007)

Ruimtelijk beleid staat voor aanzienlijke opgave: Monitor Nota Ruimte (20-06-2006)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Milieu- en Natuurplanbureau (MNP)

Verstedelijkingsdoelen op gespannen voet met ruimtelijke kwaliteit | Infrasite

Verstedelijkingsdoelen op gespannen voet met ruimtelijke kwaliteit

Bilthoven – Concentratie van verstedelijking en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, beide doelen van de Nota Ruimte, staan op gespannen voet met elkaar. Door nieuwbouw binnen of dichtbij de bestaande steden wordt het moeilijker de stedelijke luchtkwaliteit verder te verbeteren of te zorgen voor voldoende groen in de omgeving. Dat blijkt uit de studie ‘Monitor Nota Ruimte. De eerste vervolgmeting’, van het Ruimtelijk Planbureau en het Milieu- en Natuurplanbureau.

Verstedelijkingspatronen in lijn met doelen Nota Ruimte

De verstedelijkingspatronen ontwikkelden zich tussen 2004 en 2006 overwegend in lijn met de in de Nota Ruimte gestelde doelen. Zo zijn nieuwe woningen vooral gebouwd in gebieden rondom de grotere steden: de bundelingsgebieden. Van alle woningen die er tussen 2004 en 2006 bij zijn gekomen, ligt 55 procent binnen een bundelingsgebied. Daarnaast is meer dan 40 procent van de nieuwbouwwoningen in bestaand bebouwd gebied gerealiseerd. Wel zijn er op dit laatste punt grote regionale verschillen: in Groningen, Limburg en Noord-Brabant zijn veel woningen in bestaand bebouwd gebied gerealiseerd, in Flevoland en Utrecht juist weinig. Dit laatste houdt verband met de bouw van grootschalige nieuwbouwwijken bij Almere en rondom Utrecht (Leidsche Rijn en Houten-Zuid).

Meer aandacht nodig voor evenwicht bebouwing en groen

Om de doelen voor ruimtelijke kwaliteit van de Nota Ruimte te bereiken, is het op veel punten nodig de ontwikke­lingen om te buigen. In de stad is bijvoorbeeld meer aandacht nodig voor de ontwikkeling van groen in relatie tot de bebouwing. De mogelijkheden om rondom de stad te wandelen en te fietsen zijn in de Randstad de laatste jaren niet toegenomen, terwijl de vraag naar dit soort voorzieningen juist wel is gegroeid. En in de nieuwbouwwijken wordt vaak minder groen aangelegd dan het streefgetal van 75 m2 per woning.

De lucht in de steden wordt wel schoner, maar dat gaat niet snel genoeg om de meeste Europese doelen op tijd te halen. In 2006 lag drie procent van de woningen in gebieden waar de norm voor fijn stof werd overschreden, en één procent in gebieden waar de norm voor NO2 werd overschreden. De meeste van deze woningen liggen in de grote steden van de Randstad.

Aanleg nieuwe natuurgebieden vertraagd

De aanleg van nieuwe natuurgebieden en robuuste verbin­dingszones verliep de laatste jaren minder snel dan in voorafgaande jaren, en zal in het huidige tempo de beoogde omvang voor de EHS in 2018 niet zijn gerealiseerd.

Vooral infrastructuur en grote bedrijfsgebouwen verstoren het landschap

Nederlanders geven het landschap gemiddeld een ruime voldoende, maar zijn wel bezorgd over de verrommeling van dat landschap. Vooral infrastructuur en grote bedrijfsgebouwen (waaronder kassen en grote stallen), maar ook hoge bouwwerken (zoals hoogspanningsmasten en hoogbouw) worden als storend ervaren. In 2005 beïnvloedden deze storende elementen de belevingswaarde in één derde van het Nederlandse landschap.

Monitor Nota Ruimte

De Monitor Nota Ruimte is een studie die RPB en MNP tweejaarlijks verrichten in opdracht van de minister van VROM. Om zicht te kunnen houden op de doelbereiking van het beleid zoals geformuleerd in de Nota Ruimte (2004), heeft de minister de beide planbureaus gevraagd de feitelijke ruimtelijke ontwikkelingen te monitoren.

De monitor bevat informatie op grond waarvan het beleid kan worden bijgesteld. Aangezien de uit­voering, doorwerking en effectiviteit van het beleid van de Nota Ruimte niet worden geanalyseerd, biedt de monitor nadrukkelijk geen beleidsevaluatie.

In 2006 verscheen de nulmeting van deze monitor; deze had als peildatum 1 januari 2004. In deze vervolgmeting worden de ruimtelijke ontwikkelingen tussen 2000 en 2006 beschreven en waar mogelijk de situatie op 1 januari 2006. De planbureaus constateren dat de ontwikkelingen tot 2006 grotendeels overeenkomen met de resultaten uit de nulmeting over de periode 2000-2004. Dat komt doordat deze vervolgmeting is verricht over de periode waarin de effecten van het beleid van de Nota Ruimte (2004) nog maar zeer beperkt zichtbaar zijn. Bij de volgende meting zal moeten blijken in hoeverre de ontwikkelingen na inwerkingtreding van de Nota in de gewenste richting zijn omgebogen.

Monitor Nota Ruimte. De eerste vervolgmeting, Jan Ritsema van Eck, Hans Farjon.

Rotterdam/Den Haag: NAi Uitgevers/RPB-MNP

ISBN 97890 5662 6297

Prijs € 22,50

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Bouwplannen bedreigen uitzichten langs snelwegen (24-05-2007)

Ruimtelijk beleid staat voor aanzienlijke opgave: Monitor Nota Ruimte (20-06-2006)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Milieu- en Natuurplanbureau (MNP)