Kamerbrief gebruik nieuwe spoorweginfrastructuur

Op 10 augustus 2006 heeft Minister Karla Peijs van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een brief gezonden aan de Tweede Kamer over over het gebruik van twee nieuwe stukken spoorweginfrastructuur: de Utrechtboog en de spoorverdubbeling Amsterdam-Utrecht, De brief gaat onder meer over de capaciteitsproblematiek op Schiphol en de relatie tussen het rijden van meer treinen en de noodzaak tot uitbreiding van het aantal stroken op de A2.

Hieronder leest u de volledige brief br.1719. Gebruik-Amsterdam-Utrecht en capaciteitsproblematiek Schiphol.

Geachte voorzitter,

In het Algemeen Overleg Openbaar Vervoer van 21 juni jl. heb ik met de leden van uw vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat gesproken over het gebruik van twee nieuwe stukken spoorweginfrastructuur: de Utrechtboog en de spoorverdubbeling Amsterdam-Utrecht. Naar aanleiding daarvan heb ik toegezegd u schriftelijk te informeren over de mogelijkheid meer treinen te laten rijden. Ik heb aangegeven daarbij onder meer in te gaan op de capaciteitsproblematiek op Schiphol. Verder heeft de Kamer mij gevraagd naar de relatie tussen het rijden van meer treinen en de noodzaak tot uitbreiding van het aantal stroken op de A2.

Ontwerpdienstregeling 2007 en verder
In mijn brief DGP/SPO/U.06.00633 van 27 maart jl. ben ik ingegaan op het gebruik van de Utrechtboog en de spoorverdubbeling Amsterdam-Utrecht. Ik heb in die brief gemeld dat er de komende jaren extra treinen gaan rijden tussen Amsterdam en Utrecht. En ik heb uiteengezet dat de winst van de beide infraprojecten niet alleen zit in de mogelijkheid van extra personentreinen. Er is ook meer ruimte voor goederenpaden, er ontstaan betrouwbaardere en snellere reistijden op deze zeer belangrijke spoorverbinding en er komt ruimte voor nieuwe stations als Utrecht Zuilen. Bovendien ontstaat ruimte om in de toekomst meer treinen te laten rijden als er meer vraag is. De projecten leveren dus een verbetering van de kwaliteit en de robuustheid van de dienstregeling.

Mogelijkheid tot meer treinen
In de vervoerconcessie staat voorgeschreven dat NS jaarlijks de vervoervraag vertaalt in een aanbod van treinen. Dit omschrijft zij in het vervoerplan. Op dit moment voldoen vraag en aanbod op het traject Amsterdam – Utrecht. Daarnaast verplicht de concessie NS in te zetten op een groei van het aantal treinreizigers. Via het vervoerplan bezie ik jaarlijks of NS dit doet. In dit kader zal ik NS onder meer specifiek bevragen op onderhavige relatie, omdat ook ik het van belang vind dat de infrastructuur de komende tijd nog beter wordt benut.

Op het traject Utrecht – Amsterdam is veel mobiliteit. Zowel op de weg als op het spoor. Zoals ook gemeld in de Nota Mobiliteit, is om de mobiliteit in goede banen te leiden een mix van maatregelen nodig, zowel gericht op het autoverkeer als op het openbaar vervoer (bouwen, beprijzen en stimuleren van het openbaar vervoer). Wat het openbaar vervoer betreft, is er op het traject van Utrecht naar Amsterdam Centraal dankzij de spoor-verdubbeling ruimte voor groei. Zoals hierboven aangegeven, is het aan NS om hier meer vraag tot stand te brengen. Om de doelen van de Nota Mobiliteit te halen is ook de verbreding van de A2 tussen Holendrecht en Oudenrijn van vier naar vijf rijstroken per richting noodzakelijk. Ook met intensief gebruik van de trein op dit traject.
Op het traject van Utrecht naar Schiphol zijn de mogelijkheden voor groei van het spoor-vervoer tijdelijk beperkt. Voor het rijden van meer treinen over de Utrechtboog naar Schiphol dan in de ontwerpdienstregeling 2007 is de capaciteit van de Schipholtunnel van doorslaggevend belang. De huidige capaciteit van de tunnel is 20 treinen per uur per richting. Op dit knooppunt komen treinen van diverse kanten samen: vanuit Den Haag/ Rotterdam/Brussel/Parijs, vanuit de Amsterdam CS/Zaandam en vanuit Amsterdam Zuid-WTC/Gooi/Utrecht/Flevoland. In 2007 wordt de tunnel door een maximaal aantal treinen gebruikt. Daardoor kunnen per 2007 niet meer dan twee IC-treinen over de Utrechtboog rijden naar Schiphol. ProRail is rond Schiphol bezig met maatregelen op het gebied van dynamisch verkeersmanagement en seinverplaatsingen. De maatregelen zijn eind 2008 gereed. Dan kunnen er vier treinen over de Utrechtboog rijden naar Schiphol en is ook een betere verdeling over het uur mogelijk.

Overigens zal ik de vervoerontwikkeling tussen Utrecht en Amsterdam, zoals gebruikelijk bij nieuwe infrastructuur, door ProRail laten monitoren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Karla Peijs

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Kamerbrief gebruik nieuwe spoorweginfrastructuur | Infrasite

Kamerbrief gebruik nieuwe spoorweginfrastructuur

Op 10 augustus 2006 heeft Minister Karla Peijs van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een brief gezonden aan de Tweede Kamer over over het gebruik van twee nieuwe stukken spoorweginfrastructuur: de Utrechtboog en de spoorverdubbeling Amsterdam-Utrecht, De brief gaat onder meer over de capaciteitsproblematiek op Schiphol en de relatie tussen het rijden van meer treinen en de noodzaak tot uitbreiding van het aantal stroken op de A2.

Hieronder leest u de volledige brief br.1719. Gebruik-Amsterdam-Utrecht en capaciteitsproblematiek Schiphol.

Geachte voorzitter,

In het Algemeen Overleg Openbaar Vervoer van 21 juni jl. heb ik met de leden van uw vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat gesproken over het gebruik van twee nieuwe stukken spoorweginfrastructuur: de Utrechtboog en de spoorverdubbeling Amsterdam-Utrecht. Naar aanleiding daarvan heb ik toegezegd u schriftelijk te informeren over de mogelijkheid meer treinen te laten rijden. Ik heb aangegeven daarbij onder meer in te gaan op de capaciteitsproblematiek op Schiphol. Verder heeft de Kamer mij gevraagd naar de relatie tussen het rijden van meer treinen en de noodzaak tot uitbreiding van het aantal stroken op de A2.

Ontwerpdienstregeling 2007 en verder
In mijn brief DGP/SPO/U.06.00633 van 27 maart jl. ben ik ingegaan op het gebruik van de Utrechtboog en de spoorverdubbeling Amsterdam-Utrecht. Ik heb in die brief gemeld dat er de komende jaren extra treinen gaan rijden tussen Amsterdam en Utrecht. En ik heb uiteengezet dat de winst van de beide infraprojecten niet alleen zit in de mogelijkheid van extra personentreinen. Er is ook meer ruimte voor goederenpaden, er ontstaan betrouwbaardere en snellere reistijden op deze zeer belangrijke spoorverbinding en er komt ruimte voor nieuwe stations als Utrecht Zuilen. Bovendien ontstaat ruimte om in de toekomst meer treinen te laten rijden als er meer vraag is. De projecten leveren dus een verbetering van de kwaliteit en de robuustheid van de dienstregeling.

Mogelijkheid tot meer treinen
In de vervoerconcessie staat voorgeschreven dat NS jaarlijks de vervoervraag vertaalt in een aanbod van treinen. Dit omschrijft zij in het vervoerplan. Op dit moment voldoen vraag en aanbod op het traject Amsterdam – Utrecht. Daarnaast verplicht de concessie NS in te zetten op een groei van het aantal treinreizigers. Via het vervoerplan bezie ik jaarlijks of NS dit doet. In dit kader zal ik NS onder meer specifiek bevragen op onderhavige relatie, omdat ook ik het van belang vind dat de infrastructuur de komende tijd nog beter wordt benut.

Op het traject Utrecht – Amsterdam is veel mobiliteit. Zowel op de weg als op het spoor. Zoals ook gemeld in de Nota Mobiliteit, is om de mobiliteit in goede banen te leiden een mix van maatregelen nodig, zowel gericht op het autoverkeer als op het openbaar vervoer (bouwen, beprijzen en stimuleren van het openbaar vervoer). Wat het openbaar vervoer betreft, is er op het traject van Utrecht naar Amsterdam Centraal dankzij de spoor-verdubbeling ruimte voor groei. Zoals hierboven aangegeven, is het aan NS om hier meer vraag tot stand te brengen. Om de doelen van de Nota Mobiliteit te halen is ook de verbreding van de A2 tussen Holendrecht en Oudenrijn van vier naar vijf rijstroken per richting noodzakelijk. Ook met intensief gebruik van de trein op dit traject.
Op het traject van Utrecht naar Schiphol zijn de mogelijkheden voor groei van het spoor-vervoer tijdelijk beperkt. Voor het rijden van meer treinen over de Utrechtboog naar Schiphol dan in de ontwerpdienstregeling 2007 is de capaciteit van de Schipholtunnel van doorslaggevend belang. De huidige capaciteit van de tunnel is 20 treinen per uur per richting. Op dit knooppunt komen treinen van diverse kanten samen: vanuit Den Haag/ Rotterdam/Brussel/Parijs, vanuit de Amsterdam CS/Zaandam en vanuit Amsterdam Zuid-WTC/Gooi/Utrecht/Flevoland. In 2007 wordt de tunnel door een maximaal aantal treinen gebruikt. Daardoor kunnen per 2007 niet meer dan twee IC-treinen over de Utrechtboog rijden naar Schiphol. ProRail is rond Schiphol bezig met maatregelen op het gebied van dynamisch verkeersmanagement en seinverplaatsingen. De maatregelen zijn eind 2008 gereed. Dan kunnen er vier treinen over de Utrechtboog rijden naar Schiphol en is ook een betere verdeling over het uur mogelijk.

Overigens zal ik de vervoerontwikkeling tussen Utrecht en Amsterdam, zoals gebruikelijk bij nieuwe infrastructuur, door ProRail laten monitoren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Karla Peijs

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn