Uiterwaarde. Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

‘Grotere problemen infrastructuur voorkomen door nu te investeren’

Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

Het onderhouden en toekomstbestendig houden van infrastructuur vraagt meer aandacht en geld dan er nu aan wordt besteed. Dat stelt Hendrik Postma, voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers, in zijn blog voor Infrasite. Hij roept op tot erkenning van de huidige problemen en moedigt de politiek aan om met concrete oplossingen te komen.

Infrastructuur kost geld, maar dat wordt terugverdiend omdat goede infrastructuur een randvoorwaarde is voor economische groei, welvaart en welzijn. Bovendien kan je investeringen niet voor je uit blijven schuiven, want vroeg of laat krijg je de rekening gepresenteerd. Dat zien we bijvoorbeeld met de kademuren in Amsterdam, waar het renovatietempo fors omhoog moet omdat ze het anders stuk voor stuk begeven.

Inspelen op de vraag van morgen

Met onze vaarwegen, en de civiele kunstwerken die zich daarin en er overheen bevinden, is het al niet anders gesteld. Die zijn of komen aan het einde van hun levensduur. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. Waterbouwkundige werken die voldoende robuust zijn gebouwd, kunnen vaak langer mee dan de geplande levensduur. Maar infrastructuur moet hoe dan ook worden onderhouden en op den duur vervangen. Daarbij worden tegelijkertijd aanpassingen doorgevoerd om te voldoen aan de hedendaagse eisen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Het zou eigenlijk beter zijn om ook al in te spelen op de vraag van morgen en een toekomstvisie en strategie te bedenken.

Lees ook: Brancheorganisaties willen structureel 4 miljard euro per jaar voor infrastructuur

Rijkswaterstaat werkt samen met andere partijen in het project ‘Samenwerken aan Kunstwerken’ aan het vervangen en het in stand houden van civiele kunstwerken in Nederland. Daarmee worden stappen gezet in de goede richting, maar uiteindelijk is het de politiek die het tempo bepaalt. Die kiest er dan vaak al snel voor om toch eerst maar weer een studie, onderzoek of verkenning te laten uitvoeren. Daarmee wint de politiek tijd, maar het is de vraag of dat verstandig is. Kijk naar de Haringvlietbrug: de eerste tekenen dat het niet goed dreigt te gaan, zijn er gewoon. Door onderhoudswerkzaamheden uit te stellen, verkeert de brug in slechte staat. En dat wil je het liefste voorkomen.

Politieke moed

Overigens denk ik wel dat zulke tekenen worden gezien. Maar dat alleen is niet genoeg. Het gaat ook om de politieke moed die nodig is om de juiste acties in gang te zetten, zodat niet alleen passende maatregelen worden genomen om de problemen van dat moment op te kunnen lossen, maar ook om toekomstige problemen te voorkomen. De politieke moed die daarvoor nodig is, kan overigens ook worden getoond door het huidige, demissionaire kabinet en de ministeries die over infrastructuur gaan.

Lees ook: ‘Maak concrete en bindende afspraken voor duurzame waterbouw’

Het is vooral belangrijk dat we niet te lang meer wachten en echt aan de slag kunnen gaan. De Amsterdamse kademuren en de Haringvlietbrug zijn slechts enkele concrete voorbeelden, maar er volgen er snel meer als we niet snel ingrijpen. Als Nederland de poort naar het Europese achterland wil blijven die het al eeuwen is, dan moeten we ook heel goed nadenken over hoe de infrastructuur van morgen eruit moet komen te zien. Daarmee kunnen we blijven concurreren en de voorsprong die we hebben behouden.

Noodzaak erkennen en mouwen opstropen

We moeten snel aan de slag. Zowel met onderhoud en vervanging op de korte tot middellange termijn, als met het maken van een toekomstvisie en strategie voor de langere termijn. Dat begint met het erkennen van de noodzaak dat er echt moet worden geïnvesteerd in infrastructuur. Daarna is het een kwestie van mouwen opstropen en aan de slag gaan. Zonder dat gevoel van urgentie komen we er niet.

Lees ook: ‘800 miljoen euro extra nodig voor beheer en onderhoud waterwerken’

Hendrik Postma. Foto: Fred Ernst / Vereniging van Waterbouwers

Auteur: Hendrik Postma, voorzitter Vereniging van Waterbouwers

‘Grotere problemen infrastructuur voorkomen door nu te investeren’ | Infrasite
Uiterwaarde. Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

‘Grotere problemen infrastructuur voorkomen door nu te investeren’

Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

Het onderhouden en toekomstbestendig houden van infrastructuur vraagt meer aandacht en geld dan er nu aan wordt besteed. Dat stelt Hendrik Postma, voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers, in zijn blog voor Infrasite. Hij roept op tot erkenning van de huidige problemen en moedigt de politiek aan om met concrete oplossingen te komen.

Infrastructuur kost geld, maar dat wordt terugverdiend omdat goede infrastructuur een randvoorwaarde is voor economische groei, welvaart en welzijn. Bovendien kan je investeringen niet voor je uit blijven schuiven, want vroeg of laat krijg je de rekening gepresenteerd. Dat zien we bijvoorbeeld met de kademuren in Amsterdam, waar het renovatietempo fors omhoog moet omdat ze het anders stuk voor stuk begeven.

Inspelen op de vraag van morgen

Met onze vaarwegen, en de civiele kunstwerken die zich daarin en er overheen bevinden, is het al niet anders gesteld. Die zijn of komen aan het einde van hun levensduur. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. Waterbouwkundige werken die voldoende robuust zijn gebouwd, kunnen vaak langer mee dan de geplande levensduur. Maar infrastructuur moet hoe dan ook worden onderhouden en op den duur vervangen. Daarbij worden tegelijkertijd aanpassingen doorgevoerd om te voldoen aan de hedendaagse eisen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Het zou eigenlijk beter zijn om ook al in te spelen op de vraag van morgen en een toekomstvisie en strategie te bedenken.

Lees ook: Brancheorganisaties willen structureel 4 miljard euro per jaar voor infrastructuur

Rijkswaterstaat werkt samen met andere partijen in het project ‘Samenwerken aan Kunstwerken’ aan het vervangen en het in stand houden van civiele kunstwerken in Nederland. Daarmee worden stappen gezet in de goede richting, maar uiteindelijk is het de politiek die het tempo bepaalt. Die kiest er dan vaak al snel voor om toch eerst maar weer een studie, onderzoek of verkenning te laten uitvoeren. Daarmee wint de politiek tijd, maar het is de vraag of dat verstandig is. Kijk naar de Haringvlietbrug: de eerste tekenen dat het niet goed dreigt te gaan, zijn er gewoon. Door onderhoudswerkzaamheden uit te stellen, verkeert de brug in slechte staat. En dat wil je het liefste voorkomen.

Politieke moed

Overigens denk ik wel dat zulke tekenen worden gezien. Maar dat alleen is niet genoeg. Het gaat ook om de politieke moed die nodig is om de juiste acties in gang te zetten, zodat niet alleen passende maatregelen worden genomen om de problemen van dat moment op te kunnen lossen, maar ook om toekomstige problemen te voorkomen. De politieke moed die daarvoor nodig is, kan overigens ook worden getoond door het huidige, demissionaire kabinet en de ministeries die over infrastructuur gaan.

Lees ook: ‘Maak concrete en bindende afspraken voor duurzame waterbouw’

Het is vooral belangrijk dat we niet te lang meer wachten en echt aan de slag kunnen gaan. De Amsterdamse kademuren en de Haringvlietbrug zijn slechts enkele concrete voorbeelden, maar er volgen er snel meer als we niet snel ingrijpen. Als Nederland de poort naar het Europese achterland wil blijven die het al eeuwen is, dan moeten we ook heel goed nadenken over hoe de infrastructuur van morgen eruit moet komen te zien. Daarmee kunnen we blijven concurreren en de voorsprong die we hebben behouden.

Noodzaak erkennen en mouwen opstropen

We moeten snel aan de slag. Zowel met onderhoud en vervanging op de korte tot middellange termijn, als met het maken van een toekomstvisie en strategie voor de langere termijn. Dat begint met het erkennen van de noodzaak dat er echt moet worden geïnvesteerd in infrastructuur. Daarna is het een kwestie van mouwen opstropen en aan de slag gaan. Zonder dat gevoel van urgentie komen we er niet.

Lees ook: ‘800 miljoen euro extra nodig voor beheer en onderhoud waterwerken’

Hendrik Postma. Foto: Fred Ernst / Vereniging van Waterbouwers

Auteur: Hendrik Postma, voorzitter Vereniging van Waterbouwers