Waterschap en aannemers renoveren duurzaam en circulair

Gemaal Coehoorn. Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw
Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw via Ewout Aman

Zoals alle overheden heeft waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) doelstellingen voor circulair en duurzaam werken in 2030 en 2050. Daarom worden zestig stuwen en gemalen samen met vier aannemers nu al volgens die principes gerenoveerd. Dat gebeurt stapje voor stapje, om zo de risico’s te beperken en de werken goed uitvoerbaar te houden.

In 2050 moet alles wat WDODelta doet herbruikbaar en afvalloos zijn. En voor 2030 staat een halvering van het gebruik van primaire grondstoffen op de agenda. Rutger Dijsselhof, technisch manager bij het waterschap, merkt op dat 2030 helemaal niet zo ver weg is als het lijkt – zeker met de doelen die in de tussenliggende jaren gerealiseerd moeten worden. “Daarom moeten we nu al actie ondernemen.”

Vanuit die gedachte wordt bij de renovatie van zestig stuwen en gemalen ingezet op circulair, modulair en duurzaam renoveren. Het gaat om enkele tientallen objecten die in vier jaar tijd onder handen worden genomen. De winst in bijvoorbeeld het terugdringen van schadelijke uitstoot op het totaal van wat WDODelta doet, is beperkt. Maar daarmee is het niet minder noodzakelijk om deze koers te varen, legt Dijsselhof uit.

“Zo’n renovatieproject is na ongeveer een jaar voorbij. Maar de objecten zoals we die nu renoveren, staan er daarna zeker dertig of veertig jaar in die vorm. Dus ook voor de gebruiksfase moeten we nu al de juiste keuzes maken. Denk daarbij aan energieverbruik en onderhoud, maar ook aan het uiteindelijke hergebruik. We moeten bijvoorbeeld goed documenteren welke materialen en producten we allemaal gebruiken, zodat men in de toekomst weet wat er op welke manier kan worden hergebruikt.”

Meenemen in het proces

Losmaakbare onderdelen en materialen gebruiken kan tot op zekere hoogte al en kent volgens Dijsselhof geen grote risico’s. Daarmee is het een goede eerste stap binnen de ingezette koers. Dat maakt het ook makkelijker om mensen en partijen stapsgewijs mee te nemen in dat proces. WDODelta beschouwt de projecten als pilots, waarbij goed wordt gemonitord hoe alles zich gedraagt en houdt.

In het geval van de zestig stuwen en gemalen die onder handen worden genomen, werkt het waterschap in bouwteamverband met vier aannemers voor een periode van eveneens vier jaar. Dat zorgt voor continuïteit en geeft ook de ruimte om dingen uit te proberen en pilots te draaien. De nodige projecten zijn al gerealiseerd, waaronder een aantal prefab gemalen.

Bijdragen aan CO2-neutraal

Een van de betrokken aannemers is Van Heteren Weg- en Waterbouw uit Hengelo, waar Ewout Aman als projectleider werkzaam is. “We zijn als aannemer veel bezig met innovatie en we staan er altijd voor open om nieuwe dingen te doen. Als maatschappij staan we voor de opgave om CO2-neutraal te worden en het is leuk om daar aan bij te dragen”, vertelt Aman over de beweegredenen van Van Heteren.

Eén van de meest in het oog springende projecten waarbij Van Heteren binnen het bouwteam betrokken is, betreft het gemaal Coehoorn. Daar wordt namelijk modulariteit toegepast én geopolymeerbeton gebruikt, ook wel cementloos beton genoemd. Daarmee kan ten opzichte van traditioneel beton een reductie van de CO2-uitstoot tot wel 50 procent worden gerealiseerd. In de praktijk wordt nu verkend in welke mate het cementloos beton geschikt is voor deze toepassingen.

Iedereen enthousiast

“In eerste instantie dachten we voor dit materiaal aan de bodembescherming voor en achter het gemaal”, legt Aman uit. “In overleg met alle betrokkenen kwamen we echter op het idee om het hele gemaal zo uit te voeren. Daar was iedereen enthousiast over en het bleek constructief goed te kunnen, dus toen zijn we het ook gewoon gaan doen.”

Het artikel gaat verder onder de foto

Gemaal Coehoorn. Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw

Een ander mooi project is wat Ewout Aman betreft dat van het Gemaal Cellemuiden. Omdat deze in een primaire waterkering ligt, worden er met een traditioneel ontwerp geen grote risico’s genomen. Bepaalde elementen zijn wel circulair en duurzaam. Zo zijn de nog goede delen van houten damwanden hergebruikt in de gevelbekleding van het gemaal. “Als je in een primaire kering iets nieuws doet, moet het wel echt goed zijn. Innovatie moet niet ten koste gaan van de waterveiligheid.”

Alleen overleg is niet genoeg

Werken in een bouwteam gaat volgens Aman beste als je gewoon samen aan de slag gaat. “Dan leer je elkaar sterke punten kennen en bouw je het onderlinge vertrouwen op dat nodig is om stappen te zetten in circulariteit en duurzaamheid”, vervolgt hij. “Je komt alleen verder als je dingen probeert. Dat kan ook betekenen dat je onderweg af en toe een stapje terug moet doen, bijvoorbeeld omdat iets in de praktijk toch niet helemaal blijkt te werken. Maar met alleen maar overleggen kom je er sowieso niet.”

“We nemen circulair, modulair en duurzaam steeds meer mee in onze uitvragen. Op die manier motiveren we de aannemers om innovatief te zijn”, zegt Rutger Dijsselhof tot besluit. “Daar is echter wel balans in nodig. De aannemers moeten het allemaal uitvoeren en wij helpen ze niet als we allemaal extreme eisen gaan stellen. Daarom hanteren we deze aanpak ook in de eerste plaats bij kleine en middelgrote projecten. We willen dit juist samen met de markt doen, stapje voor stapje.”

Gemaal Coehoorn. Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw

Auteur: Vincent Krabbendam

Waterschap en aannemers renoveren duurzaam en circulair | Infrasite

Waterschap en aannemers renoveren duurzaam en circulair

Gemaal Coehoorn. Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw
Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw via Ewout Aman

Zoals alle overheden heeft waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) doelstellingen voor circulair en duurzaam werken in 2030 en 2050. Daarom worden zestig stuwen en gemalen samen met vier aannemers nu al volgens die principes gerenoveerd. Dat gebeurt stapje voor stapje, om zo de risico’s te beperken en de werken goed uitvoerbaar te houden.

In 2050 moet alles wat WDODelta doet herbruikbaar en afvalloos zijn. En voor 2030 staat een halvering van het gebruik van primaire grondstoffen op de agenda. Rutger Dijsselhof, technisch manager bij het waterschap, merkt op dat 2030 helemaal niet zo ver weg is als het lijkt – zeker met de doelen die in de tussenliggende jaren gerealiseerd moeten worden. “Daarom moeten we nu al actie ondernemen.”

Vanuit die gedachte wordt bij de renovatie van zestig stuwen en gemalen ingezet op circulair, modulair en duurzaam renoveren. Het gaat om enkele tientallen objecten die in vier jaar tijd onder handen worden genomen. De winst in bijvoorbeeld het terugdringen van schadelijke uitstoot op het totaal van wat WDODelta doet, is beperkt. Maar daarmee is het niet minder noodzakelijk om deze koers te varen, legt Dijsselhof uit.

“Zo’n renovatieproject is na ongeveer een jaar voorbij. Maar de objecten zoals we die nu renoveren, staan er daarna zeker dertig of veertig jaar in die vorm. Dus ook voor de gebruiksfase moeten we nu al de juiste keuzes maken. Denk daarbij aan energieverbruik en onderhoud, maar ook aan het uiteindelijke hergebruik. We moeten bijvoorbeeld goed documenteren welke materialen en producten we allemaal gebruiken, zodat men in de toekomst weet wat er op welke manier kan worden hergebruikt.”

Meenemen in het proces

Losmaakbare onderdelen en materialen gebruiken kan tot op zekere hoogte al en kent volgens Dijsselhof geen grote risico’s. Daarmee is het een goede eerste stap binnen de ingezette koers. Dat maakt het ook makkelijker om mensen en partijen stapsgewijs mee te nemen in dat proces. WDODelta beschouwt de projecten als pilots, waarbij goed wordt gemonitord hoe alles zich gedraagt en houdt.

In het geval van de zestig stuwen en gemalen die onder handen worden genomen, werkt het waterschap in bouwteamverband met vier aannemers voor een periode van eveneens vier jaar. Dat zorgt voor continuïteit en geeft ook de ruimte om dingen uit te proberen en pilots te draaien. De nodige projecten zijn al gerealiseerd, waaronder een aantal prefab gemalen.

Bijdragen aan CO2-neutraal

Een van de betrokken aannemers is Van Heteren Weg- en Waterbouw uit Hengelo, waar Ewout Aman als projectleider werkzaam is. “We zijn als aannemer veel bezig met innovatie en we staan er altijd voor open om nieuwe dingen te doen. Als maatschappij staan we voor de opgave om CO2-neutraal te worden en het is leuk om daar aan bij te dragen”, vertelt Aman over de beweegredenen van Van Heteren.

Eén van de meest in het oog springende projecten waarbij Van Heteren binnen het bouwteam betrokken is, betreft het gemaal Coehoorn. Daar wordt namelijk modulariteit toegepast én geopolymeerbeton gebruikt, ook wel cementloos beton genoemd. Daarmee kan ten opzichte van traditioneel beton een reductie van de CO2-uitstoot tot wel 50 procent worden gerealiseerd. In de praktijk wordt nu verkend in welke mate het cementloos beton geschikt is voor deze toepassingen.

Iedereen enthousiast

“In eerste instantie dachten we voor dit materiaal aan de bodembescherming voor en achter het gemaal”, legt Aman uit. “In overleg met alle betrokkenen kwamen we echter op het idee om het hele gemaal zo uit te voeren. Daar was iedereen enthousiast over en het bleek constructief goed te kunnen, dus toen zijn we het ook gewoon gaan doen.”

Het artikel gaat verder onder de foto

Gemaal Coehoorn. Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw

Een ander mooi project is wat Ewout Aman betreft dat van het Gemaal Cellemuiden. Omdat deze in een primaire waterkering ligt, worden er met een traditioneel ontwerp geen grote risico’s genomen. Bepaalde elementen zijn wel circulair en duurzaam. Zo zijn de nog goede delen van houten damwanden hergebruikt in de gevelbekleding van het gemaal. “Als je in een primaire kering iets nieuws doet, moet het wel echt goed zijn. Innovatie moet niet ten koste gaan van de waterveiligheid.”

Alleen overleg is niet genoeg

Werken in een bouwteam gaat volgens Aman beste als je gewoon samen aan de slag gaat. “Dan leer je elkaar sterke punten kennen en bouw je het onderlinge vertrouwen op dat nodig is om stappen te zetten in circulariteit en duurzaamheid”, vervolgt hij. “Je komt alleen verder als je dingen probeert. Dat kan ook betekenen dat je onderweg af en toe een stapje terug moet doen, bijvoorbeeld omdat iets in de praktijk toch niet helemaal blijkt te werken. Maar met alleen maar overleggen kom je er sowieso niet.”

“We nemen circulair, modulair en duurzaam steeds meer mee in onze uitvragen. Op die manier motiveren we de aannemers om innovatief te zijn”, zegt Rutger Dijsselhof tot besluit. “Daar is echter wel balans in nodig. De aannemers moeten het allemaal uitvoeren en wij helpen ze niet als we allemaal extreme eisen gaan stellen. Daarom hanteren we deze aanpak ook in de eerste plaats bij kleine en middelgrote projecten. We willen dit juist samen met de markt doen, stapje voor stapje.”

Gemaal Coehoorn. Foto: Van Heteren Weg- en Waterbouw

Auteur: Vincent Krabbendam