Rijkswaterstaat: maatregelen tegen toename verzilting Amsterdam-Rijnkanaal

Amsterdam-Rijnkanaal - Foto: Ivo Ketelaar

Als gevolg van de aanhoudende droogte neemt het probleem van een tekort aan zoet water rond het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal toe. Het grootste probleem is de toenemende verzilting van het Amsterdam-Rijnkanaal vanuit het Noordzeekanaal. Om deze verzilting tegen te gaan zet Rijkswaterstaat een bellenscherm in om zout water effectief af te voeren naar zee.

Daarnaast optimaliseert het Centraal Nautisch Beheer het schutten van schepen door de sluizen in IJmuiden. Het tegengaan van verzilting van het Amsterdam-Rijnkanaal is belangrijk om schade aan natuur en landbouw te voorkomen en de productie van drinkwater op peil te houden.

Zeewater stroomt via de sluizen van IJmuiden het Noordzeekanaal in. Het zoute water zakt naar de bodem en vormt een zouttong, die vanaf de sluizen bij IJmuiden reikt tot het Amsterdam-Rijnkanaal. Onder normale omstandigheden geeft het zoete water voldoende tegendruk, zodat het zoute water niet verder het Amsterdam-Rijnkanaal in stroomt. Omdat er minder zoet water is om tegendruk te geven, moeten er extra maatregelen tegen het zoute water worden genomen.

Maatregelen verzilting Amsterdam-Rijnkanaal

Een bellenscherm ter hoogte van de wijk Zeeburg zorgt ervoor dat er minder zout water van het Noordzeekanaal richting het Amsterdam-Rijnkanaal stroomt. Op de kanaalbodem wordt door een buis met gaatjes lucht geperst, waardoor een scherm van luchtbellen ontstaat. Met de bellen komt het zoute water omhoog en vermengt zich met het zoete water. Zo kan het makkelijk worden afgevoerd richting zee via het spui- en maalcomplex IJmuiden.

Een tweede maatregel betreft een aanpassing van het schutregime van de sluizen in IJmuiden door het Centraal Nautisch Beheer. Hierdoor stroomt er minder zout water binnen. Het betekent dat het Centraal Nautisch Beheer inzet op zo vol mogelijke schutrondes en waar mogelijk het leeg-om-schutten zal beperken. Scheepvaart moet rekening houden met een wachttijd van maximaal 1,5 uur.

Extra wateraanvoer

Een belangrijke maatregel tegen de verzilting, die al eerder is ingezet, is extra wateraanvoer vanuit de Lek via de Prinses Irenesluizen bij Wijk bij Duurstede. Overdag gaat het om 20m3/s en ’s nachts om 40m3/s tot maximaal 60m3/s. Deze extra toevoer van zoet water zorgt er voor dat zout water niet verder dan Diemen het Amsterdam-Rijnkanaal op stroomt. Ook is het maal- en spuiregime in IJmuiden aangepast om te voorkomen dat zoutpieken optreden.

Meer informatie van de redactie van Infrasite Network:

Tijdelijk bellenscherm in Amsterdam-Rijnkanaal om verzilting tegen te gaan

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat: maatregelen tegen toename verzilting Amsterdam-Rijnkanaal | Infrasite

Rijkswaterstaat: maatregelen tegen toename verzilting Amsterdam-Rijnkanaal

Amsterdam-Rijnkanaal - Foto: Ivo Ketelaar

Als gevolg van de aanhoudende droogte neemt het probleem van een tekort aan zoet water rond het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal toe. Het grootste probleem is de toenemende verzilting van het Amsterdam-Rijnkanaal vanuit het Noordzeekanaal. Om deze verzilting tegen te gaan zet Rijkswaterstaat een bellenscherm in om zout water effectief af te voeren naar zee.

Daarnaast optimaliseert het Centraal Nautisch Beheer het schutten van schepen door de sluizen in IJmuiden. Het tegengaan van verzilting van het Amsterdam-Rijnkanaal is belangrijk om schade aan natuur en landbouw te voorkomen en de productie van drinkwater op peil te houden.

Zeewater stroomt via de sluizen van IJmuiden het Noordzeekanaal in. Het zoute water zakt naar de bodem en vormt een zouttong, die vanaf de sluizen bij IJmuiden reikt tot het Amsterdam-Rijnkanaal. Onder normale omstandigheden geeft het zoete water voldoende tegendruk, zodat het zoute water niet verder het Amsterdam-Rijnkanaal in stroomt. Omdat er minder zoet water is om tegendruk te geven, moeten er extra maatregelen tegen het zoute water worden genomen.

Maatregelen verzilting Amsterdam-Rijnkanaal

Een bellenscherm ter hoogte van de wijk Zeeburg zorgt ervoor dat er minder zout water van het Noordzeekanaal richting het Amsterdam-Rijnkanaal stroomt. Op de kanaalbodem wordt door een buis met gaatjes lucht geperst, waardoor een scherm van luchtbellen ontstaat. Met de bellen komt het zoute water omhoog en vermengt zich met het zoete water. Zo kan het makkelijk worden afgevoerd richting zee via het spui- en maalcomplex IJmuiden.

Een tweede maatregel betreft een aanpassing van het schutregime van de sluizen in IJmuiden door het Centraal Nautisch Beheer. Hierdoor stroomt er minder zout water binnen. Het betekent dat het Centraal Nautisch Beheer inzet op zo vol mogelijke schutrondes en waar mogelijk het leeg-om-schutten zal beperken. Scheepvaart moet rekening houden met een wachttijd van maximaal 1,5 uur.

Extra wateraanvoer

Een belangrijke maatregel tegen de verzilting, die al eerder is ingezet, is extra wateraanvoer vanuit de Lek via de Prinses Irenesluizen bij Wijk bij Duurstede. Overdag gaat het om 20m3/s en ’s nachts om 40m3/s tot maximaal 60m3/s. Deze extra toevoer van zoet water zorgt er voor dat zout water niet verder dan Diemen het Amsterdam-Rijnkanaal op stroomt. Ook is het maal- en spuiregime in IJmuiden aangepast om te voorkomen dat zoutpieken optreden.

Meer informatie van de redactie van Infrasite Network:

Tijdelijk bellenscherm in Amsterdam-Rijnkanaal om verzilting tegen te gaan

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat