Natuurmonumenten, Brabants Landschap, Limburgs Landschap en Rijkswaterstaat hebben een overeenkomst getekend voor het onderhoud van bijna 3.000 ha riviernatuur langs de uiterwaarden van de grote rivieren. Uitgangspunt hierbij is dat de veiligheid van de uiterwaarden voorop staat en tegelijkertijd de voor de gebieden gestelde natuurdoelen niet in de knel komen.

Bij hoogwater spelen de uiterwaarden van de grote rivieren een belangrijke rol. Ze zorgen ervoor dat het vele water makkelijker en sneller kan worden afgevoerd naar zee. Want bij hoogwater moet de doorstroming van het vele water niet te veel worden belemmerd. Bomen en struiken kunnen daarbij een obstakel vormen.

Vegetatielegger

Om te voorkomen dat de uiterwaarden vol groeien heeft Rijkswaterstaat naast waterbeheerproject Programma Stroomlijn een instrument ontwikkeld: de Vegetatielegger, een soort meetlat. Dit instrument laat zien welk type begroeiing waar is toegestaan. Hiermee draagt het bij aan een veilige doorstroming van de Nederlandse rivieren. Rijkswaterstaat heeft nu met de 3 natuurbeherende organisaties een overeenkomst getekend voor het onderhoud van de vegetatie in bijna 3.000 ha riviernatuur waarbij de Vegetatielegger als meetlat wordt toegepast.

Natuurdoelen

Omdat de Vegetatielegger en het daarbij behorende vegetatiebeheer voor alle partijen relatief nieuw zijn, zullen de organisaties de komende jaren gebruiken om samen in het veld ervaring op te doen met wat wel en niet werkt, wat efficiënt is, en waar de diverse partijen elkaar kunnen versterken. Eerder tekende Rijkswaterstaat een vergelijkbare overeenkomst met Staatsbosbeheer. Momenteel wordt gewerkt aan soortgelijke overeenkomsten met Gelders Landschap, Utrechts Landschap en een aantal grote grondeigenaren. Het beheer van riviernatuur in de overige uitwaarden wordt komende jaren geregeld.