Overeenstemming over Wet inrichting landelijk gebied

Den Haag – Rijk, provincies, gemeente (VNG) en waterschappen (UvW) hebben overeenstemming bereikt over het concept voor de Wet inrichting landelijk gebied (WILG), dat door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de afgelopen maanden is opgesteld. Het conceptwetsvoorstel wordt nu voor een korte consultatieronde voorgelegd aan een aantal maatschappelijke organisaties op het terrein van platteland, landbouw, natuur en milieu. Na het zomerreces zal het wetsvoorstel – waar nodig of gewenst met verwerking van de ingekomen adviezen – in de Ministerraad worden behandeld. Daarna volgt advisering door de Raad van State en parlementaire behandeling.

In de loop van de jaren is in het landelijk gebied een ingewikkeld stelsel ontstaan van los van elkaar staande geldstromen, instrumenten en werkwijzen. Dat belemmert de slagvaardigheid en de voortgang van gewenste veranderingen in het landelijk gebied. In het project Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) werken drie ministeries (LNV, VROM en V&W) en de koepels van provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) samen aan nieuwe bestuurlijke verhoudingen én een nieuw financieringssysteem voor de inrichting van het landelijk gebied. De WILG regelt ook dat de bevoegdheid voor landinrichting wordt overgedragen van de minister van LNV naar de colleges van Gedeputeerde Staten.

Kern van het ILG is dat het Rijk voor een periode van zeven jaar een convenant afsluit met elke afzonderlijke provincie over de te leveren prestatie. In zo’n ILG-convenant maken het Rijk en elke afzonderlijke provincie afspraken over de te bereiken prestaties en over de bijbehorende rijksbudgetten. Op basis van de convenanten tussen Rijk en provincies krijgen de provincies de beschikking over het ILG-budget. Het geld wordt periodiek overgemaakt naar het Groenfonds. Provincies vormen het scharnierpunt tussen rijksdoelen en de regionale gebiedsontwikkeling. Onder regie van de provincies worden de rijksdoelen verbonden aan de inspanningen van provincies, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties. Provincies stemmen met gemeenten en waterschappen de verdeling van het budget af over de regio’s. Binnen de convenantperiode heeft elke provincie de beschikking over een totaalbudget dat flexibel inzetbaar is. Provincies hebben dan geen last van schotten tussen sectorale doelen of tussen begrotingsjaren. Het Rijk volgt tussentijds de voortgang. Aan het einde van de convenantperiode leggen de provincies verantwoording af over de geleverde prestatie.

Alle gebiedsgerichte rijksdoelen uit het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland zullen via het ILG tot uitvoering komen. Dat betekent dat in het ILG geld komt voor doelen op het gebied van natuur (o.a. ecologische hoofdstructuur), recreatie, landschap, landbouw, milieu (bodemsanering) en de reconstructie van de zandgebieden. Alle instrumenten die met deze doelen verband houden, gaan onderdeel van het ILG vormen. Bekende regelingen zijn bijvoorbeeld Landinrichting en de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid.
De verwachting is dat het ILG vanaf 2007 in werking kan treden. Vanaf 2005 zal in de geest van het ILG worden gewerkt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van LNV

Overeenstemming over Wet inrichting landelijk gebied | Infrasite

Overeenstemming over Wet inrichting landelijk gebied

Den Haag – Rijk, provincies, gemeente (VNG) en waterschappen (UvW) hebben overeenstemming bereikt over het concept voor de Wet inrichting landelijk gebied (WILG), dat door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de afgelopen maanden is opgesteld. Het conceptwetsvoorstel wordt nu voor een korte consultatieronde voorgelegd aan een aantal maatschappelijke organisaties op het terrein van platteland, landbouw, natuur en milieu. Na het zomerreces zal het wetsvoorstel – waar nodig of gewenst met verwerking van de ingekomen adviezen – in de Ministerraad worden behandeld. Daarna volgt advisering door de Raad van State en parlementaire behandeling.

In de loop van de jaren is in het landelijk gebied een ingewikkeld stelsel ontstaan van los van elkaar staande geldstromen, instrumenten en werkwijzen. Dat belemmert de slagvaardigheid en de voortgang van gewenste veranderingen in het landelijk gebied. In het project Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) werken drie ministeries (LNV, VROM en V&W) en de koepels van provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) samen aan nieuwe bestuurlijke verhoudingen én een nieuw financieringssysteem voor de inrichting van het landelijk gebied. De WILG regelt ook dat de bevoegdheid voor landinrichting wordt overgedragen van de minister van LNV naar de colleges van Gedeputeerde Staten.

Kern van het ILG is dat het Rijk voor een periode van zeven jaar een convenant afsluit met elke afzonderlijke provincie over de te leveren prestatie. In zo’n ILG-convenant maken het Rijk en elke afzonderlijke provincie afspraken over de te bereiken prestaties en over de bijbehorende rijksbudgetten. Op basis van de convenanten tussen Rijk en provincies krijgen de provincies de beschikking over het ILG-budget. Het geld wordt periodiek overgemaakt naar het Groenfonds. Provincies vormen het scharnierpunt tussen rijksdoelen en de regionale gebiedsontwikkeling. Onder regie van de provincies worden de rijksdoelen verbonden aan de inspanningen van provincies, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties. Provincies stemmen met gemeenten en waterschappen de verdeling van het budget af over de regio’s. Binnen de convenantperiode heeft elke provincie de beschikking over een totaalbudget dat flexibel inzetbaar is. Provincies hebben dan geen last van schotten tussen sectorale doelen of tussen begrotingsjaren. Het Rijk volgt tussentijds de voortgang. Aan het einde van de convenantperiode leggen de provincies verantwoording af over de geleverde prestatie.

Alle gebiedsgerichte rijksdoelen uit het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland zullen via het ILG tot uitvoering komen. Dat betekent dat in het ILG geld komt voor doelen op het gebied van natuur (o.a. ecologische hoofdstructuur), recreatie, landschap, landbouw, milieu (bodemsanering) en de reconstructie van de zandgebieden. Alle instrumenten die met deze doelen verband houden, gaan onderdeel van het ILG vormen. Bekende regelingen zijn bijvoorbeeld Landinrichting en de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid.
De verwachting is dat het ILG vanaf 2007 in werking kan treden. Vanaf 2005 zal in de geest van het ILG worden gewerkt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van LNV