Commissie-Ruding wil stroomversnelling in private financiering van infra

Commissie Private Financiering van Infrastructuur: Wegen en spoorlijnen kunnen minstens 10 procent goedkoper

De kosten van nieuwe wegen, spoorlijnen, tunnels en bruggen kunnen door toepassing van private financiering minstens 10 procent omlaag en de aanleg kan jaren sneller. Bovendien voeren bedrijven het onderhoud van de nieuwe infrastructuur efficiënter uit, waardoor automobilisten en treinreizigers minder last hebben van files en vertragingen door werkzaamheden. Dat concludeert de onafhankelijke Commissie Private Financiering van Infrastructuur. Voorzitter Onno Ruding presenteerde het commissierapport donderdag 19 juni 2008 aan de ministers Eurlings van Verkeer en Waterstaat en Bos van Financiën. Ruding was van 1982 tot 1989 minister van Financiën.

Ruding voorziet de komende jaren een stroomversnelling: ‘Private financiering in Nederland is nu een klein en zielig stroompje. Maar de kansen liggen voor het oprapen. Dat stroompje kan aanzienlijk breder worden.’

Toepassing van private financiering – als onderdeel van publiek-private samenwerking (PPS) – heeft niet in de eerste plaats als doel ‘meer kilometers asfalt’ aan te leggen, vindt de commissie. Wel ziet de commissie op vele fronten ‘meerwaarde’ van private financiering in combinatie met financiering door de overheid.

De infrastructuur wordt door PPS goedkoper en beter van kwaliteit. Dat commissie roemt ‘de hoge graad van efficiency, deskundigheid, ervaring, specialisatie, continuïteit, discipline en besluitvaardigheid die de private sector in huis heeft.’ Dat de rijksoverheid (met een ‘AAA-rating’) goedkoper geld kan lenen dan banken en beleggers, is geen doorslaggevend argument voor financiering door de overheid, vindt de commissie.

Iedereen profiteert van private financiering, vindt de commissie. De automobilist en de treinreiziger profiteren van de snellere aanleg en van het efficiënter onderhoud. Bedrijven krijgen in PPS-en immers meer betaald als ze minder overlast veroorzaken door werkzaamheden aan de weg en het spoor. Verder profiteren aannemers en beleggers van een rendabele investering. En de overheid profiteert van lagere kosten, minder kans op kostenoverschrijdingen, minder vertraging in de aanleg en een betere kwaliteit van de infrastructuur.

Bij een totale omvang van ongeveer 15 miljard euro aan PPS-projecten tot 2020 kan de overheid minstens 10 procent besparen, schat de commissie. De 1,5 miljard euro die daardoor vrij komt, kan besteed worden aan snellere aanleg van wegen en spoorlijnen die nu nog ver weg in de meerjarenplanning van Verkeer en Waterstaat staan, zonder dat er geld uit de rijksbegroting bij moet.

Ook al zijn de ervaringen met publiek-private financiering van infrastructuur in binnen- en buitenland positief, PPS wordt in Nederland nog maar weinig toegepast: in vier infra-projecten in de laatste tien jaar. Nederland loopt daarmee achter op andere Europese landen. Al jaren heeft het kabinet plannen klaarliggen voor nieuwe infra-projecten die met een vorm van PPS kunnen worden gebouwd. De commissie roept het kabinet op die nu aan te pakken.

Meer vrijheid voor de regio

Provincies en gemeenten krijgen in de voorstellen van de commissie meer vrijheid om via een nieuw op te richten ‘Regionaal PPS-Fonds’ zelf projecten met private financiering aan te leggen. Dat fonds maakt het voor gedeputeerden en wethouders makkelijker om contracten af te sluiten met de rijksoverheid, aannemers en beleggers. Het fonds is bedoeld voor de goedkopere aanleg van kleinere infra-projecten, zoals regionale wegen en spoorlijnen, busbanen en metro-stations.

Doorbraak

Een ware doorbraak beleven we pas zodra de pensioenfondsen een deel van hun enorme vermogens in infrastructuur gaan beleggen, vindt de commissie. De pensioenfondsen (‘institutionele beleggers’) beleggen hun vermogens nu wel in projecten in het buitenland, maar nauwelijks in Nederland. Grote pensioenfondsen zijn APG (ex-ABP) en Pensioenfonds Zorg en Welzijn (ex-PGGM).

De commissie roept het kabinet op serieus met de pensioenfondsen te praten over samenwerking in de financiering van wegen en spoorlijnen. Om die beleggers over de brug te helpen, komt de commissie met een uitgewerkt voorstel voor een door het rijk en beleggers op te richten fonds voor infrastructuur. In de ogen van de commissie zijn pensioenfondsen bij uitstek geschikt als beleggers in infrastructuur, omdat zij ‘lang geld’ aanbieden: leningen met een terugbetaaltermijn van dertig tot vijftig jaar.

Succesnummer

Door de begrotingsregels soepeler toe te passen, wordt het mogelijk eerder te starten met weg- en spoorprojecten die in de huidige infrastructuurplanning (het MIRT) pas in de volgende kabinetsperiode zijn voorzien. Een recent succesnummer is de A59 in Noord-Brabant, die acht jaar eerder is aangelegd dan gepland. De provincie en de betrokken gemeenten hebben de ‘voorfinanciering’ van de A59 voor hun rekening genomen, zonder dat er extra geld bij moest van de rijksoverheid.

Tol en kilometerheffing

Meer private financiering van infrastructuur betekent niet dat de automobilist op veel plaatsen tol zal gaan betalen. Private financiering is mogelijk met èn zonder tol. Het kan trouwens ook met èn zonder kilometerheffing. Na invoering van de kilometerheffing vanaf 2011 zal tol slechts zeer beperkt kunnen worden geheven, meent de commissie. De tol zou in die situaties bovenop de kilometerheffing komen. De commissie vindt dat alleen acceptabel als voor de automobilist helder is dat de extra bijdrage bedoeld is voor de bouw van nieuwe, extra infrastructuur (zoals bruggen, tunnels of dubbeldeks snelwegen) waarmee knelpunten worden opgeheven. Nu wordt tol geheven in onder andere de Westerscheldetunnel.

De commissie beseft dat de milieunormen de aanleg van wegen jaren kunnen vertragen. De commissie hoopt dat de voorstellen van de commissie-Elverding voor kortere procedures snel worden uitgevoerd. De voorstellen van de commissie-Elverding en van de commissie-Ruding versterken elkaar.

Barrières wegnemen

De belangrijkste barrières voor private financiering in weg- en spoorprojecten zijn de hoge transactiekosten, het gebrek aan ervaring en continuïteit bij de overheid – en in mindere mate bij de bedrijven – en het tekort aan politieke steun. Daardoor blijft het aantal projecten klein. Zo ontstaat een vicieuze cirkel: doordat private financiering weinig wordt toegepast, blijven de barrières bestaan.

Om de barrières weg te nemen komt de commissie met een reeks voorstellen:

  • De commissie betwijfelt of de overheidsorganisaties voldoende zijn toegerust om hun zware taken bij aanleg en onderhoud van infrastructuur optimaal te verrichten. De commissie moedigt Rijkswaterstaat en ook ProRail aan om het binnen deze instanties ingezette veranderingsproces om tot meer slagkracht te komen, energiek voort te zetten;
  • Niet meer experimenteren met nieuwe contractvormen, maar bij PPS steeds het standaard DBFM-contract kiezen. DBFM staat voor Design, Build, Finance, Maintain;
  • De transactiekosten van PPS-constructies verlagen. Dat scheelt juridische en andere advieskosten;
  • Niet drie, maar twee offertes aan de biedende consortia vragen. Twee is normaal in het buitenland;
  • Nieuw leven inblazen van het Kenniscentrum PPS op het ministerie van Financiën, ook om de gemeenten en provincies te ondersteunen;
  • De aanbestedende overheden moeten niet proberen alle risico’s bij de private partijen te leggen. Risico’s moeten gedragen worden door de partners die dat risico het beste kunnen beheersen.

Op 7 november 2007 installeerden minister Eurlings (Verkeer en Waterstaat) en minister Bos (Financiën) de Commissie Private Financiering van Infrastructuur. De leden zijn H.O.C.R. Ruding (voorzitter), W. Derksen, H.J. Hazewinkel, C. Maas, E.H.T.M. Nijpels, H. Priemus en C.M. Wortmann-Kool.

U vindt het rapport van de Commissie Ruding ‘Op de goede weg en het juiste spoor’ op de website van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Lees in Infrasite Articles de Samenvatting Advies Commissie Ruding ‘Op de goede weg en het juiste spoor’

Ook de samenvatting van het Rapport ‘Sneller en Beter’ van de Commissie Elverding vindt u in Infrasite Articles.

Lees alles over het project A59 Rosmalen – Geffen op Infrasite!

Lees de ervaringen van de publieke partij (de provincie) en de private partij (Combinatie Poort van Den Bosch) in de Projectreportage PPS-A59 op Infrasite!

Ook informatie over het PPS project N31 Leeuwarden – Drachten (de Waldwei) is te vinden in Infrasite Projecten.

Lees meer over het project Westerscheldetunnel in Infrasite Projecten.

Lees ook de projectreportage over de Westerscheldetunnel op Infrasite!

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Commissie-Ruding wil stroomversnelling in private financiering van infra | Infrasite

Commissie-Ruding wil stroomversnelling in private financiering van infra

Commissie Private Financiering van Infrastructuur: Wegen en spoorlijnen kunnen minstens 10 procent goedkoper

De kosten van nieuwe wegen, spoorlijnen, tunnels en bruggen kunnen door toepassing van private financiering minstens 10 procent omlaag en de aanleg kan jaren sneller. Bovendien voeren bedrijven het onderhoud van de nieuwe infrastructuur efficiënter uit, waardoor automobilisten en treinreizigers minder last hebben van files en vertragingen door werkzaamheden. Dat concludeert de onafhankelijke Commissie Private Financiering van Infrastructuur. Voorzitter Onno Ruding presenteerde het commissierapport donderdag 19 juni 2008 aan de ministers Eurlings van Verkeer en Waterstaat en Bos van Financiën. Ruding was van 1982 tot 1989 minister van Financiën.

Ruding voorziet de komende jaren een stroomversnelling: ‘Private financiering in Nederland is nu een klein en zielig stroompje. Maar de kansen liggen voor het oprapen. Dat stroompje kan aanzienlijk breder worden.’

Toepassing van private financiering – als onderdeel van publiek-private samenwerking (PPS) – heeft niet in de eerste plaats als doel ‘meer kilometers asfalt’ aan te leggen, vindt de commissie. Wel ziet de commissie op vele fronten ‘meerwaarde’ van private financiering in combinatie met financiering door de overheid.

De infrastructuur wordt door PPS goedkoper en beter van kwaliteit. Dat commissie roemt ‘de hoge graad van efficiency, deskundigheid, ervaring, specialisatie, continuïteit, discipline en besluitvaardigheid die de private sector in huis heeft.’ Dat de rijksoverheid (met een ‘AAA-rating’) goedkoper geld kan lenen dan banken en beleggers, is geen doorslaggevend argument voor financiering door de overheid, vindt de commissie.

Iedereen profiteert van private financiering, vindt de commissie. De automobilist en de treinreiziger profiteren van de snellere aanleg en van het efficiënter onderhoud. Bedrijven krijgen in PPS-en immers meer betaald als ze minder overlast veroorzaken door werkzaamheden aan de weg en het spoor. Verder profiteren aannemers en beleggers van een rendabele investering. En de overheid profiteert van lagere kosten, minder kans op kostenoverschrijdingen, minder vertraging in de aanleg en een betere kwaliteit van de infrastructuur.

Bij een totale omvang van ongeveer 15 miljard euro aan PPS-projecten tot 2020 kan de overheid minstens 10 procent besparen, schat de commissie. De 1,5 miljard euro die daardoor vrij komt, kan besteed worden aan snellere aanleg van wegen en spoorlijnen die nu nog ver weg in de meerjarenplanning van Verkeer en Waterstaat staan, zonder dat er geld uit de rijksbegroting bij moet.

Ook al zijn de ervaringen met publiek-private financiering van infrastructuur in binnen- en buitenland positief, PPS wordt in Nederland nog maar weinig toegepast: in vier infra-projecten in de laatste tien jaar. Nederland loopt daarmee achter op andere Europese landen. Al jaren heeft het kabinet plannen klaarliggen voor nieuwe infra-projecten die met een vorm van PPS kunnen worden gebouwd. De commissie roept het kabinet op die nu aan te pakken.

Meer vrijheid voor de regio

Provincies en gemeenten krijgen in de voorstellen van de commissie meer vrijheid om via een nieuw op te richten ‘Regionaal PPS-Fonds’ zelf projecten met private financiering aan te leggen. Dat fonds maakt het voor gedeputeerden en wethouders makkelijker om contracten af te sluiten met de rijksoverheid, aannemers en beleggers. Het fonds is bedoeld voor de goedkopere aanleg van kleinere infra-projecten, zoals regionale wegen en spoorlijnen, busbanen en metro-stations.

Doorbraak

Een ware doorbraak beleven we pas zodra de pensioenfondsen een deel van hun enorme vermogens in infrastructuur gaan beleggen, vindt de commissie. De pensioenfondsen (‘institutionele beleggers’) beleggen hun vermogens nu wel in projecten in het buitenland, maar nauwelijks in Nederland. Grote pensioenfondsen zijn APG (ex-ABP) en Pensioenfonds Zorg en Welzijn (ex-PGGM).

De commissie roept het kabinet op serieus met de pensioenfondsen te praten over samenwerking in de financiering van wegen en spoorlijnen. Om die beleggers over de brug te helpen, komt de commissie met een uitgewerkt voorstel voor een door het rijk en beleggers op te richten fonds voor infrastructuur. In de ogen van de commissie zijn pensioenfondsen bij uitstek geschikt als beleggers in infrastructuur, omdat zij ‘lang geld’ aanbieden: leningen met een terugbetaaltermijn van dertig tot vijftig jaar.

Succesnummer

Door de begrotingsregels soepeler toe te passen, wordt het mogelijk eerder te starten met weg- en spoorprojecten die in de huidige infrastructuurplanning (het MIRT) pas in de volgende kabinetsperiode zijn voorzien. Een recent succesnummer is de A59 in Noord-Brabant, die acht jaar eerder is aangelegd dan gepland. De provincie en de betrokken gemeenten hebben de ‘voorfinanciering’ van de A59 voor hun rekening genomen, zonder dat er extra geld bij moest van de rijksoverheid.

Tol en kilometerheffing

Meer private financiering van infrastructuur betekent niet dat de automobilist op veel plaatsen tol zal gaan betalen. Private financiering is mogelijk met èn zonder tol. Het kan trouwens ook met èn zonder kilometerheffing. Na invoering van de kilometerheffing vanaf 2011 zal tol slechts zeer beperkt kunnen worden geheven, meent de commissie. De tol zou in die situaties bovenop de kilometerheffing komen. De commissie vindt dat alleen acceptabel als voor de automobilist helder is dat de extra bijdrage bedoeld is voor de bouw van nieuwe, extra infrastructuur (zoals bruggen, tunnels of dubbeldeks snelwegen) waarmee knelpunten worden opgeheven. Nu wordt tol geheven in onder andere de Westerscheldetunnel.

De commissie beseft dat de milieunormen de aanleg van wegen jaren kunnen vertragen. De commissie hoopt dat de voorstellen van de commissie-Elverding voor kortere procedures snel worden uitgevoerd. De voorstellen van de commissie-Elverding en van de commissie-Ruding versterken elkaar.

Barrières wegnemen

De belangrijkste barrières voor private financiering in weg- en spoorprojecten zijn de hoge transactiekosten, het gebrek aan ervaring en continuïteit bij de overheid – en in mindere mate bij de bedrijven – en het tekort aan politieke steun. Daardoor blijft het aantal projecten klein. Zo ontstaat een vicieuze cirkel: doordat private financiering weinig wordt toegepast, blijven de barrières bestaan.

Om de barrières weg te nemen komt de commissie met een reeks voorstellen:

  • De commissie betwijfelt of de overheidsorganisaties voldoende zijn toegerust om hun zware taken bij aanleg en onderhoud van infrastructuur optimaal te verrichten. De commissie moedigt Rijkswaterstaat en ook ProRail aan om het binnen deze instanties ingezette veranderingsproces om tot meer slagkracht te komen, energiek voort te zetten;
  • Niet meer experimenteren met nieuwe contractvormen, maar bij PPS steeds het standaard DBFM-contract kiezen. DBFM staat voor Design, Build, Finance, Maintain;
  • De transactiekosten van PPS-constructies verlagen. Dat scheelt juridische en andere advieskosten;
  • Niet drie, maar twee offertes aan de biedende consortia vragen. Twee is normaal in het buitenland;
  • Nieuw leven inblazen van het Kenniscentrum PPS op het ministerie van Financiën, ook om de gemeenten en provincies te ondersteunen;
  • De aanbestedende overheden moeten niet proberen alle risico’s bij de private partijen te leggen. Risico’s moeten gedragen worden door de partners die dat risico het beste kunnen beheersen.

Op 7 november 2007 installeerden minister Eurlings (Verkeer en Waterstaat) en minister Bos (Financiën) de Commissie Private Financiering van Infrastructuur. De leden zijn H.O.C.R. Ruding (voorzitter), W. Derksen, H.J. Hazewinkel, C. Maas, E.H.T.M. Nijpels, H. Priemus en C.M. Wortmann-Kool.

U vindt het rapport van de Commissie Ruding ‘Op de goede weg en het juiste spoor’ op de website van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Lees in Infrasite Articles de Samenvatting Advies Commissie Ruding ‘Op de goede weg en het juiste spoor’

Ook de samenvatting van het Rapport ‘Sneller en Beter’ van de Commissie Elverding vindt u in Infrasite Articles.

Lees alles over het project A59 Rosmalen – Geffen op Infrasite!

Lees de ervaringen van de publieke partij (de provincie) en de private partij (Combinatie Poort van Den Bosch) in de Projectreportage PPS-A59 op Infrasite!

Ook informatie over het PPS project N31 Leeuwarden – Drachten (de Waldwei) is te vinden in Infrasite Projecten.

Lees meer over het project Westerscheldetunnel in Infrasite Projecten.

Lees ook de projectreportage over de Westerscheldetunnel op Infrasite!

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat