Betere financiele afspraken bij aanleg infrastructuur

Den Haag – Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) willen betere financiele afspraken bij aanleg infrastructuur. Dat blijkt uit het plan van aanpak dat GS naar Provinciale Staten hebben gezonden. Dat plan van aanpak is een vervolg op het onderzoek naar stagnatie infrastructurele projecten. Uit het plan blijkt verder dat er standaard een risico-analyse moet komen bij elk project. De afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst die met andere overheden wordt gesloten.

De commissie onderzoek stagnatie infrastructurele projecten (STIP) heeft een aantal aanbevelingen gedaan in het rapport Willen en wegen. GS hebben een plan van aanpak aangeboden aan Provinciale Staten om iets met die aanbevelingen te gaan doen. Zo komt er een vaste, gestructureerde informatievoorziening naar Provinciale Staten. Verder komt er voor elk project een overeenkomst bij de overgang van planstudiefase naar realisatie. In zo’n overkomst, die met andere betrokken overheden wordt gesloten, komen in elk geval de financiële afspraken te staan. Een risicoanalyse vormt een vast onderdeel van een projectplan. Hiermee willen GS voorkomen dat bij aanleg van nieuwe infrastructuur planning en financiën uit de hand lopen.

STIP

Provinciale Staten hebben een commissie samengesteld (STIP) die onderzoek heeft gedaan naar het procesverloop van mobiliteitsprojecten in de provincie Zuid-Holland.

Twee elementen stonden centraal. Het eerste is het gebrek aan bestuurlijk commitment, zowel bij de provincie zelf als bij de andere betrokken bestuurlijke partners. Het tweede element is het gebrek aan procesmanagement. Vooral de combinatie van deze twee elementen zijn doorslaggevend geweest in de mate waarin stagnatie ontstond.

Het plan van aanpak is aan Provinciale Staten gestuurd.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Provincie Zuid-Holland

Betere financiele afspraken bij aanleg infrastructuur | Infrasite

Betere financiele afspraken bij aanleg infrastructuur

Den Haag – Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) willen betere financiele afspraken bij aanleg infrastructuur. Dat blijkt uit het plan van aanpak dat GS naar Provinciale Staten hebben gezonden. Dat plan van aanpak is een vervolg op het onderzoek naar stagnatie infrastructurele projecten. Uit het plan blijkt verder dat er standaard een risico-analyse moet komen bij elk project. De afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst die met andere overheden wordt gesloten.

De commissie onderzoek stagnatie infrastructurele projecten (STIP) heeft een aantal aanbevelingen gedaan in het rapport Willen en wegen. GS hebben een plan van aanpak aangeboden aan Provinciale Staten om iets met die aanbevelingen te gaan doen. Zo komt er een vaste, gestructureerde informatievoorziening naar Provinciale Staten. Verder komt er voor elk project een overeenkomst bij de overgang van planstudiefase naar realisatie. In zo’n overkomst, die met andere betrokken overheden wordt gesloten, komen in elk geval de financiële afspraken te staan. Een risicoanalyse vormt een vast onderdeel van een projectplan. Hiermee willen GS voorkomen dat bij aanleg van nieuwe infrastructuur planning en financiën uit de hand lopen.

STIP

Provinciale Staten hebben een commissie samengesteld (STIP) die onderzoek heeft gedaan naar het procesverloop van mobiliteitsprojecten in de provincie Zuid-Holland.

Twee elementen stonden centraal. Het eerste is het gebrek aan bestuurlijk commitment, zowel bij de provincie zelf als bij de andere betrokken bestuurlijke partners. Het tweede element is het gebrek aan procesmanagement. Vooral de combinatie van deze twee elementen zijn doorslaggevend geweest in de mate waarin stagnatie ontstond.

Het plan van aanpak is aan Provinciale Staten gestuurd.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Provincie Zuid-Holland