Er rijden steeds meer treinen op het spoor, terwijl we niet veel spoor meer bij kunnen bouwen. Dit betekent dat de bestaande infrastructuur nóg betrouwbaarder moet worden en er steeds minder tijd is voor werkzaamheden en controles. Door het spoor digitaal te maken winnen we in de toekomst tijd en kunnen treinen vaker doorrijden.

Meer dan 7.000 wissels met lasers meten
In ons spoor liggen zo’n 7000 wissels. Deze zijn essentieel voor de infrastructuur en kunnen kwetsbaar zijn. Daarom meet ProRail continue de kwaliteit van de wissels. Hiervoor gaan we nu lasertechniek gebruiken, die in speciale meettreinen wordt ingebouwd.

De nieuwe meettreinen zijn voorzien van laserscanners die de kwaliteit en de ligging van wissels op millimeterniveau in kaart brengen. Aan de hand van deze metingen bepalen specialisten of het wissel nog voldoet aan de normen en onderhoud nodig heeft. Nu wordt de kwaliteit van een wissel nog handmatig gemeten. Hiervoor moet het spoor buiten dienst worden genomen. Voor het rijden met de nieuwe meettreinen is dat niet meer nodig. Alleen na onderhoud wordt er nog handmatig gemeten om te kijken of het wissel voldoet aan de eisen en specificaties.

Vooraf getest
In 2015 is ProRail gestart met een proef om de kwaliteit van de wissels te meten vanuit een trein met lasercamera’s. Die techniek is inmiddels klaar voor gebruik. In opdracht van ProRail voeren Eurailscout en VolkerRail Inspectation deze lasermetingen uit. Vanaf nu worden ongeveer 5000 wissels twee keer per jaar met de lasertechniek vanuit de nieuwe meettreinen gemeten.

Inzet meettreinen maakt het veiliger
Uiteindelijk zorgen de meettreinen ervoor dat er steeds minder handmatig gemeten hoeft te worden. Dat maakt het werken aan en rond het spoor nog veiliger.

Steeds slimmer en digitaler
Naast de meettrein werkt onder andere de afdeling Innovatie van ProRail hard aan nog veel meer technieken om het spoor slimmer te maken. Zo is er bijvoorbeeld een pilot gestart met camera’s die in een splitsecond kunnen detecteren welke goederen er in een goederentrein zitten. Hierdoor zijn handmatige controles in de toekomst minder of zelfs niet meer nodig. Daarnaast worden steeds meer sensoren op treinen aangebracht om de infrastructuur continu te kunnen meten, waardoor defecten al worden ontdekt voordat ze ontstaan.