1. Duurzaam Vervoer staat niet op de website van het ministerie onder de button Onderwerpen genoemd. Leeft Duurzaam Vervoer niet meer?

“Integendeel, het is springlevend. Alleen is duurzaam vervoer niet altijd meer apart gelabeld omdat het steeds meer een integraal onderdeel is van slimmere bereikbaarheid. Denk hierbij aan het programma Beter benutten. Daarin maken we per regio afspraken om ervoor te zorgen dat niet iedereen in de spits de weg op gaat. Dat gebeurt bijvoorbeeld door meer goederen over water te vervoeren in plaats van over de weg. Maar ook doordat werkgevers hun werknemers e-bikes of een OV-abonnement aanbieden. In Twente nemen daardoor al meer mensen de fiets naar hun werk dan de auto! Goed voor de bereikbaarheid, maar ook goed voor het milieu. Het is dus springlevend.”

2. Wat is volgens u de rol van de overheid bij Duurzame Mobiliteit?

“De overheid moet allereerst ambitie uitstralen. In het SER-akkoord hebben we een ambitieuze doelstelling staan: maximaal 25 megaton CO2-uitstoot door mobiliteit in 2030. Stip op de horizon is dat in 2050 alle personenauto’s technisch in staat zijn om met de juiste energiedrager CO2-neutraal te rijden.

Het aanjagen en ondersteunen van goede initiatieven vind ik ook belangrijk. Want het verduurzamen van onze mobiliteit is ook een kans. Een kans om innovatie te prikkelen, een kans om kosten te besparen en een kans om geld te verdienen en banen te creëren.

We hebben alles in huis om koploper te zijn op het gebied van duurzame, innovatieve mobiliteitsoplossingen. We zijn dichtbevolkt, hebben een druk wegennet en beschikken over veel kennisinstellingen en een innovatieve toeleverende auto-industrie. Natuurlijk kan de overheid duurzame mobiliteit ook bevorderen in zijn rol als gebruiker. Zo gaat Rijkswaterstaat voor 2015 een kwart van al haar auto’s (zo’n 400) vervangen door elektrische auto’s en gaat de Rijksrederij over op zuinigere schepen.”

3. Wat is volgens u de juiste weg naar Duurzame Mobiliteit?

“Er is in ieder geval een combinatie nodig van innovatie en een bewuster mobiliteitsgedrag. Uit een recente studie van het KIM is gebleken dat we de doelen voor CO2-reductie kunnen halen via zowel technische maatregelen als zuiniger auto’s en andere brandstoffen, als maatregelen die leiden tot minder autokilometers.

Van de omslag naar schone techniek wordt de meeste winst verwacht, maar dat is een kwestie van lange adem. Met een bewuster mobiliteitsgedrag kunnen we nu al mooie resultaten behalen. Daar zijn we nu volop mee bezig met het programma Beter Benutten dat ik al eerder noemde. Ik wil het de mensen makkelijker maken om in de spits te kiezen voor alternatieven voor de auto.”

4. Wat is volgens u de definitie van Duurzaam Vervoer?

“Een sluitende definitie laat ik graag aan de wetenschap over. Wat ik belangrijk vind, is de combinatie van verschillende elementen die elkaar versterken: een infrastructuur die zo goed mogelijk wordt benut, bewust mobiliteitsgedrag, en slimme innovaties op het gebied van mobiliteit die zorgen voor minder CO-2 uitstoot, schonere lucht en vermindering van verkeerslawaai.”

5. Welke andere hulpmiddelen, zoals multimodale reisplanners, gedragbeïnvloedingscampagnes of andere technologische ontwikkelingen, zijn noodzakelijk om Duurzaam Vervoer te verwezenlijken?

“Er zijn tal van hulpmiddelen. Een mooi voorbeeld vind ik de app Filewissel van NS en TomTom. Maar er zijn ook al apps die je onderweg alternatieven aanbieden als je bijvoorbeeld door een opstopping op de weg een afspraak niet dreigt te halen. Denk ook aan een parkeerapp waardoor mensen makkelijker een parkeerplaats kunnen vinden. Dat scheelt enorm veel autokilometers. Van al het stadsverkeer in nu 30% zoekverkeer. Ik ben er ook van overtuigd dat er door in-car technologie nog veel winst valt te behalen.

Het allerbelangrijkste is dat er meer samenhang komt in het aanbod en dat niet heel veel verschillende partijen los van elkaar initiatieven nemen. Daarom heb ik nu samen met de marktpartijen een gezamenlijke strategie opgezet voor allerlei producten op het gebied van actuele persoonlijke reisinformatie. Dat levert als het goed is betere producten op waar mensen iets aan hebben.”

6. Wanneer kunnen we zeggen dat we Duurzaam Vervoer hebben bereikt?

“Als één ding lastig is te voorspellen, dan is het wel technologie. Niemand kon bijvoorbeeld de ontwikkeling van smartphones en tablets voorzien. Ik weet ook niet precies hoe we ons over 20 jaar verplaatsen en wat de brandstof van de toekomst is: is dat elektriciteit of toch waterstof? Belangrijk voor nu is om niet op één paard te wedden, maar verschillende opties open houden. En als overheid zoveel mogelijk samen te werken met lagere overheden en de markt. Want duurzaam vervoer is toch bovenal een opdracht voor ons allemaal.”