Interview met Gerbrand Klijn, provincie Noord-Brabant, over multimodale reisinformatie

Interview met Gerbrand Klijn, Projectmanager Innovatie, Directie Economie & Mobiliteit van provincie Noord-Brabant over multimodale reisinformatie.

1. Gerbrand, jij bent de projectleider van het project ‘Multimodale Reisinformatie’. Wat is het doel van dit project?

Bij reisinformatie moet de reiziger moet iets te kiezen hebben. Informatiediensten moeten passen bij de persoonlijke wensen van een reiziger en actueel kunnen inspringen op de behoefte van dat moment. Hij kan dan beter een ‘keuze-reiziger’ worden.

Dit is o.a. mogelijk door een markt waarin meerdere aanbieders met elkaar de concurrentie aan gaan en elkaar stimuleren verder te komen. Daarom werken we met meerdere partijen samen. Daarbij moet er wat te verdienen zijn, dus hebben we ook aandacht voor verdienmodellen. Ook moeten voldoende kwalitatieve data beschikbaar zijn, dus hebben we contact met dataleveranciers. Zo is het NDOV zeer belangrijk voor ons, maar ook data van parkeren en autoverkeer is van groot belang.

2. De reisplanner zoals die binnen het project nu wordt ontwikkeld en na deze zomer gereed is, is vooral een OV-planner. Je omschrijft de toekomstige reiziger als keuze-reiziger. Hoe multimodaal moet de planner dan worden?

Tja, vul zelf maar in. Wat zou je zelf prettig vinden? ‘Multimodaal’ moet ook echt een combinatie van verschillende vervoersmogelijkheden zijn. Het moet je helpen in het flexibel maken van (reis)keuzes. Een goede reisplanner helpt je in het afwegen en maken van uiteenlopende keuzes, om van deur tot deur te komen.

Om dit mogelijk te maken, moeten er wel data beschikbaar zijn. Data zijn de basis van informatiediensten: zo moeten er (actuele) gegevens over OV, parkeren en wegverkeer beschikbaar zijn. Er is al veel, maar het is soms versnipperd en van wisselende kwaliteit. Daar wordt vanuit het ministerie IenM aan gewerkt.

Maar met data alleen ben je er nog niet. Om van data naar informatiediensten te komen, maken we kosten en die kosten moeten worden gedekt door inkomsten. Dat betekent dat er ook betalingsbereidheid moet zijn voor de ontwikkelde diensten, er moet toegevoegde waarde worden geleverd en er moet een markt voor zijn.

3. Er werken vele partijen samen in dit project. Landelijke overheden, regionale overheden en bedrijven. Hoe omschrijf je de manier van samenwerken?

Dit project is tot stand gekomen vanuit het programma Beter Benutten waarin regionale overheden en het bedrijfsleven samen werken aan een betere bereikbaarheid in 10 stedelijke gebieden. Een aantal van die regio’s doet mee in dit project en namens Brabant trek ik de landelijke kar.

Onze samenwerking tussen bedrijven en overheden is die van dialoog en gelijkwaardigheid. Dat gaat niet vanzelf en vergt de nodige aandacht: we zijn soms geneigd om in de opdrachtgever/opdrachtnemer-reflex te schieten met elkaar. Ook moet je doelen en middelen uit elkaar halen.

We werken daarbij volgens de ‘Pre-Commercial Procurement’ (PCP) aanpak. Dit is een methodiek van publiek-private samenwerking bij innovatie. Dat betekent dat we de tweede helft van 2012 intensief met elkaar hebben gesproken over de doelen, de (functionele) mijlpalen naar de doelen toe en de wijze van samenwerking. Dat betekent onder andere dat de bedrijven relatieve vrijheid krijgen, maar ook zelf mee-investeren.

4. Een realistische businesscase ofwel een goed en reëel verdienmodel is van cruciaal belang. Hoe zie jij het verdienmodel bij dit project?

Het ontwikkelen van businessmodellen maakt onderdeel uit van het proces en de samenwerking. Daarbij hanteren we 4 basis-businessmodellen waarbij we verkennen wat kostenstructuren en mogelijke verdienmogelijkheden zijn. Dat is een interessant en lastig proces.

Daarnaast maken we onderscheid tussen een ‘business-to-gouvernement’ (B2G), ‘business-to-business’ (B2B) en ‘business-to-consumer’ (B2C) markt.

De invulling van die verdienmodellen middels businesscases is aan de bedrijven zelf en we praten dan ook niet op het niveau van businesscases met elkaar. Ik kan mij echter voorstellen dat reisinformatie en (buiten de scope) reizigersinformatie een drager is voor diensten waar geld aan te verdienen valt.

5. Er worden steeds meer open datasets aangeboden. Hoe belangrijk zijn open data voor dit project?

‘Kwalitatief goede’ open data zijn van belang. Met onbetrouwbare of foutieve data komen we niet verder. Daar wordt wel eens te makkelijk over gedacht. Hoe dan ook zijn open data van zeer groot belang voor dit project en informatievoorziening aan burgers en reizigers in het algemeen.

De beschikbaarheid van data is de basis voor informatiediensten. Door ze te testen en te gebruiken voor diensten, wordt duidelijk of de data van voldoende kwaliteit zijn. Dat is soms nog niet het geval. Maar we hebben er in dit traject voor gekozen om op basis van beschikbare data direct door te gaan naar toepassing in diensten. Daarmee wordt het sneller duidelijk of de (open) data van voldoende kwaliteit zijn. Het vormt daarmee een opmaat naar verbetering.

6. Op welke wijze kan echt multimodale reisinformatie bijdragen aan Duurzaam Vervoer en Ketenmobiliteit?

Dit kan door het wegnemen van onzekerheid bij de reiziger omtrent het verloop van de reis en door het aanbieden van informatie op een manier die aansluit bij de persoonlijke voorkeuren van de reiziger en passend is voor dat specifieke moment. Zo maken reizigers meer efficiënte keuzes en daarmee wordt ons ‘vervoerssysteem’ ook beter benut. Dat is niet voor niets de insteek van het programma Beter Benutten dat het ministerie IenM samen met regionale overheden en het bedrijfsleven is gestart. Gebruik wat je hebt beter.

Daardoor kan het vervoerssysteem ook meer duurzaam worden.

7. Wanneer kan de reiziger de eerste echt multimodale reisplanner verwachten?

Op dit moment worden er al enkele (gedeeltelijk) multimodale reisinformatiediensten aangeboden in de markt, maar dat is eigenlijk meervoudig unimodale informatie en zeker geen ‘dynamische’ en echt multimodale reisinformatie.

Wij gaan planners die bijdragen aan het tot stand komen van zulke écht multimodale reisinformatie stap voor stap ontwikkelen, maar zijn daarbij (zoals gezegd) erg afhankelijk van beschikbare data. Overheden zijn vaak dé partijen die dit kunnen bewerkstelligen, bijv. vanuit hun rol als wegbeheerder, parkeerexploitant of OV-autoriteit.

In dit strategische project is het aan de 5 consortia en geïnteresseerde afnemers (zoals regio’s) om de planner daadwerkelijk te gaan toepassen. Dit project faciliteert dat in grote mate. Ik verwacht echter dat op z’n vroegst in de loop van 2014 de eerste voorzichtige multimodale reisinformatiediensten beschikbaar komen.

In het najaar kunnen we de eerste resultaten van dit project laten zien. Dat doen we waarschijnlijk met een evenement aan het einde van het jaar dat toegankelijk is voor alle geïnteresseerden. Daar zullen ook reisinformatieproducten worden gedemonstreerd en staat interactie met de bezoekers centraal.

Geïnteresseerden kunnen zich nu al aanmelden bij mijn collega Maartje Bogaerts (mbogaerts@brabant.nl). We zullen het ook o.a. via Infrasite Events op Infrasite aankondigen, dus houdt de site in de gaten!

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite

Interview met Gerbrand Klijn, provincie Noord-Brabant, over multimodale reisinformatie | Infrasite

Interview met Gerbrand Klijn, provincie Noord-Brabant, over multimodale reisinformatie

Interview met Gerbrand Klijn, Projectmanager Innovatie, Directie Economie & Mobiliteit van provincie Noord-Brabant over multimodale reisinformatie.

1. Gerbrand, jij bent de projectleider van het project ‘Multimodale Reisinformatie’. Wat is het doel van dit project?

Bij reisinformatie moet de reiziger moet iets te kiezen hebben. Informatiediensten moeten passen bij de persoonlijke wensen van een reiziger en actueel kunnen inspringen op de behoefte van dat moment. Hij kan dan beter een ‘keuze-reiziger’ worden.

Dit is o.a. mogelijk door een markt waarin meerdere aanbieders met elkaar de concurrentie aan gaan en elkaar stimuleren verder te komen. Daarom werken we met meerdere partijen samen. Daarbij moet er wat te verdienen zijn, dus hebben we ook aandacht voor verdienmodellen. Ook moeten voldoende kwalitatieve data beschikbaar zijn, dus hebben we contact met dataleveranciers. Zo is het NDOV zeer belangrijk voor ons, maar ook data van parkeren en autoverkeer is van groot belang.

2. De reisplanner zoals die binnen het project nu wordt ontwikkeld en na deze zomer gereed is, is vooral een OV-planner. Je omschrijft de toekomstige reiziger als keuze-reiziger. Hoe multimodaal moet de planner dan worden?

Tja, vul zelf maar in. Wat zou je zelf prettig vinden? ‘Multimodaal’ moet ook echt een combinatie van verschillende vervoersmogelijkheden zijn. Het moet je helpen in het flexibel maken van (reis)keuzes. Een goede reisplanner helpt je in het afwegen en maken van uiteenlopende keuzes, om van deur tot deur te komen.

Om dit mogelijk te maken, moeten er wel data beschikbaar zijn. Data zijn de basis van informatiediensten: zo moeten er (actuele) gegevens over OV, parkeren en wegverkeer beschikbaar zijn. Er is al veel, maar het is soms versnipperd en van wisselende kwaliteit. Daar wordt vanuit het ministerie IenM aan gewerkt.

Maar met data alleen ben je er nog niet. Om van data naar informatiediensten te komen, maken we kosten en die kosten moeten worden gedekt door inkomsten. Dat betekent dat er ook betalingsbereidheid moet zijn voor de ontwikkelde diensten, er moet toegevoegde waarde worden geleverd en er moet een markt voor zijn.

3. Er werken vele partijen samen in dit project. Landelijke overheden, regionale overheden en bedrijven. Hoe omschrijf je de manier van samenwerken?

Dit project is tot stand gekomen vanuit het programma Beter Benutten waarin regionale overheden en het bedrijfsleven samen werken aan een betere bereikbaarheid in 10 stedelijke gebieden. Een aantal van die regio’s doet mee in dit project en namens Brabant trek ik de landelijke kar.

Onze samenwerking tussen bedrijven en overheden is die van dialoog en gelijkwaardigheid. Dat gaat niet vanzelf en vergt de nodige aandacht: we zijn soms geneigd om in de opdrachtgever/opdrachtnemer-reflex te schieten met elkaar. Ook moet je doelen en middelen uit elkaar halen.

We werken daarbij volgens de ‘Pre-Commercial Procurement’ (PCP) aanpak. Dit is een methodiek van publiek-private samenwerking bij innovatie. Dat betekent dat we de tweede helft van 2012 intensief met elkaar hebben gesproken over de doelen, de (functionele) mijlpalen naar de doelen toe en de wijze van samenwerking. Dat betekent onder andere dat de bedrijven relatieve vrijheid krijgen, maar ook zelf mee-investeren.

4. Een realistische businesscase ofwel een goed en reëel verdienmodel is van cruciaal belang. Hoe zie jij het verdienmodel bij dit project?

Het ontwikkelen van businessmodellen maakt onderdeel uit van het proces en de samenwerking. Daarbij hanteren we 4 basis-businessmodellen waarbij we verkennen wat kostenstructuren en mogelijke verdienmogelijkheden zijn. Dat is een interessant en lastig proces.

Daarnaast maken we onderscheid tussen een ‘business-to-gouvernement’ (B2G), ‘business-to-business’ (B2B) en ‘business-to-consumer’ (B2C) markt.

De invulling van die verdienmodellen middels businesscases is aan de bedrijven zelf en we praten dan ook niet op het niveau van businesscases met elkaar. Ik kan mij echter voorstellen dat reisinformatie en (buiten de scope) reizigersinformatie een drager is voor diensten waar geld aan te verdienen valt.

5. Er worden steeds meer open datasets aangeboden. Hoe belangrijk zijn open data voor dit project?

‘Kwalitatief goede’ open data zijn van belang. Met onbetrouwbare of foutieve data komen we niet verder. Daar wordt wel eens te makkelijk over gedacht. Hoe dan ook zijn open data van zeer groot belang voor dit project en informatievoorziening aan burgers en reizigers in het algemeen.

De beschikbaarheid van data is de basis voor informatiediensten. Door ze te testen en te gebruiken voor diensten, wordt duidelijk of de data van voldoende kwaliteit zijn. Dat is soms nog niet het geval. Maar we hebben er in dit traject voor gekozen om op basis van beschikbare data direct door te gaan naar toepassing in diensten. Daarmee wordt het sneller duidelijk of de (open) data van voldoende kwaliteit zijn. Het vormt daarmee een opmaat naar verbetering.

6. Op welke wijze kan echt multimodale reisinformatie bijdragen aan Duurzaam Vervoer en Ketenmobiliteit?

Dit kan door het wegnemen van onzekerheid bij de reiziger omtrent het verloop van de reis en door het aanbieden van informatie op een manier die aansluit bij de persoonlijke voorkeuren van de reiziger en passend is voor dat specifieke moment. Zo maken reizigers meer efficiënte keuzes en daarmee wordt ons ‘vervoerssysteem’ ook beter benut. Dat is niet voor niets de insteek van het programma Beter Benutten dat het ministerie IenM samen met regionale overheden en het bedrijfsleven is gestart. Gebruik wat je hebt beter.

Daardoor kan het vervoerssysteem ook meer duurzaam worden.

7. Wanneer kan de reiziger de eerste echt multimodale reisplanner verwachten?

Op dit moment worden er al enkele (gedeeltelijk) multimodale reisinformatiediensten aangeboden in de markt, maar dat is eigenlijk meervoudig unimodale informatie en zeker geen ‘dynamische’ en echt multimodale reisinformatie.

Wij gaan planners die bijdragen aan het tot stand komen van zulke écht multimodale reisinformatie stap voor stap ontwikkelen, maar zijn daarbij (zoals gezegd) erg afhankelijk van beschikbare data. Overheden zijn vaak dé partijen die dit kunnen bewerkstelligen, bijv. vanuit hun rol als wegbeheerder, parkeerexploitant of OV-autoriteit.

In dit strategische project is het aan de 5 consortia en geïnteresseerde afnemers (zoals regio’s) om de planner daadwerkelijk te gaan toepassen. Dit project faciliteert dat in grote mate. Ik verwacht echter dat op z’n vroegst in de loop van 2014 de eerste voorzichtige multimodale reisinformatiediensten beschikbaar komen.

In het najaar kunnen we de eerste resultaten van dit project laten zien. Dat doen we waarschijnlijk met een evenement aan het einde van het jaar dat toegankelijk is voor alle geïnteresseerden. Daar zullen ook reisinformatieproducten worden gedemonstreerd en staat interactie met de bezoekers centraal.

Geïnteresseerden kunnen zich nu al aanmelden bij mijn collega Maartje Bogaerts (mbogaerts@brabant.nl). We zullen het ook o.a. via Infrasite Events op Infrasite aankondigen, dus houdt de site in de gaten!

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite