Sterke achterlandverbindingen zijn cruciaal voor economische groei

Onderzoek- en adviesbureau NEA is gematigd positief over de plannen van het Kabinet voor het komende jaar voor de mobiliteitssector. De consequente keuze van het Kabinet om te kiezen voor het stimuleren van de economie is de juiste richting om de financiële positie van Nederland in Europa in deze moeilijke tijden te consolideren. Het kabinet kiest terecht in deze begroting voor de logistieke sector als motor voor duurzame ontwikkeling. Daarbij zijn sterke achterlandverbindingen voor logistiek Nederland onmisbaar, echter een integrale visie hierop ontbreekt.

Achterlandverbindingen worden steeds belangrijker

De aanhoudende onrust in de wereldeconomie en de daarmee gepaard gaande onzekerheden benadrukken het belang van de ambities van dit kabinet: financiële stabiliteit, een voortvarende consolidatie van de overheidsfinanciën, een sterke economie en een kleine krachtige overheid. Hierbij richt het kabinet zich op Europese samenwerking en harmonisatie van de Europese markt.

De wens om te komen tot groei van de economie is gefundeerd op een drietal onderdelen

  • De stimulering van de export
  • Een concentratie- inspanning op mainports
  • En een verbetering van infrastructuur op de achterlandroutes zoals de A1, de A12, de A15, de Waal en de Betuweroute. Deze infrastructuur maakt de belangrijke mainports beter bereikbaar via de weg, het water en het spoor in de richting van Duitsland en Centraal-, Noord- en Oost-Europa.

Ook in de Ruimtelijke Ordening wordt deze lijn doorgetrokken door de ontwikkeling van stedelijke regio’s rond ‘brainports’ en ‘greenports’. Dit gaat gepaard met economische ontwikkeling en meer mobiliteit. Het Kabinet streeft met projecten zoals de Zuidas, de schaalsprong Almere en de Rijksprogramma’s RRAAM en SMASH naar ruimtelijke en infrastructurele randvoorwaarden voor de borging van de verdere ontwikkeling van Schiphol. NEA is van mening dat de gemaakte keuzes goed te rechtvaardigen zijn, maar dat de besluitvorming te traag gaat en versneld moet worden.

Het kabinet zet stevig in op publiek private samenwerking (PPS). Voor NEA is PPS geen doel op zich, maar een middel om op een andere manier aanleg, onderhoud en beheer van infrastructuur mogelijk te maken. Daarnaast bevordert PPS ondernemerschap en innovatie bij publieke en private partijen. In het investeringsprogramma van het Kabinet staan 32 projecten die voor PPS in aanmerking komen. Daarbij gaat het niet alleen om wegen en tunnels, maar ook om vaarwegen en sluizen. Het PPS-loket, waar private partijen met initiatieven kunnen komen, wordt in het najaar van 2011 geopend waarbij NEA zich zal orienteren op de mogelijkheen van dit loket voor NEA clienten

Achterlandverbindingen worden steeds belangrijker voor de gewenste economische ontwikkeling. Naar de mening van NEA ontbreekt er echter in het huidige Kabinetsbeleid een integrale visie op het ‘dedicated rail freight network’ en op integrale wet- en regelgeving hiervoor. Qua Infrastructuur is door Nederland met de Betuwelijn een begin gemaakt. In Duitsland bestaat een dergelijk mogelijkheid ook, vanwege het relatief dichte railnetwerk.

De in het recente verleden gesloten multilaterale akkoorden voor bepaalde (spoor-)corridors zoals Rotterdam – Genua, moeten op een grootschaliger manier worden uitgewerkt in Europese afspraken. Nederland heeft in Europees verband met de eerste afspraken het goede voorbeeld gegeven, maar naar de mening van NEA laat een goede generale regeling te lang op zich wachten. Wordt materieel in één land goedgekeurd dan moet de goedkeuring ook gelden in alle andere corridorlanden. Daarnaast moet meer aandacht gegeven worden aan de governance-structuur van de corridor zelf (het spel van de infra-beheerder, de spoorautoriteit, de overheid, en de betrokken spoorondernemingen) en hoe dit ook grensoverschrijdend wordt opgepakt. NEA bepleit de oplossing op korte termijn van deze vraagstukken, in Europees verband.

NEA Transportonderzoek en -opleiding is een onafhankelijk onderzoek- en adviesbureau, werkzaam op het gebied van transport, infrastructuur en logistiek(www.nea.nl). NEA is een Business Unit van Panteia B.V. De activiteiten van NEA zijn gericht op onderzoek en onderzoekgebaseerde advisering, onderwijs en training in binnen- en buitenland. Het werkterrein van NEA omvat zowel het personen- als het goederenvervoer en de bijbehorende infrastructuur en logistiek.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: NEA Transportonderzoek en -opleiding B.V.

Sterke achterlandverbindingen zijn cruciaal voor economische groei | Infrasite

Sterke achterlandverbindingen zijn cruciaal voor economische groei

Onderzoek- en adviesbureau NEA is gematigd positief over de plannen van het Kabinet voor het komende jaar voor de mobiliteitssector. De consequente keuze van het Kabinet om te kiezen voor het stimuleren van de economie is de juiste richting om de financiële positie van Nederland in Europa in deze moeilijke tijden te consolideren. Het kabinet kiest terecht in deze begroting voor de logistieke sector als motor voor duurzame ontwikkeling. Daarbij zijn sterke achterlandverbindingen voor logistiek Nederland onmisbaar, echter een integrale visie hierop ontbreekt.

Achterlandverbindingen worden steeds belangrijker

De aanhoudende onrust in de wereldeconomie en de daarmee gepaard gaande onzekerheden benadrukken het belang van de ambities van dit kabinet: financiële stabiliteit, een voortvarende consolidatie van de overheidsfinanciën, een sterke economie en een kleine krachtige overheid. Hierbij richt het kabinet zich op Europese samenwerking en harmonisatie van de Europese markt.

De wens om te komen tot groei van de economie is gefundeerd op een drietal onderdelen

  • De stimulering van de export
  • Een concentratie- inspanning op mainports
  • En een verbetering van infrastructuur op de achterlandroutes zoals de A1, de A12, de A15, de Waal en de Betuweroute. Deze infrastructuur maakt de belangrijke mainports beter bereikbaar via de weg, het water en het spoor in de richting van Duitsland en Centraal-, Noord- en Oost-Europa.

Ook in de Ruimtelijke Ordening wordt deze lijn doorgetrokken door de ontwikkeling van stedelijke regio’s rond ‘brainports’ en ‘greenports’. Dit gaat gepaard met economische ontwikkeling en meer mobiliteit. Het Kabinet streeft met projecten zoals de Zuidas, de schaalsprong Almere en de Rijksprogramma’s RRAAM en SMASH naar ruimtelijke en infrastructurele randvoorwaarden voor de borging van de verdere ontwikkeling van Schiphol. NEA is van mening dat de gemaakte keuzes goed te rechtvaardigen zijn, maar dat de besluitvorming te traag gaat en versneld moet worden.

Het kabinet zet stevig in op publiek private samenwerking (PPS). Voor NEA is PPS geen doel op zich, maar een middel om op een andere manier aanleg, onderhoud en beheer van infrastructuur mogelijk te maken. Daarnaast bevordert PPS ondernemerschap en innovatie bij publieke en private partijen. In het investeringsprogramma van het Kabinet staan 32 projecten die voor PPS in aanmerking komen. Daarbij gaat het niet alleen om wegen en tunnels, maar ook om vaarwegen en sluizen. Het PPS-loket, waar private partijen met initiatieven kunnen komen, wordt in het najaar van 2011 geopend waarbij NEA zich zal orienteren op de mogelijkheen van dit loket voor NEA clienten

Achterlandverbindingen worden steeds belangrijker voor de gewenste economische ontwikkeling. Naar de mening van NEA ontbreekt er echter in het huidige Kabinetsbeleid een integrale visie op het ‘dedicated rail freight network’ en op integrale wet- en regelgeving hiervoor. Qua Infrastructuur is door Nederland met de Betuwelijn een begin gemaakt. In Duitsland bestaat een dergelijk mogelijkheid ook, vanwege het relatief dichte railnetwerk.

De in het recente verleden gesloten multilaterale akkoorden voor bepaalde (spoor-)corridors zoals Rotterdam – Genua, moeten op een grootschaliger manier worden uitgewerkt in Europese afspraken. Nederland heeft in Europees verband met de eerste afspraken het goede voorbeeld gegeven, maar naar de mening van NEA laat een goede generale regeling te lang op zich wachten. Wordt materieel in één land goedgekeurd dan moet de goedkeuring ook gelden in alle andere corridorlanden. Daarnaast moet meer aandacht gegeven worden aan de governance-structuur van de corridor zelf (het spel van de infra-beheerder, de spoorautoriteit, de overheid, en de betrokken spoorondernemingen) en hoe dit ook grensoverschrijdend wordt opgepakt. NEA bepleit de oplossing op korte termijn van deze vraagstukken, in Europees verband.

NEA Transportonderzoek en -opleiding is een onafhankelijk onderzoek- en adviesbureau, werkzaam op het gebied van transport, infrastructuur en logistiek(www.nea.nl). NEA is een Business Unit van Panteia B.V. De activiteiten van NEA zijn gericht op onderzoek en onderzoekgebaseerde advisering, onderwijs en training in binnen- en buitenland. Het werkterrein van NEA omvat zowel het personen- als het goederenvervoer en de bijbehorende infrastructuur en logistiek.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: NEA Transportonderzoek en -opleiding B.V.