Inspecties controleren veiligheid baanwerkers

Den Haag – De Arbeidsinspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat onderzoeken of baanwerkers die onderhoudswerk doen aan het spoor veilig werken. De inspecteurs controleren vooral of de werknemers voldoende zijn beschermd tegen aanrijding door een trein. Tot en met december van dit jaar vinden op ruim honderdvijftig locaties inspecties plaats.

Het beroep van baanwerker is relatief gevaarlijk: in vergelijking met andere beroepen hebben zij een groot risico op een dodelijk ongeval. De gevaarlijkste situaties ontstaan waar het onderhoudswerk en het treinverkeer niet strikt worden gescheiden. Vooral riskant is het als de dienstregeling intact blijft en er een of meer veiligheidsmensen worden aangesteld die de werkploeg moeten waarschuwen voor aankomende treinen. De kans op concentratieverlies en miscommunicatie is dan groot. Daarom gelden strenge veiligheidseisen. De branche zelf heeft regels afgesproken die in 2005 zijn ingegaan. En met de Tweede Kamer is afgesproken dat er op 1 januari 2006 ten minste driekwart van het onderhoudswerk moet plaatsvinden op tijden dat er geen treinen rijden op het spoor waar gewerkt wordt. Op 1 januari 2008 moet dit percentage 100 procent zijn.

De inspecteurs van beide diensten controleren of het werk volgens de regels gebeurt en of er genoeg maatregelen zijn genomen om het risico op een ongeluk zo klein mogelijk te maken. De branche heeft zelf minimumvoorschriften vastgesteld, waarin staat wanneer welke veiligheidmaatregelen nodig zijn (Normenkader Veilig Werken). De inspecteurs letten ook op de samenwerking tussen de partijen die betrokken zijn bij de werkzaamheden aan het spoor, zoals opdrachtgever, ingenieursbureau, hoofdaannemer en onderaannemers. Zij moeten er namelijk samen voor zorgen dat de veiligheid en gezondheid van het personeel goed is geregeld.

Door de samenwerking tussen de twee inspectiediensten vermindert voor de branche de zogeheten toezichtlast. Ze krijgen minder vaak verschillende inspectiediensten over de vloer. Bovendien kunnen de toezichthouders elkaar aanvullen en kennis delen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Arbeidsinspectie

Inspecties controleren veiligheid baanwerkers | Infrasite

Inspecties controleren veiligheid baanwerkers

Den Haag – De Arbeidsinspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat onderzoeken of baanwerkers die onderhoudswerk doen aan het spoor veilig werken. De inspecteurs controleren vooral of de werknemers voldoende zijn beschermd tegen aanrijding door een trein. Tot en met december van dit jaar vinden op ruim honderdvijftig locaties inspecties plaats.

Het beroep van baanwerker is relatief gevaarlijk: in vergelijking met andere beroepen hebben zij een groot risico op een dodelijk ongeval. De gevaarlijkste situaties ontstaan waar het onderhoudswerk en het treinverkeer niet strikt worden gescheiden. Vooral riskant is het als de dienstregeling intact blijft en er een of meer veiligheidsmensen worden aangesteld die de werkploeg moeten waarschuwen voor aankomende treinen. De kans op concentratieverlies en miscommunicatie is dan groot. Daarom gelden strenge veiligheidseisen. De branche zelf heeft regels afgesproken die in 2005 zijn ingegaan. En met de Tweede Kamer is afgesproken dat er op 1 januari 2006 ten minste driekwart van het onderhoudswerk moet plaatsvinden op tijden dat er geen treinen rijden op het spoor waar gewerkt wordt. Op 1 januari 2008 moet dit percentage 100 procent zijn.

De inspecteurs van beide diensten controleren of het werk volgens de regels gebeurt en of er genoeg maatregelen zijn genomen om het risico op een ongeluk zo klein mogelijk te maken. De branche heeft zelf minimumvoorschriften vastgesteld, waarin staat wanneer welke veiligheidmaatregelen nodig zijn (Normenkader Veilig Werken). De inspecteurs letten ook op de samenwerking tussen de partijen die betrokken zijn bij de werkzaamheden aan het spoor, zoals opdrachtgever, ingenieursbureau, hoofdaannemer en onderaannemers. Zij moeten er namelijk samen voor zorgen dat de veiligheid en gezondheid van het personeel goed is geregeld.

Door de samenwerking tussen de twee inspectiediensten vermindert voor de branche de zogeheten toezichtlast. Ze krijgen minder vaak verschillende inspectiediensten over de vloer. Bovendien kunnen de toezichthouders elkaar aanvullen en kennis delen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Arbeidsinspectie