Trein op Eindhoven Centraal (bron: NS)

Zuidelijke provincies: ruim 6 miljard nodig voor toekomstbestendig OV

Bron: beeldbank NS, vrij te gebruiken

Er is minimaal 6,3 miljard euro nodig om het openbaar vervoer in het zuiden van Nederland toekomstbestendig te maken. Investeringen op en rond het spoor vragen om 3,5 miljard euro, met verbetering van het netwerk voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) is 2,8 miljard euro gemoeid. Dat concluderen de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland in de regionale uitwerking van het Toekomstbeeld OV 2040.

In het bidbook ‘OV in 2040: de zuidelijke hink-stap-sprong’ staat uitgelegd wat de komende twintig jaar moet gebeuren aan het spoor- en HOV-netwerk in Zuid-Nederland. Hiervoor werkten de drie provincies samen met gemeenten, het bedrijfsleven, vervoerders en onderwijsinstellingen. De uitwerking is gemaakt op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wordt op 8 oktober tijdens een landelijk spoor- en ov-overleg overhandigd aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven.

Hink-stap-sprong

Noord-Brabant, Limburg en Zeeland pleiten voor een zogeheten hink-stap-sprong: eerst de basis op orde brengen met een verbeterde dienstregeling (hink), die doorontwikkelen en robuust maken (stap) en ten slotte een schaalsprong maken. “Dit is niet alleen nodig omdat het aantal reizigers substantieel toeneemt en onze inwoners een leefbare provincie met een robuust en veilig netwerk verdienen. Het is ook noodzakelijk om te waarborgen dat het zuiden in de toekomst zijn substantiële economische bijdrage aan Nederland kan blijven leveren,” staat in het bidbook.

Het HOV-busvervoer moet volgens de provincies worden versterkt door locaties zonder spoorstation beter te verbinden en met stadsrandhubs dragende corridors in en rond de grote steden te creëren. Concreet houdt dit onder meer in dat Zeeland een HOV-lijn nodig heeft die Rotterdam via de Zeeuwse eilanden en steden verbindt met de Belgische stad Gent. De schaalsprong moet worden gerealiseerd door ‘ontbrekende schakels’ in te vullen zoals HOV-busvervoer tussen Breda en Utrecht.

Spoor

Voor het spoor wordt gepleit om op korte termijn 1 miljard euro te investeren in met name Noord-Brabant, waaronder de knooppunten Eindhoven en Den Bosch. In Limburg moet het bestaande netwerk beter worden benut en de Maaslijn tussen Nijmegen-Roermond worden geëlektrificeerd. Zeeland wil zijn intercityverbindingen terug om snel en direct naar de Randstad en Brabant te kunnen reizen. Daarnaast worden betere grensoverschrijdende verbindingen en betere afspraken met Duitsland en België noodzakelijk geacht.

De schaalsprong die op en rond het spoor moet volgen, brengt nog eens 2,5 miljard euro aan investeringen en infrastructuur met zich mee. “Dat geld wordt gebruikt om aanwezige knelpunten aan te pakken door”, staat uitgelegd in het bidbook. Hierover valt bijvoorbeeld de aanleg van een extra spoor tussen Breda-Tilburg en Gent-Terneuzen, maar ook een nieuw station in Berkel-Enschot.

Geen luxe, maar noodzaak

Het is volgens gedeputeerde Christophe van der Maat van Noord-Brabant essentieel dat er de komende jaren wordt doorgepakt. “Zuid-Nederland verdient goed openbaar vervoer. Niet alleen vanwege de leefbaarheid van onze provincies, maar ook om onze economische concurrentiepositie te behouden en versterken. Een systeemsprong is dan ook geen luxe, maar een noodzaak. Anders loopt het Zuiden vast.” De drie provincies hopen in november tijdens het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimtelijke en Transport de eerste financiële afspraken te maken met Van Veldhoven.

De staatssecretaris presenteerde in februari 2019 het Toekomstbeeld OV 2040, die de visie van alle partijen en overheden uit de sector beschrijft. In hoofdlijnen moet het openbaar vervoer de komende twintig jaar worden omgevormd naar een systeem waarin grote steden door hoogfrequentie treinen zijn verbonden, terwijl de regio bereikbaar blijft door slimme innovaties. In de toekomstvisie is daarnaast ruimte voor betere verbindingen met de buurlanden en drempelloze aansluitingen tussen trein, bus en fiets.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Dylan Metselaar

Dylan Metselaar is vaste redacteur van OVPro.nl en schrijft voor verschillende andere vakbladen van ProMedia Group, waaronder Infrasite.nl.

Zuidelijke provincies: ruim 6 miljard nodig voor toekomstbestendig OV | Infrasite
Trein op Eindhoven Centraal (bron: NS)

Zuidelijke provincies: ruim 6 miljard nodig voor toekomstbestendig OV

Bron: beeldbank NS, vrij te gebruiken

Er is minimaal 6,3 miljard euro nodig om het openbaar vervoer in het zuiden van Nederland toekomstbestendig te maken. Investeringen op en rond het spoor vragen om 3,5 miljard euro, met verbetering van het netwerk voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) is 2,8 miljard euro gemoeid. Dat concluderen de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland in de regionale uitwerking van het Toekomstbeeld OV 2040.

In het bidbook ‘OV in 2040: de zuidelijke hink-stap-sprong’ staat uitgelegd wat de komende twintig jaar moet gebeuren aan het spoor- en HOV-netwerk in Zuid-Nederland. Hiervoor werkten de drie provincies samen met gemeenten, het bedrijfsleven, vervoerders en onderwijsinstellingen. De uitwerking is gemaakt op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wordt op 8 oktober tijdens een landelijk spoor- en ov-overleg overhandigd aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven.

Hink-stap-sprong

Noord-Brabant, Limburg en Zeeland pleiten voor een zogeheten hink-stap-sprong: eerst de basis op orde brengen met een verbeterde dienstregeling (hink), die doorontwikkelen en robuust maken (stap) en ten slotte een schaalsprong maken. “Dit is niet alleen nodig omdat het aantal reizigers substantieel toeneemt en onze inwoners een leefbare provincie met een robuust en veilig netwerk verdienen. Het is ook noodzakelijk om te waarborgen dat het zuiden in de toekomst zijn substantiële economische bijdrage aan Nederland kan blijven leveren,” staat in het bidbook.

Het HOV-busvervoer moet volgens de provincies worden versterkt door locaties zonder spoorstation beter te verbinden en met stadsrandhubs dragende corridors in en rond de grote steden te creëren. Concreet houdt dit onder meer in dat Zeeland een HOV-lijn nodig heeft die Rotterdam via de Zeeuwse eilanden en steden verbindt met de Belgische stad Gent. De schaalsprong moet worden gerealiseerd door ‘ontbrekende schakels’ in te vullen zoals HOV-busvervoer tussen Breda en Utrecht.

Spoor

Voor het spoor wordt gepleit om op korte termijn 1 miljard euro te investeren in met name Noord-Brabant, waaronder de knooppunten Eindhoven en Den Bosch. In Limburg moet het bestaande netwerk beter worden benut en de Maaslijn tussen Nijmegen-Roermond worden geëlektrificeerd. Zeeland wil zijn intercityverbindingen terug om snel en direct naar de Randstad en Brabant te kunnen reizen. Daarnaast worden betere grensoverschrijdende verbindingen en betere afspraken met Duitsland en België noodzakelijk geacht.

De schaalsprong die op en rond het spoor moet volgen, brengt nog eens 2,5 miljard euro aan investeringen en infrastructuur met zich mee. “Dat geld wordt gebruikt om aanwezige knelpunten aan te pakken door”, staat uitgelegd in het bidbook. Hierover valt bijvoorbeeld de aanleg van een extra spoor tussen Breda-Tilburg en Gent-Terneuzen, maar ook een nieuw station in Berkel-Enschot.

Geen luxe, maar noodzaak

Het is volgens gedeputeerde Christophe van der Maat van Noord-Brabant essentieel dat er de komende jaren wordt doorgepakt. “Zuid-Nederland verdient goed openbaar vervoer. Niet alleen vanwege de leefbaarheid van onze provincies, maar ook om onze economische concurrentiepositie te behouden en versterken. Een systeemsprong is dan ook geen luxe, maar een noodzaak. Anders loopt het Zuiden vast.” De drie provincies hopen in november tijdens het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimtelijke en Transport de eerste financiële afspraken te maken met Van Veldhoven.

De staatssecretaris presenteerde in februari 2019 het Toekomstbeeld OV 2040, die de visie van alle partijen en overheden uit de sector beschrijft. In hoofdlijnen moet het openbaar vervoer de komende twintig jaar worden omgevormd naar een systeem waarin grote steden door hoogfrequentie treinen zijn verbonden, terwijl de regio bereikbaar blijft door slimme innovaties. In de toekomstvisie is daarnaast ruimte voor betere verbindingen met de buurlanden en drempelloze aansluitingen tussen trein, bus en fiets.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Dylan Metselaar

Dylan Metselaar is vaste redacteur van OVPro.nl en schrijft voor verschillende andere vakbladen van ProMedia Group, waaronder Infrasite.nl.