Als het aan voorzitter Pier Eringa van Next Generation Infrastructures (NGinfra) ligt, komt er een commissaris voor infrastructuur. Die moet als schakel tussen de betrokken partijen de grote infrastructurele uitdagingen in Nederland gaan begeleiden.

Eringa is voorzitter van NGinfra, een samenwerkinsgverband van Schiphol, ProRail, Port of Rotterdam, Vitens, Alliander en Rijkswaterstaat. In gesprek met BNR schetst de voormalig topman van ProRail en Transdev de grote infrastructurele uitdagingen die er liggen. Dan gaat het om de toename van woningbouw, de overgang naar duurzame mobiliteit en huizen die van het gas af moeten. Hij ziet voor zich dat een commissaris dat in goede banen gaat leiden en noemt dat ook een einddoel van NGinfra.

‘Minister moet niet te veel met uitvoering bezig zijn’

Die commissaris moet tegelijk boven de partijen hangen en tussen het bedrijfsleven en de minister van Infrastructuur en Waterstaat komen te staan, vertelt Eringa in gesprek met BNR Mobility. Aan een papieren functie heeft niemand iets, dus de commissaris moet wat dichter op de uitvoering zitten. Dat is nou net iets waarmee ministers zich volgens Eringa niet te veel moeten bezighouden.

Op de vraag of die rol van commissaris iets voor hem is, antwoordt hij dat hij het leuk vindt om het huidige initiatief van NGinfra op gang te brengen en te zorgen dat er meer samenhang komt in onder meer de samenwerking met de drie betrokken ministeries.

Oplossingen delen

In het gesprek legt Eringa verder uit dat NGinfra is opgericht om te zorgen dat beheerders van (vrijwel) alle vormen van infrastructuur hun activiteiten en ambities op elkaar afstemmen, en dat ze oplossingen op technisch gebied met elkaar delen. Uiteindelijk willen ze zoveel mogelijk als één gezamenlijke infrastructuurpartij handelen.

Foto: ANP / Marlies Wessels

Lees ook: Infrabeheerders aan de slag met brede welvaart