N261. Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

Verkiezingen 2021: fietssnelwegen, autowegen of allebei?

N261. Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

Fietssnelwegen, spoorverbindingen, autowegen en andere infrastructuur: de meeste politieke partijen hebben er wel zo hun ideeën over, blijkt uit de verkiezingsprogramma’s. In het zesde en laatste artikel over infra in partijprogramma’s kijken we naar partijen die het thema beperkt aan bod laten komen en naar de ambities van een aantal kleinere partijen.

GroenLinks

De partij zet zijn geld niet op extra asfalt, maar op goede bereikbaarheid met de fiets en het openbaar vervoer. Dat betekent ook dat er op straat ruimte moet zijn voor fietsers en voetgangers. Er moeten meer (snel)fietspaden tussen gemeenten en fietsenstalling bij onder meer stations komen, vindt de partij. Binnen de bebouwde kom wordt 30 kilometer per uur de norm en rondom scholen is er geen plek meer voor autoverkeer.

GroenLinks wil heel Nederland beter bereikbaar maken met het openbaar vervoer en daar is ook een investering in de spoorinfrastructuur voor nodig. Er komt extra spoorcapaciteit, met onder meer de Lelylijn tussen Groningen en de Randstad. Deze lijn kan op termijn worden doorgetrokken naar Hamburg. Een snelle trein tussen Eindhoven en het Duitse ICE-netwerk behoort eveneens tot de mogelijkheden.

PVV

De PVV is van alle partijen mogelijk het meest kort en krachtig: mobiliteit moet beschikbaar en betaalbaar blijven, zowel het OV als autorijden. De partij ziet de auto als iets dat mensen vrijheid biedt. Er moet volgens de partij geïnvesteerd blijven worden in goede en veilige wegen, ook omdat Nederland op het gebied van infrastructuur een naam hoog heeft te houden.

SP

De SP wil de trend van verschralend of zelfs verdwijnend openbaar vervoer keren. En de investeringen die daarvoor nodig zijn, gaan ten koste van asfalt. Goed spoorvervoer is wat de partij betreft, samen met de binnenvaart, een alternatief voor vervoer over de weg. Er moeten dan ook meer en betere treinverbindingen vanuit Nederland met grote Europese steden komen. De SP wil ook meer investeren in de infrastructuur die nodig is voor wandelen en fietsen.

JA21

De nieuwe partij JA21 vindt dat Nederland moet blijven investeren in infrastructuur om het land vruchtbaar te houden. “Daarnaast is onderhoud aan infrastructurele werken een belangrijke factor die de afgelopen decennia is verwaarloosd.” Om een economische hoofdrolspeler te blijven moet de infrastructuur van de komende decennia nu goed op de kaart worden gezet, vindt de partij, die Noord-Nederland onder meer verder wil ontwikkelen met snelle treinverbindingen.

Wegen moeten duurzaam veilig worden ingericht en dat geldt ook voor de infrastructuur voor fietsers, meer precies aparte fietspaden en fietssnelwegen. Daarnaast wil JA21 dat knelpunten in wegen worden aangepakt. Dan denkt men aan de A8-A9, het verbeteren van de doorstroming op de A2 en het ombouwen van de N35 naar de A35.

PvdA

Bij de Partij van de Arbeid komen de infrastructuurplannen vooral terug in een aanpak voor de verschillende regio’s. Dan gaat het onder meer over het belang van een goederenspoor in Zeeland, internationale spoorverbindingen tussen Limburg en de buurlanden, een verdubbeling van het spoor tussen Enschede en Groningen en de aanleg van de Lelylijn. De PvdA wil verder dat er een landelijk netwerk van fietssnelwegen komt, zodat de fiets aantrekkelijker wordt voor woon-werkverkeer.

DENK

Minder asfalt waar het kan, maar meer asfalt waar het moet. Met dat standpunt neemt DENK het midden tussen goedkoper openbaar vervoer en de automobilist die daarvan niet de dupe mag worden. De partij wil dan ook dat de maximumsnelheid weer 130 kilometer per uur wordt en ziet daarnaast wel brood in duurzame deelmobiliteit. Voor diezelfde automobilist heeft DENK ook lastenverlichtingen in gedachten. De partij wil verder graag dat er extra spoorlijnen voor sneltreinen komen en wil samen met vervoersbedrijven meer lightrailverbindingen financieren.

BIJ1

Eveneens nieuw is BIJ1, dat geen heil ziet in verdere snelwegverbredingen. Nieuwe wegen kunnen wel, maar alleen als de bereikbaarheid echt verbetert en niet ten koste gaan van natuurgebieden. Openbaar vervoer moet toegankelijker en daarom gratis worden. Bovendien wil de partij zich op Europees niveau hard maken voor het op duurzame wijze realiseren van een Europees spoornetwerk om zo vliegen binnen Europa uit te faseren.

Lees ook de eerdere artikelen in deze reeks:

Onderwerpen: ,

Auteur: Vincent Krabbendam

Verkiezingen 2021: fietssnelwegen, autowegen of allebei? | Infrasite
N261. Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

Verkiezingen 2021: fietssnelwegen, autowegen of allebei?

N261. Foto: Ivo Ketelaar Fotografie

Fietssnelwegen, spoorverbindingen, autowegen en andere infrastructuur: de meeste politieke partijen hebben er wel zo hun ideeën over, blijkt uit de verkiezingsprogramma’s. In het zesde en laatste artikel over infra in partijprogramma’s kijken we naar partijen die het thema beperkt aan bod laten komen en naar de ambities van een aantal kleinere partijen.

GroenLinks

De partij zet zijn geld niet op extra asfalt, maar op goede bereikbaarheid met de fiets en het openbaar vervoer. Dat betekent ook dat er op straat ruimte moet zijn voor fietsers en voetgangers. Er moeten meer (snel)fietspaden tussen gemeenten en fietsenstalling bij onder meer stations komen, vindt de partij. Binnen de bebouwde kom wordt 30 kilometer per uur de norm en rondom scholen is er geen plek meer voor autoverkeer.

GroenLinks wil heel Nederland beter bereikbaar maken met het openbaar vervoer en daar is ook een investering in de spoorinfrastructuur voor nodig. Er komt extra spoorcapaciteit, met onder meer de Lelylijn tussen Groningen en de Randstad. Deze lijn kan op termijn worden doorgetrokken naar Hamburg. Een snelle trein tussen Eindhoven en het Duitse ICE-netwerk behoort eveneens tot de mogelijkheden.

PVV

De PVV is van alle partijen mogelijk het meest kort en krachtig: mobiliteit moet beschikbaar en betaalbaar blijven, zowel het OV als autorijden. De partij ziet de auto als iets dat mensen vrijheid biedt. Er moet volgens de partij geïnvesteerd blijven worden in goede en veilige wegen, ook omdat Nederland op het gebied van infrastructuur een naam hoog heeft te houden.

SP

De SP wil de trend van verschralend of zelfs verdwijnend openbaar vervoer keren. En de investeringen die daarvoor nodig zijn, gaan ten koste van asfalt. Goed spoorvervoer is wat de partij betreft, samen met de binnenvaart, een alternatief voor vervoer over de weg. Er moeten dan ook meer en betere treinverbindingen vanuit Nederland met grote Europese steden komen. De SP wil ook meer investeren in de infrastructuur die nodig is voor wandelen en fietsen.

JA21

De nieuwe partij JA21 vindt dat Nederland moet blijven investeren in infrastructuur om het land vruchtbaar te houden. “Daarnaast is onderhoud aan infrastructurele werken een belangrijke factor die de afgelopen decennia is verwaarloosd.” Om een economische hoofdrolspeler te blijven moet de infrastructuur van de komende decennia nu goed op de kaart worden gezet, vindt de partij, die Noord-Nederland onder meer verder wil ontwikkelen met snelle treinverbindingen.

Wegen moeten duurzaam veilig worden ingericht en dat geldt ook voor de infrastructuur voor fietsers, meer precies aparte fietspaden en fietssnelwegen. Daarnaast wil JA21 dat knelpunten in wegen worden aangepakt. Dan denkt men aan de A8-A9, het verbeteren van de doorstroming op de A2 en het ombouwen van de N35 naar de A35.

PvdA

Bij de Partij van de Arbeid komen de infrastructuurplannen vooral terug in een aanpak voor de verschillende regio’s. Dan gaat het onder meer over het belang van een goederenspoor in Zeeland, internationale spoorverbindingen tussen Limburg en de buurlanden, een verdubbeling van het spoor tussen Enschede en Groningen en de aanleg van de Lelylijn. De PvdA wil verder dat er een landelijk netwerk van fietssnelwegen komt, zodat de fiets aantrekkelijker wordt voor woon-werkverkeer.

DENK

Minder asfalt waar het kan, maar meer asfalt waar het moet. Met dat standpunt neemt DENK het midden tussen goedkoper openbaar vervoer en de automobilist die daarvan niet de dupe mag worden. De partij wil dan ook dat de maximumsnelheid weer 130 kilometer per uur wordt en ziet daarnaast wel brood in duurzame deelmobiliteit. Voor diezelfde automobilist heeft DENK ook lastenverlichtingen in gedachten. De partij wil verder graag dat er extra spoorlijnen voor sneltreinen komen en wil samen met vervoersbedrijven meer lightrailverbindingen financieren.

BIJ1

Eveneens nieuw is BIJ1, dat geen heil ziet in verdere snelwegverbredingen. Nieuwe wegen kunnen wel, maar alleen als de bereikbaarheid echt verbetert en niet ten koste gaan van natuurgebieden. Openbaar vervoer moet toegankelijker en daarom gratis worden. Bovendien wil de partij zich op Europees niveau hard maken voor het op duurzame wijze realiseren van een Europees spoornetwerk om zo vliegen binnen Europa uit te faseren.

Lees ook de eerdere artikelen in deze reeks:

Onderwerpen: ,

Auteur: Vincent Krabbendam