De tekorten voor het onderhoud van de infrastructuur zijn aanzienlijk. Dat erkennen minister Van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat in schriftelijk antwoord op Kamervragen tijdens het debat woensdag over de begroting voor 2021. Vooruitlopend op dat debat sprak de transportsector zijn zorgen al uit over achterstallig onderhoud.

Eerder liet de minister weten dat het tekort in de begroting 1,4 miljard euro is. Dat tekort is ontstaan doordat er meer gereden wordt en ook nog eens door zwaardere voertuigen, antwoordt ze samen met Van Veldhoven aan de Kamer. Ook het feit dat veel tunnels en viaducten aan het einde van hun technische levensduur zijn gekomen vraagt meer onderhoud. De twee bewindsvrouwen laten weten nog dit jaar met exactere cijfers te komen over het budget dat nodig is voor onderhoud en vervanging. “Het is inmiddels al wel duidelijk dat de potentiële tekorten aanzienlijk zijn.”

Extra middelen

Het tekort heeft effect op het uitgesteld onderhoud volgens de minister en staatssecretaris. “Zonder aanvullend budget kunnen we de prestaties op termijn niet op hetzelfde niveau houden.” Daarom maken ze extra middelen vrij. Bijkomend doel is om de GWW-sector aan het werk te houden, zo schrijven ze. “Zo worden de risicoreserveringen van 470 miljoen euro toegevoegd aan de onderhoudsbudgetten. Daarnaast wordt 44 miljoen euro toegevoegd om extra instandhoudingswerkzaamheden uit te voeren.”

Lees ook: Transportsector hekelt achterstallig onderhoud infrastructuur