5G komt naar het spoor. Gaan alle kabels nu de grond uit?
De spoorwereld kijkt met hoge verwachtingen naar 5G. De snelle verbinding en het lage energieverbruik maken het een geschikte basis voor allerlei draadloze technologie, zoals sensoren die driftig data verzamelen en verzenden. Maar hoe geloofwaardig is 5G als alternatief voor bestaande kabels en draden? Maakt het ze overbodig? En moet de grond straks dus op de schop?
Kabels zijn betrouwbaar. Zeker als ze in de grond liggen. Zolang je er niet per ongeluk met een graafmachine doorheen gaat, dan houdt de verbinding in principe stand. Maar kabels kunnen ook een last zijn. Kijk maar naar de implementatie van ERTMS. Daarvoor zijn in Nederland ongeveer 20.000 nieuwe assentellers nodig, waar nu nog twee kabels per stuk aan vast zitten. Eén voor de voeding en één voor data.
Als Prorail die kabels moet aanleggen, dan is daarvoor heel wat graafwerk langs het spoor nodig. De spoorbeheerder zou daar volgens eigen berekeningen wel zo’n veertig jaar mee bezig zijn. Met andere woorden: als het vandaag begint met de installatie, dan is het rond 2064 voor elkaar, terwijl ERTMS in 2050 het standaard beveiligingssysteem moet zijn. Maar als al die bekabeling geen factor meer is, dan wordt opeens gesproken over een jaar of tien.
5G komt naar het spoor
Precies dat wil Rail Connected voor elkaar krijgen met de ontwikkeling van draadloze assentellers, en een verbinding via 5G is daarvoor van cruciaal belang. “Een assenteller is een kerncomponent van treinbeveiliging”, vertelt eigenaar Jan-Wick Kranenburg. “Dat betekent dat de eisen zo hoog zijn, dat je er een heel erg betrouwbaar netwerk nodig hebt om draadloos te gaan. 4G is bijvoorbeeld niet betrouwbaar genoeg.”
Een ander voordeel is dat 5G minder energie verbruikt dan voorgaande generaties verbindingen. “Wij zitten in een batterijgevoelige technologie”, vertelt Kranenburg. “Hoe energiezuiniger de technologie, hoe minder vaak we batterypacks hoeven te vervangen.” Hij kijkt daarom met hoge verwachtingen naar het nieuwe netwerk. “De nieuwe releases van 5G laten zien dat er grote stappen gezet worden op het gebied van energiezuinigheid.”
Wat doen we met de kabels?
Ook op andere manieren gaat 5G onlosmakelijk deel uitmaken van de spoorinfrastructuur. Bijvoorbeeld wanneer het huidige communicatiesysteem voor het spoor GSM-R (3G) de komende jaren vervangen wordt door het op 5G gebaseerde Future Railway Mobile Communication System, afgekort FRMCS. Daardoor lijkt het misschien alsof er de komende jaren heel wat kabels verdwijnen, maar zo’n vaart zal het volgens Marc van Dijk van TNO niet lopen.
“Voor heel veel toepassingen is een kabel gewoon nog hartstikke goed”, zegt Van Dijk. Hij is senior business consultant bij TNO op het gebied van digitale infrastructuur, en sprak onlangs bij de opening van het Rail Fieldlab voor 5G. Bestaande kabels zou hij persoonlijk laten liggen, om erop terug te kunnen vallen in geval van nood. “Maar of ze daadwerkelijk weggenomen worden, dat is uiteraard deels aan de sector.”
Kloppend hart van de communicatie
Dat neemt niet weg dat er al toepassingen denkbaar zijn waarbij 5G de kwaliteit van een kabel evenaart. Van Dijk refereert bijvoorbeeld aan de opkomst van slimme fabrieksomgevingen, met robots die centraal aangestuurd door een fabriek heen rijden dankzij de mogelijkheden van 5G. “Dus dan zie je wel dat er toepassingen verzonnen kunnen worden die dicht tegen de wereld van kabels aan zitten, maar wel draadloos.”
“Maar dat is geen pleidooi om nu alle kabels die er langs het spoor en in het spoor lopen
de grond uit te trekken”, vervolgt de consultant van TNO. “Ik denk dat de kabels ook nog wel hun waarde zullen behouden en zinnig blijven. Vergeet ook niet dat van een mobiel netwerk, ondanks het laatste draadloze stukje, het leeuwendeel bekabeld is. Zonder het hart van glasvezel is er geen communicatie, ook geen mobiele communicatie.
Dit artikel verscheen eerder in Spoorpro, een collega-vakblad van Infrasite.
Lees ook: