Buizen, leidingen, pomp

Documenten vastgesteld voor verbetering sleufloze techniek kabels en leidingen

Foto: ProMedia / Vincent Krabbendam

Sleufloze technieken zonder graafbewegingen worden steeds vaker gebruikt voor de aanleg van ondergrondse infrastructuur, zoals kabels en leidingen. Om de risico’s en hinder van deze werkwijze te beperken, hebben Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) en brancheorganisatie NSTT nieuwe documenten gepubliceerd voor opdrachtgevers, aannemers en vergunningverleners / toezichthouders.

Het gaat om twee protocollen en een kennisdocument, alledrie voortgekomen uit het in 2016 gelanceerde project ‘In de ondergrond blijven’. In 2019 werd protocol 5201 – Geotechnisch grondonderzoek bij sleufloze technieken al gepubliceerd. Protocol 5211 – Boogboormethode met snijkop en het Kennisdocument Sleufloze Technieken zijn onlangs opgeleverd. Daarmee is voor elk van de drie genoemde doelgroepen een extra hulpmiddel beschikbaar voor het toepassen van sleufloze technieken bij ondergrondse infra.

Bestaande norm te uitgebreid

Voor ontwerp en uitvoering van die technologieën bestaat al de norm NEN 3650/3651. De activiteiten die daarin worden voorgeschreven, worden echter als te uitgebreid ervaren voor veel kruisingen van objecten buiten belangrijke waterstaatswerken. “Dit geldt in het bijzonder voor kleinere boringen”, legt SIKB uit. “Het nieuwe protocol 5201 is daarom gericht op het geotechnisch ontwerp van die minder omvangrijke werkzaamheden, waarmee het een behoefte in de markt opvult.”

Het document wil helpen om risico’s te verkleinen en discussies over de juiste uitvoeringswijze te vermijden. Het protocol gaat over het hele werkproces, van geotechnisch onderzoek en planfase tot realisatie. Daarbinnen vinden bureau-, terrein- en laboratoriumonderzoeken plaats.

Kennis bij alle partijen vergroten

Protocol 5211 maakt het toepassen van een relatief weinig gebruikte uitvoeringsmethode mogelijk, de boogboring met snijkop (BBM-S). Daarin worden de principes van twee al bestaande boortechnieken gecombineerd. Het protocol beschrijft vooral eisen aan de voorbereiding en uitvoering van het werk.

Het Kennisdocument wil kennis over regels die gelden voor sleufloze technieken bij alle betrokken partijen vergroten. “Het document is daarbij primair gericht op het bevoegde gezag, voor wie het een naslagwerk kan zijn bij toepassing van die regelgeving. Dat geldt zowel bij het verlenen van de voor uitvoering benodigde vergunningen als bij het daarop uit te voeren toezicht”, aldus SIKB. De documenten zijn hier te vinden.

Lees ook: Toename infra in bodem vraagt om herziening norm ondergrondse netten

Auteur: Vincent Krabbendam

Documenten vastgesteld voor verbetering sleufloze techniek kabels en leidingen | Infrasite
Buizen, leidingen, pomp

Documenten vastgesteld voor verbetering sleufloze techniek kabels en leidingen

Foto: ProMedia / Vincent Krabbendam

Sleufloze technieken zonder graafbewegingen worden steeds vaker gebruikt voor de aanleg van ondergrondse infrastructuur, zoals kabels en leidingen. Om de risico’s en hinder van deze werkwijze te beperken, hebben Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) en brancheorganisatie NSTT nieuwe documenten gepubliceerd voor opdrachtgevers, aannemers en vergunningverleners / toezichthouders.

Het gaat om twee protocollen en een kennisdocument, alledrie voortgekomen uit het in 2016 gelanceerde project ‘In de ondergrond blijven’. In 2019 werd protocol 5201 – Geotechnisch grondonderzoek bij sleufloze technieken al gepubliceerd. Protocol 5211 – Boogboormethode met snijkop en het Kennisdocument Sleufloze Technieken zijn onlangs opgeleverd. Daarmee is voor elk van de drie genoemde doelgroepen een extra hulpmiddel beschikbaar voor het toepassen van sleufloze technieken bij ondergrondse infra.

Bestaande norm te uitgebreid

Voor ontwerp en uitvoering van die technologieën bestaat al de norm NEN 3650/3651. De activiteiten die daarin worden voorgeschreven, worden echter als te uitgebreid ervaren voor veel kruisingen van objecten buiten belangrijke waterstaatswerken. “Dit geldt in het bijzonder voor kleinere boringen”, legt SIKB uit. “Het nieuwe protocol 5201 is daarom gericht op het geotechnisch ontwerp van die minder omvangrijke werkzaamheden, waarmee het een behoefte in de markt opvult.”

Het document wil helpen om risico’s te verkleinen en discussies over de juiste uitvoeringswijze te vermijden. Het protocol gaat over het hele werkproces, van geotechnisch onderzoek en planfase tot realisatie. Daarbinnen vinden bureau-, terrein- en laboratoriumonderzoeken plaats.

Kennis bij alle partijen vergroten

Protocol 5211 maakt het toepassen van een relatief weinig gebruikte uitvoeringsmethode mogelijk, de boogboring met snijkop (BBM-S). Daarin worden de principes van twee al bestaande boortechnieken gecombineerd. Het protocol beschrijft vooral eisen aan de voorbereiding en uitvoering van het werk.

Het Kennisdocument wil kennis over regels die gelden voor sleufloze technieken bij alle betrokken partijen vergroten. “Het document is daarbij primair gericht op het bevoegde gezag, voor wie het een naslagwerk kan zijn bij toepassing van die regelgeving. Dat geldt zowel bij het verlenen van de voor uitvoering benodigde vergunningen als bij het daarop uit te voeren toezicht”, aldus SIKB. De documenten zijn hier te vinden.

Lees ook: Toename infra in bodem vraagt om herziening norm ondergrondse netten

Auteur: Vincent Krabbendam