EIB Bouwconjunctuur juni 2006

Personeelstekort in de burgerlijke- en utiliteitsbouw houdt aan

Uit de conjunctuurmeting van mei 2006 bleek, dat zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw personeelstekort de belangrijkste oorzaak van stagnatie was. Dit was sinds oktober 2001 niet meer voorgekomen. Eind juni 2006 blijkt dat het personeelstekort in de b&u aanhoudt en ten opzichte van vorige maand zelfs licht is gestegen. In de woningbouw geeft 11% van de bedrijven aan dat zij te maken hebben met een personeelstekort, in de utiliteitsbouw geldt dit voor 10% van de bedrijven.

Dit constateert het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid in de conjunctuurmeting over de maand juni 2006.

De bedrijven in de gww hebben minder last van stagnatie; slechts 5% maakt hier melding van. Dit betreft vooral stagnatie door het uitblijven van orders, met name in de grond- en waterbouw (4%).

De omvang van de orderportefeuille in de bouwnijverheid is in juni 2006 met 0,2 maand licht afgenomen tot 7,5 maanden.
In de b&u nam de omvang van de orderportefeuille met 0,2 maand af tot 8,1 maanden. Dit komt doordat de orderportefeuilles in beide subsectoren met 0,2 maand zijn gekrompen. De orderportefeuille in de gww met 0,1 maand is geslonken tot 5,3 maanden. Dit komt geheel voor rekening van de grond- en waterbouw, waar de orderportefeuille met 0,2 maand afnam.

Ruim driekwart van de bedrijven beoordeelt de werkvoorraad als normaal voor de tijd van het jaar. Het percentage bedrijven dat het onderhanden werk groot vindt (17%) is echter wel groter dan het percentage dat de werkvoorraad als klein beoordeelt (8%).
Bijna 23% van de bouwbedrijven verwacht, dat zij de komende maanden in personeelsomvang toe zal nemen. Aan een inkrimping van het aantal personeelsleden denkt 6% van de bouwbedrijven. In de grond- en waterbouw zijn de bedrijven minder positief; hier verwacht 12% dat het personeelsbestand zal groeien tegenover 21% dat juist aan een inkrimping denkt.
Zowel in de b&u als in de gww verwacht 39% van de bedrijven, dat de afzetprijzen de komende periode zullen stijgen. Alleen in grond- en waterbouw denkt 1% aan een daling van de prijzen; voor de overige sectoren geldt, dat geen enkel bedrijf aan een prijsdaling denkt.

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2006 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

EIB Bouwconjunctuur juni 2006 | Infrasite

EIB Bouwconjunctuur juni 2006

Personeelstekort in de burgerlijke- en utiliteitsbouw houdt aan

Uit de conjunctuurmeting van mei 2006 bleek, dat zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw personeelstekort de belangrijkste oorzaak van stagnatie was. Dit was sinds oktober 2001 niet meer voorgekomen. Eind juni 2006 blijkt dat het personeelstekort in de b&u aanhoudt en ten opzichte van vorige maand zelfs licht is gestegen. In de woningbouw geeft 11% van de bedrijven aan dat zij te maken hebben met een personeelstekort, in de utiliteitsbouw geldt dit voor 10% van de bedrijven.

Dit constateert het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid in de conjunctuurmeting over de maand juni 2006.

De bedrijven in de gww hebben minder last van stagnatie; slechts 5% maakt hier melding van. Dit betreft vooral stagnatie door het uitblijven van orders, met name in de grond- en waterbouw (4%).

De omvang van de orderportefeuille in de bouwnijverheid is in juni 2006 met 0,2 maand licht afgenomen tot 7,5 maanden.
In de b&u nam de omvang van de orderportefeuille met 0,2 maand af tot 8,1 maanden. Dit komt doordat de orderportefeuilles in beide subsectoren met 0,2 maand zijn gekrompen. De orderportefeuille in de gww met 0,1 maand is geslonken tot 5,3 maanden. Dit komt geheel voor rekening van de grond- en waterbouw, waar de orderportefeuille met 0,2 maand afnam.

Ruim driekwart van de bedrijven beoordeelt de werkvoorraad als normaal voor de tijd van het jaar. Het percentage bedrijven dat het onderhanden werk groot vindt (17%) is echter wel groter dan het percentage dat de werkvoorraad als klein beoordeelt (8%).
Bijna 23% van de bouwbedrijven verwacht, dat zij de komende maanden in personeelsomvang toe zal nemen. Aan een inkrimping van het aantal personeelsleden denkt 6% van de bouwbedrijven. In de grond- en waterbouw zijn de bedrijven minder positief; hier verwacht 12% dat het personeelsbestand zal groeien tegenover 21% dat juist aan een inkrimping denkt.
Zowel in de b&u als in de gww verwacht 39% van de bedrijven, dat de afzetprijzen de komende periode zullen stijgen. Alleen in grond- en waterbouw denkt 1% aan een daling van de prijzen; voor de overige sectoren geldt, dat geen enkel bedrijf aan een prijsdaling denkt.

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2006 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn