EIB Bouwconjunctuur mei 2006

Eén op de tien woningbouwbedrijven heeft tekort aan personeel

Amsterdam – In de maand mei 2006 meldt één op de tien bedrijven in de woningbouw, dat ze stagnatie van het onderhanden werk ondervonden als gevolg van tekort aan personeel. Zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw is personeelstekort deze maand de belangrijkste stagnatieoorzaak. Dit is sinds oktober 2001 niet meer het geval geweest.

Dit constateert het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid in de conjunctuurmeting over de maand mei 2006.

De omvang van de orderportefeuille in de burgerlijke- en utiliteitsbouw is in mei 2006 met 0,3 maand gegroeid tot 8,3 maanden (zie figuur 1). Deze groei komt voor rekening van zowel de woningbouw als de utiliteitsbouw, waar de orderportefeuilles in omvang toenamen met 0,1 respectievelijk 0,3 maand.

In de grond-, water- en wegenbouw nam de orderportefeuille met 0,1 maand af tot 5,4 maanden (zie figuur 2).

De orderportefeuille in de totale bouwnijverheid kende eind mei 2006 een toename van 0,2 maand tot 7,7 maanden.

Eind mei 2006 gaf 7% van de bedrijven in de wegenbouw aan hinder te hebben ondervonden bij de voortgang van de werkzaamheden als gevolg van het onstuimige weer in de tweede helft van die maand. Dit is in deze subsector dan ook de grootste stagnatieoorzaak.

Per saldo geeft een meerderheid van de bedrijven aan, dat zij het onderhanden werk als groot beoordelen; 21% zegt de werkvoorraad groot te vinden, tegenover 10% die de werkvoorraad klein vindt voor de tijd van het jaar.

Van de bouwbedrijven verwacht 24% dat zij in personeelsomvang toe zal nemen in de komende maanden. Aan een inkrimping van het aantal personeelsleden denkt slechts 2% van de bouwbedrijven. Evenals voorgaande maand zijn de wegenbouwbedrijven het meest optimistisch over de werkgelegenheid; bijna 37% van deze bedrijven verwacht een groei van het personeelsbestand, terwijl slechts 1% verwacht dat zij personeel zullen moeten laten gaan.

In de gww verwacht 38% van de bedrijven dat de afzetprijzen de komende periode zullen stijgen, terwijl 1% aan een daling van de afzetprijzen denkt. Ook hier zijn de wegenbouwbedrijven het meest positief; maar liefst 62% van deze bedrijven verwacht een verhoging van de afzetprijzen. In de b&u denkt 33% van bedrijven dat de prijzen zullen stijgen; geen enkel b&u-bedrijf verwacht een prijsdaling.

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van mei 2006 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

EIB Bouwconjunctuur mei 2006 | Infrasite

EIB Bouwconjunctuur mei 2006

Eén op de tien woningbouwbedrijven heeft tekort aan personeel

Amsterdam – In de maand mei 2006 meldt één op de tien bedrijven in de woningbouw, dat ze stagnatie van het onderhanden werk ondervonden als gevolg van tekort aan personeel. Zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw is personeelstekort deze maand de belangrijkste stagnatieoorzaak. Dit is sinds oktober 2001 niet meer het geval geweest.

Dit constateert het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid in de conjunctuurmeting over de maand mei 2006.

De omvang van de orderportefeuille in de burgerlijke- en utiliteitsbouw is in mei 2006 met 0,3 maand gegroeid tot 8,3 maanden (zie figuur 1). Deze groei komt voor rekening van zowel de woningbouw als de utiliteitsbouw, waar de orderportefeuilles in omvang toenamen met 0,1 respectievelijk 0,3 maand.

In de grond-, water- en wegenbouw nam de orderportefeuille met 0,1 maand af tot 5,4 maanden (zie figuur 2).

De orderportefeuille in de totale bouwnijverheid kende eind mei 2006 een toename van 0,2 maand tot 7,7 maanden.

Eind mei 2006 gaf 7% van de bedrijven in de wegenbouw aan hinder te hebben ondervonden bij de voortgang van de werkzaamheden als gevolg van het onstuimige weer in de tweede helft van die maand. Dit is in deze subsector dan ook de grootste stagnatieoorzaak.

Per saldo geeft een meerderheid van de bedrijven aan, dat zij het onderhanden werk als groot beoordelen; 21% zegt de werkvoorraad groot te vinden, tegenover 10% die de werkvoorraad klein vindt voor de tijd van het jaar.

Van de bouwbedrijven verwacht 24% dat zij in personeelsomvang toe zal nemen in de komende maanden. Aan een inkrimping van het aantal personeelsleden denkt slechts 2% van de bouwbedrijven. Evenals voorgaande maand zijn de wegenbouwbedrijven het meest optimistisch over de werkgelegenheid; bijna 37% van deze bedrijven verwacht een groei van het personeelsbestand, terwijl slechts 1% verwacht dat zij personeel zullen moeten laten gaan.

In de gww verwacht 38% van de bedrijven dat de afzetprijzen de komende periode zullen stijgen, terwijl 1% aan een daling van de afzetprijzen denkt. Ook hier zijn de wegenbouwbedrijven het meest positief; maar liefst 62% van deze bedrijven verwacht een verhoging van de afzetprijzen. In de b&u denkt 33% van bedrijven dat de prijzen zullen stijgen; geen enkel b&u-bedrijf verwacht een prijsdaling.

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van mei 2006 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn