Dijkversterking Gorinchem Waardenburg. Foto: HWBP

Werkvoorraad GWW bleef in december gelijk

Foto: HWBP via Sylvia Lafourcade

In de laatste maand van 2021 veranderde de orderpositie van de grond-, weg- en waterbouw niet ten opzichte van de maand ervoor. De bedrijven hielden 7,3 maanden werk in het vooruitzicht. Dat meldt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).

Die drie tiende maand kwam er in november bij; in de twee maanden daarvoor hadden de Nederlandse GWW-bedrijven voor precies zeven maanden werk in de boeken staan. Maar met de 7,3 maanden waar in december sprake van was, zijn de orderboeken weer exact even goed gevuld als in de eerste maand van het jaar.

Minder werk voor wegenbouwers

Binnen de GWW waren er wel verschillen in december. De grond- en waterbouwers kregen er namelijk gemiddelde twee tiende maand werkvoorraad bij, tot een totaal van 8,2 maanden. Maar dat werd voor de GWW als geheel weer tenietgedaan door de positie van de wegenbouwers. Die zagen namelijk de werkvoorraad met twee tiende maand afnemen tot 6,4 maanden.

Zoals gebruikelijk waren de werkvoorraden in de GWW ook in december kleiner dan in de burgerlijke bouw en de utiliteitsbouw. Zij kregen er drie tiende maand werk bij en hadden bij het afsluiten van het jaar precies voor twaalf maanden werk in de boeken staan.

Stagnatie door materiaaltekort

In december gaven opnieuw veel bedrijven tegen het EIB aan dat ze een stagnering van de hoeveelheid onderhanden werk ervaren. Een derde van de ondervraagden bevestigde dit beeld. In de GWW wijt men die stagnatie vooral aan een tekort aan materialen terwijl de gebrekkige beschikbaarheid van personeel de B&U-bedrijven parten speelt.

Het EIB bracht recent een rapport uit waarin staat dat de productie van de Nederlandse GWW de komende twee jaar met 3 tot 4 procent zal groeien. Dat brengt echter ook spanningen op de arbeidsmarkt met zich mee.

Auteur: Vincent Krabbendam

Werkvoorraad GWW bleef in december gelijk | Infrasite
Dijkversterking Gorinchem Waardenburg. Foto: HWBP

Werkvoorraad GWW bleef in december gelijk

Foto: HWBP via Sylvia Lafourcade

In de laatste maand van 2021 veranderde de orderpositie van de grond-, weg- en waterbouw niet ten opzichte van de maand ervoor. De bedrijven hielden 7,3 maanden werk in het vooruitzicht. Dat meldt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).

Die drie tiende maand kwam er in november bij; in de twee maanden daarvoor hadden de Nederlandse GWW-bedrijven voor precies zeven maanden werk in de boeken staan. Maar met de 7,3 maanden waar in december sprake van was, zijn de orderboeken weer exact even goed gevuld als in de eerste maand van het jaar.

Minder werk voor wegenbouwers

Binnen de GWW waren er wel verschillen in december. De grond- en waterbouwers kregen er namelijk gemiddelde twee tiende maand werkvoorraad bij, tot een totaal van 8,2 maanden. Maar dat werd voor de GWW als geheel weer tenietgedaan door de positie van de wegenbouwers. Die zagen namelijk de werkvoorraad met twee tiende maand afnemen tot 6,4 maanden.

Zoals gebruikelijk waren de werkvoorraden in de GWW ook in december kleiner dan in de burgerlijke bouw en de utiliteitsbouw. Zij kregen er drie tiende maand werk bij en hadden bij het afsluiten van het jaar precies voor twaalf maanden werk in de boeken staan.

Stagnatie door materiaaltekort

In december gaven opnieuw veel bedrijven tegen het EIB aan dat ze een stagnering van de hoeveelheid onderhanden werk ervaren. Een derde van de ondervraagden bevestigde dit beeld. In de GWW wijt men die stagnatie vooral aan een tekort aan materialen terwijl de gebrekkige beschikbaarheid van personeel de B&U-bedrijven parten speelt.

Het EIB bracht recent een rapport uit waarin staat dat de productie van de Nederlandse GWW de komende twee jaar met 3 tot 4 procent zal groeien. Dat brengt echter ook spanningen op de arbeidsmarkt met zich mee.

Auteur: Vincent Krabbendam