Station

Een station is een plaats langs het spoor waar reizigerstreinen halteren zodat reizigers kunnen in- en uitstappen. Een station bestaat uit één of meerdere perron’s langs het spoor. Er wordt verschil gemaakt tussen halte’s en stations. Haltes liggen langs de vrije baan, hetgeen wil zeggen dat er geen overloopwissels zijn. Veelal is er sprake van een transferfunctie.

Veel stations kennen een traverse waarmee de sporen ongehinderd kunnen worden overgestoken. Om het hoogte verschil tussen de traverse en het perron te overbruggen zijn er zogenaamde stijgpunten te vinden: roltrappen, liften en trappen.

Reizigers kunnen op haltes en stations vervoersbewijzen kopen of met hun chipkaart in- of uitchecken en deze opwaarderen. Ook is er reisinformatie zoals de Centrale Trein Aanwijzer. Grotere stations kennen vaak een stationshal waar de ontvangstfuncties zijn samengebracht. Er zijn vaak winkels, horeca of restauratiegelegenheden te vinden, waarvan een aantal onder verantwoordelijkheid van NS Poort. Het spoorbeeld beschrijft de hedendaagse vormgeving van stations. De (binnen de Spoorbranche, bij communicatie met Infrabeheerder ProRail) verplichte namen van stations en hun afkortingen zijn te vinden in de Lijst van Verkoringen, zie onder Lijst van afkortingen en verkortingen.

Nieuwe sleutelprojecten

Langs de hogesnelheidsverbindingen worden de stations opgeknapt. Dit wordt onder de noemer van de Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) gedaan. Het betreft de volgende stations:

  • Amsterdam Zuid
  • Arnhem Centraal
  • Breda
  • Den Haag CentraalDen Haag Centraal
  • Rotterdam Centraal
  • Utrecht Centraal

Nieuwe stations

Om nieuwe stations langs het hoofdspoor te openen wordt door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de NS een minimaal aantal reizigers geëist van 1.000 reizigers per dag. Vaak worden nabij het spoor kantoren of woningen gerealiseerd, hetgeen nieuwe reizigers aantrekt. Het Knoop-plaatswaardemodel van Bertolini beschrijft de verhouding tussen de ruimtelijke en verkeerskundige betekenis van stations.

Veraangenamen

Bestaande stations worden de laatste jaren verbeterd omdat de wachttijd door reizigers het slechtst gewaardeerd wordt in de totale verplaatsing. De Klantwensenpiramide beschrijft de hiërarchische verhouding van klantwensen.

Zo wordt een ingrijpende aanpassing wordt gedaan op het Amsterdam CS. Dit heeft te maken met de Noord/Zuidlijn die in Amsterdam gerealiseerd wordt en klaar is in het jaar 2013.

Perrons zijn feitelijk nog vrij toegankelijk, waarvan soms misbruik wordt gemaakt. Door uitvoering van het programma Elektronische en beheerste toegang stations (ET/BTS) worden poortjes geplaatst waar met een chipkaart van de reiziger onder andere toegang tot de perrons wordt verleend. Het doel ervan is onder andere de sociale veiligheid op perrons te vergroten en zwartrijders in de treinen te weren en zo de veiligheid en beleving van de reiziger te verbeteren.

Links

Hobbysite alle stations in NL met veel details

Wikipedia: spoorwegstation

Wikipedia: lijst van NL stations

Station | Infrasite

Station

Een station is een plaats langs het spoor waar reizigerstreinen halteren zodat reizigers kunnen in- en uitstappen. Een station bestaat uit één of meerdere perron’s langs het spoor. Er wordt verschil gemaakt tussen halte’s en stations. Haltes liggen langs de vrije baan, hetgeen wil zeggen dat er geen overloopwissels zijn. Veelal is er sprake van een transferfunctie.

Veel stations kennen een traverse waarmee de sporen ongehinderd kunnen worden overgestoken. Om het hoogte verschil tussen de traverse en het perron te overbruggen zijn er zogenaamde stijgpunten te vinden: roltrappen, liften en trappen.

Reizigers kunnen op haltes en stations vervoersbewijzen kopen of met hun chipkaart in- of uitchecken en deze opwaarderen. Ook is er reisinformatie zoals de Centrale Trein Aanwijzer. Grotere stations kennen vaak een stationshal waar de ontvangstfuncties zijn samengebracht. Er zijn vaak winkels, horeca of restauratiegelegenheden te vinden, waarvan een aantal onder verantwoordelijkheid van NS Poort. Het spoorbeeld beschrijft de hedendaagse vormgeving van stations. De (binnen de Spoorbranche, bij communicatie met Infrabeheerder ProRail) verplichte namen van stations en hun afkortingen zijn te vinden in de Lijst van Verkoringen, zie onder Lijst van afkortingen en verkortingen.

Nieuwe sleutelprojecten

Langs de hogesnelheidsverbindingen worden de stations opgeknapt. Dit wordt onder de noemer van de Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) gedaan. Het betreft de volgende stations:

  • Amsterdam Zuid
  • Arnhem Centraal
  • Breda
  • Den Haag CentraalDen Haag Centraal
  • Rotterdam Centraal
  • Utrecht Centraal

Nieuwe stations

Om nieuwe stations langs het hoofdspoor te openen wordt door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de NS een minimaal aantal reizigers geëist van 1.000 reizigers per dag. Vaak worden nabij het spoor kantoren of woningen gerealiseerd, hetgeen nieuwe reizigers aantrekt. Het Knoop-plaatswaardemodel van Bertolini beschrijft de verhouding tussen de ruimtelijke en verkeerskundige betekenis van stations.

Veraangenamen

Bestaande stations worden de laatste jaren verbeterd omdat de wachttijd door reizigers het slechtst gewaardeerd wordt in de totale verplaatsing. De Klantwensenpiramide beschrijft de hiërarchische verhouding van klantwensen.

Zo wordt een ingrijpende aanpassing wordt gedaan op het Amsterdam CS. Dit heeft te maken met de Noord/Zuidlijn die in Amsterdam gerealiseerd wordt en klaar is in het jaar 2013.

Perrons zijn feitelijk nog vrij toegankelijk, waarvan soms misbruik wordt gemaakt. Door uitvoering van het programma Elektronische en beheerste toegang stations (ET/BTS) worden poortjes geplaatst waar met een chipkaart van de reiziger onder andere toegang tot de perrons wordt verleend. Het doel ervan is onder andere de sociale veiligheid op perrons te vergroten en zwartrijders in de treinen te weren en zo de veiligheid en beleving van de reiziger te verbeteren.

Links

Hobbysite alle stations in NL met veel details

Wikipedia: spoorwegstation

Wikipedia: lijst van NL stations