Punctualiteit

Punctualiteit (of stiptheid) is de mate, waarin vertrek en/of aankomsttijden van voertuigen in de praktijk overeenkomen met de Dienstregeling. Punctualiteit is een belangrijke maatstaf voor de Kwaliteit van de uitvoering van het in de dienstregeling geplande proces. Naast, of in plaats van, punctualiteit kan ook Regelmaat als maatstaf worden genomen.

Binnen de spoorwegwereld wordt punctualiteit weergegeven in het percentage Treinen dat binnen een bepaalde afwijking van de dienstregeling is vertrokken en/of aangekomen. Bij  de Nederlandse Spoorwegen is die grens 3 minuten; in de meeste landen wordt de 5 minutengrens gehanteerd.

Punctualiteit kan ook worden uitgedrukt in een gemiddelde, absolute afwijking van de Dienstregeling. Met name binnen het stads- en streekvervoer komen negatieve afwijkingen voor (i.e. te vroeg rijden), die door gebruik te maken van een absolute waarde ook worden meegenomen in de gemiddelde waarde.

Voertuigpunctualiteit

Punctualiteit wordt bepaald door de actuele tijdligging van een voertuig te vergelijken met de tijdligging in de dienstregeling. Deze dienstregeling bevat een plan om vervoerdiensten te bieden, maar is opgesteld onder de aanname dat er geen (grote) verstoringen plaatsvinden. Zijn die er wel, dan is die aanname niet meer geldig en kan het noodzakelijk zijn om te herplannen om onder de heersende omstandigheden toch nog een redelijke, maar verminderde dienstverlening te kunnen bieden. Bijvoorbeeld extra stoppen om overstappen te faciliteren of om reizigers op te pikken die zijn gestrand als gevolg van een eerdere rituitval, of het rijden van enkel stoptreinen op een gedeeltelijk versperd traject. Dit soort maatregelen kunnen goed zijn voor de dienstverlening, maar slecht voor de punctualiteit ten opzichte van het oorspronkelijke plan, zoals die nu is gedefinieerd. In feite is dit een zinloze maat: het heeft immers geen zin om te meten hoe goed een bestuurder op tijd rijdt, indien men door de herplanning heeft bepaald dat hij eigenlijk beter op een andere tijd zou kunnen rijden. Punctualiteit als maat voor de procesuitvoering dient dus gebaseerd te zijn op het actuele, en niet op het oorspronkelijke productieplan.

De verantwoording van de reizigersvervoersmaatschappij naar de opdrachtgever (ministerie of provincie) vindt onder andere plaats met behulp van Key Performance Indicators (KPI’s) of prestatie-indicatoren. Een daarvan is de Aankomstpunctualiteit. Een andere is ‘Opgeheven treinen’.

Aankomstpunctualiteit is de verhouding, uitgedrukt in procenten, tussen het aantal treinen dat op tijd aankomt ten opzichte van het aantal treinen dat ook echt is aangekomen. Hierbij geldt dat ‘op tijd’ betekent: niet later dan 2 minuten en 59 seconden. De KPI’s worden in Nederland gemeten op 35 gedefinieerde contractknooppunten. Zo zijn er treinen die slechts één keer worden gemeten tijdens heen- en terugreis, terwijl er ook treinen zijn die wel 6 keer worden gemeten op een enkele reis. Elke meting telt mee en telt even zwaar.

Opgeheven treinen is de verhouding tussen het aantal niet gemeten aankomsten en het aantal geplande aankomsten. Dit percentage wordt gecorrigeerd met het aantal ‘nieuw’ ingelegde treinen. Ook hier geldt dat de metingen gelden op de 35 contractknooppunten. Als voorbeeld. Trein A rijdt is gepland van Maastricht naar Alkmaar en wordt onderweg gemeten in Sittard, Roermond, Eindhoven, ‘s-Hertogenbosch, Utrecht Centraal, Duivendrecht, Amsterdam Centraal en Alkmaar. De trein wordt door omstandigheden opgeheven vanaf Eindhoven. Vanaf Utrecht wordt er een nieuwe trein ingelegd. Dit betekent dat er uiteindelijk 2 aankomsten niet zijn gemeten op een planning van 8 aankomsten. Dus opgeheven is 25%.

Het percentage opgeheven treinen is bij NS ongeveer 2% met een target van 1,5%.

Intern een vervoerder gelden meerdere punctualiteit performance indicators (PI’s). NS stuurt onder andere op Startpunctualiteit, Knooppuntpunctualiteit, Gerealiseerde Aansluitingen en Vertrekpunctualiteit.

Reizigerspunctualiteit

Wil men puctualiteit gebruiken als indicator voor de kwaliteit van de dienstverlening aan de klant, dan zal men niet de voertuigpunctualiteit moeten meten maar de deur-tot-deur (desnoods station-tot-station)-reistijd van de klant ten opzichte van diens plan (bijvoorbeeld het door OV9292 uitgegeven reisadvies. Deze indicator dient dus juist wel gerelateerd te worden aan het oorspronkelijke plan (van de klant), dat immers als zodanig aan de klant is beloofd. Overgaan tot (ook) dit type meting maakt maatregelen mogelijk die in het huidige punctualiteitsdenken niet aantrekkelijk zijn, bijvoorbeeld om een kleine vertraging van het ene voertuig te accepteren zodat een ander voertuig meer vertraging kan kwijtraken. In dat geval wordt de totale klantpunctualiteit gemaximaliseerd, terwijl de voertuigpunctualiteit (ten opzichte van het oorspronkelijke plan, niet ten opzichte van het geactualiseerde plan) verslechtert.

Links:

  • "Altijd op Tijd?" (Afstudeeronderzoek naar het voorspellen van punctualiteit op het Nederlandse netwerk)
Punctualiteit | Infrasite

Punctualiteit

Punctualiteit (of stiptheid) is de mate, waarin vertrek en/of aankomsttijden van voertuigen in de praktijk overeenkomen met de Dienstregeling. Punctualiteit is een belangrijke maatstaf voor de Kwaliteit van de uitvoering van het in de dienstregeling geplande proces. Naast, of in plaats van, punctualiteit kan ook Regelmaat als maatstaf worden genomen.

Binnen de spoorwegwereld wordt punctualiteit weergegeven in het percentage Treinen dat binnen een bepaalde afwijking van de dienstregeling is vertrokken en/of aangekomen. Bij  de Nederlandse Spoorwegen is die grens 3 minuten; in de meeste landen wordt de 5 minutengrens gehanteerd.

Punctualiteit kan ook worden uitgedrukt in een gemiddelde, absolute afwijking van de Dienstregeling. Met name binnen het stads- en streekvervoer komen negatieve afwijkingen voor (i.e. te vroeg rijden), die door gebruik te maken van een absolute waarde ook worden meegenomen in de gemiddelde waarde.

Voertuigpunctualiteit

Punctualiteit wordt bepaald door de actuele tijdligging van een voertuig te vergelijken met de tijdligging in de dienstregeling. Deze dienstregeling bevat een plan om vervoerdiensten te bieden, maar is opgesteld onder de aanname dat er geen (grote) verstoringen plaatsvinden. Zijn die er wel, dan is die aanname niet meer geldig en kan het noodzakelijk zijn om te herplannen om onder de heersende omstandigheden toch nog een redelijke, maar verminderde dienstverlening te kunnen bieden. Bijvoorbeeld extra stoppen om overstappen te faciliteren of om reizigers op te pikken die zijn gestrand als gevolg van een eerdere rituitval, of het rijden van enkel stoptreinen op een gedeeltelijk versperd traject. Dit soort maatregelen kunnen goed zijn voor de dienstverlening, maar slecht voor de punctualiteit ten opzichte van het oorspronkelijke plan, zoals die nu is gedefinieerd. In feite is dit een zinloze maat: het heeft immers geen zin om te meten hoe goed een bestuurder op tijd rijdt, indien men door de herplanning heeft bepaald dat hij eigenlijk beter op een andere tijd zou kunnen rijden. Punctualiteit als maat voor de procesuitvoering dient dus gebaseerd te zijn op het actuele, en niet op het oorspronkelijke productieplan.

De verantwoording van de reizigersvervoersmaatschappij naar de opdrachtgever (ministerie of provincie) vindt onder andere plaats met behulp van Key Performance Indicators (KPI’s) of prestatie-indicatoren. Een daarvan is de Aankomstpunctualiteit. Een andere is ‘Opgeheven treinen’.

Aankomstpunctualiteit is de verhouding, uitgedrukt in procenten, tussen het aantal treinen dat op tijd aankomt ten opzichte van het aantal treinen dat ook echt is aangekomen. Hierbij geldt dat ‘op tijd’ betekent: niet later dan 2 minuten en 59 seconden. De KPI’s worden in Nederland gemeten op 35 gedefinieerde contractknooppunten. Zo zijn er treinen die slechts één keer worden gemeten tijdens heen- en terugreis, terwijl er ook treinen zijn die wel 6 keer worden gemeten op een enkele reis. Elke meting telt mee en telt even zwaar.

Opgeheven treinen is de verhouding tussen het aantal niet gemeten aankomsten en het aantal geplande aankomsten. Dit percentage wordt gecorrigeerd met het aantal ‘nieuw’ ingelegde treinen. Ook hier geldt dat de metingen gelden op de 35 contractknooppunten. Als voorbeeld. Trein A rijdt is gepland van Maastricht naar Alkmaar en wordt onderweg gemeten in Sittard, Roermond, Eindhoven, ‘s-Hertogenbosch, Utrecht Centraal, Duivendrecht, Amsterdam Centraal en Alkmaar. De trein wordt door omstandigheden opgeheven vanaf Eindhoven. Vanaf Utrecht wordt er een nieuwe trein ingelegd. Dit betekent dat er uiteindelijk 2 aankomsten niet zijn gemeten op een planning van 8 aankomsten. Dus opgeheven is 25%.

Het percentage opgeheven treinen is bij NS ongeveer 2% met een target van 1,5%.

Intern een vervoerder gelden meerdere punctualiteit performance indicators (PI’s). NS stuurt onder andere op Startpunctualiteit, Knooppuntpunctualiteit, Gerealiseerde Aansluitingen en Vertrekpunctualiteit.

Reizigerspunctualiteit

Wil men puctualiteit gebruiken als indicator voor de kwaliteit van de dienstverlening aan de klant, dan zal men niet de voertuigpunctualiteit moeten meten maar de deur-tot-deur (desnoods station-tot-station)-reistijd van de klant ten opzichte van diens plan (bijvoorbeeld het door OV9292 uitgegeven reisadvies. Deze indicator dient dus juist wel gerelateerd te worden aan het oorspronkelijke plan (van de klant), dat immers als zodanig aan de klant is beloofd. Overgaan tot (ook) dit type meting maakt maatregelen mogelijk die in het huidige punctualiteitsdenken niet aantrekkelijk zijn, bijvoorbeeld om een kleine vertraging van het ene voertuig te accepteren zodat een ander voertuig meer vertraging kan kwijtraken. In dat geval wordt de totale klantpunctualiteit gemaximaliseerd, terwijl de voertuigpunctualiteit (ten opzichte van het oorspronkelijke plan, niet ten opzichte van het geactualiseerde plan) verslechtert.

Links:

  • "Altijd op Tijd?" (Afstudeeronderzoek naar het voorspellen van punctualiteit op het Nederlandse netwerk)