Hoofdmonteur

De mensen bij de technische dienst van NS gingen werken, kwamen vaak overal vandaan, b.v. elektriciëns uit de bouw of zwakstroommonteurs bij de PTT vandaan enz. Omdat de techniek binnen de spoorse omgeving veel meer eisen stelde t.a.v. Veiligheid van personen en Treinen (zie ook Spoorwegwet), had NS een eigen opleidings instituut (NSO).

Ook al had je al veel technische ervaring met diploma’s en al, je begon bij NS weer van onder af aan als aspirant Monteur. Afhankelijk van de afdeling waar je werkte (Seinwezen, Energie Voorziening of Telecom) werd je tot monteur binnen dat techniek veld opgeleid.

Nadat je een aantal jaren als monteur had gewerkt, kwam je afhankelijk van de beoordelingen over je inzet en kwaliteiten in aanmerking voor een opleiding tot Hoofdmonteur.

Van een Hoofdmonteur wordt verwacht dat hij zelfstandig kan werken op alle terreinen van het techniekveld (Seinwezen, Energievoorziening of Telecom) waarin hij werkzaam is. Ook moet hij leiding kunnen geven aan een kleine groep monteurs. Verder moet hij werkplanningen kunnen opstellen, documentatie en tekeningen kunnen opstellen en bijhouden, ook de communicatie naar andere afdelingen kunnen verzorgen m.b.t. verwachte hersteltijden of Buitendienststellingen.

Van een goede Hoofdmonteur verwachten we het volgende:

  1. Kan geheel zelfstandig alle voorkomende werkzaamheden uitvoeren.
  2. Kan leiding geven aan een groep monteurs.
  3. Kan zich snel nieuwe technieken eigen maken, hiervoor werkwijzen en werkmethodes opstellen en dit aan monteurs overdragen.
  4. Draait bij toerbeurt wachtdienst in de avonden en weekends om voorkomende Storingen te verhelpen, hierbij draagt de Hoofdmonteur alle verantwoording voor de inzet van een of meer monteurs en de te hanteren oplossingsmethode.
  5. Kan zelfstandig onderhoudsplanningen opstellen, incluisief materiaalvoorziening (bestellen van onderdelen) en leiding geven aan een groep monteurs die het geplande onderhoud uitvoeren. Het uitvoeren van steekproefsgewijze controle en terugkoppeling over de bevindingen hoort daar ook bij.
Hoofdmonteur | Infrasite

Hoofdmonteur

De mensen bij de technische dienst van NS gingen werken, kwamen vaak overal vandaan, b.v. elektriciëns uit de bouw of zwakstroommonteurs bij de PTT vandaan enz. Omdat de techniek binnen de spoorse omgeving veel meer eisen stelde t.a.v. Veiligheid van personen en Treinen (zie ook Spoorwegwet), had NS een eigen opleidings instituut (NSO).

Ook al had je al veel technische ervaring met diploma’s en al, je begon bij NS weer van onder af aan als aspirant Monteur. Afhankelijk van de afdeling waar je werkte (Seinwezen, Energie Voorziening of Telecom) werd je tot monteur binnen dat techniek veld opgeleid.

Nadat je een aantal jaren als monteur had gewerkt, kwam je afhankelijk van de beoordelingen over je inzet en kwaliteiten in aanmerking voor een opleiding tot Hoofdmonteur.

Van een Hoofdmonteur wordt verwacht dat hij zelfstandig kan werken op alle terreinen van het techniekveld (Seinwezen, Energievoorziening of Telecom) waarin hij werkzaam is. Ook moet hij leiding kunnen geven aan een kleine groep monteurs. Verder moet hij werkplanningen kunnen opstellen, documentatie en tekeningen kunnen opstellen en bijhouden, ook de communicatie naar andere afdelingen kunnen verzorgen m.b.t. verwachte hersteltijden of Buitendienststellingen.

Van een goede Hoofdmonteur verwachten we het volgende:

  1. Kan geheel zelfstandig alle voorkomende werkzaamheden uitvoeren.
  2. Kan leiding geven aan een groep monteurs.
  3. Kan zich snel nieuwe technieken eigen maken, hiervoor werkwijzen en werkmethodes opstellen en dit aan monteurs overdragen.
  4. Draait bij toerbeurt wachtdienst in de avonden en weekends om voorkomende Storingen te verhelpen, hierbij draagt de Hoofdmonteur alle verantwoording voor de inzet van een of meer monteurs en de te hanteren oplossingsmethode.
  5. Kan zelfstandig onderhoudsplanningen opstellen, incluisief materiaalvoorziening (bestellen van onderdelen) en leiding geven aan een groep monteurs die het geplande onderhoud uitvoeren. Het uitvoeren van steekproefsgewijze controle en terugkoppeling over de bevindingen hoort daar ook bij.