Handheld Terminal

Om het veilig werken aan de infrastructuur van de Betuweroute mogelijk te maken is door ProRail, ALSTOM en Intraffic een nieuw Werkplekbeveiligingsmiddel ontwikkeld: het Handheld Terminal systeem. Dit systeem sluit aan bij de regelgeving van ProRail, het [Normenkader Veilig Werken (NVW)|NVW.

Uitgangspunten Veilig werken aan de Infra (VWI) op de Betuweroute

De belangrijkste uitgangspunten zijn:

  1. De railinfra is onderverdeeld in werkzones die uniek gekenmerkt zijn door middel van werkzonebordjes.
  2. De verantwoordelijkheid voor een werkzone wordt bij een buitendienststelling expliciet overgedragen van Treindienstleider aan de [Leider Werkplekbeveiliging (LWB)|LWB en vice versa.
  3. Werkplekbeveiliging is een integraal onderdeel van het [beveiligingssysteem|Beveiliging. [Rijwegen|Rijweg en buitendienstgestelde werkzones sluiten elkaar uit.
  4. LWB en [Leider Lokale Veiligheid (LLV)|LLV zijn in staat hun eigen veiligheidsmaatregelen te nemen.
  5. De wissels in een buiten dienst genomen werkzone worden door LWB of een LLV bediend.
  6. LWB en LLV beschikken over een Handheld Terminal (HHT) die in verbinding staat met het Bev21 beveiligingssysteem van de Betuweroute. De HHT mag alleen gebruikt worden door hiervoor gecertificeerde LWB- en LLV’ers.
  7. De bestaande werkwijze met WBI en WECO blijft onveranderd.
  8. Gebruik van de [Zelfsignalerende Kortsluitlans (ZKL)|Kortsluitlans is op de Betuweroute niet toegestaan.

Hoe werkt het Handheld Terminal systeem?

In dit schema worden de toestanden van een werkzone en de handelingen van alle betrokkenen weergegeven.

Als de werkzone in dienst is valt deze onder de verantwoordelijkheid van de treindienstleider. Bij aanvang van de werkzaamheden geeft de Treindienstleider de werkzone door middel van een opdracht aan het [Procesleidingssysteem|Procesleiding. De LWB en de Treindienstleider maken de WECO op en na het tekenen daarvan neemt de LWB zijn maatregelen door de werkzone te nemen met behulp van zijn Handheld Terminal (HHT). De LWB is nu "eigenaar" van de werkzone. Het nemen van de werkzone is te vergelijken met het plaatsen van de [ZKL|Kortsluitlans bij conventionele buitendienststellingen.

Voor het weer terug in dienst stellen van een werkzone wordt de omgekeerde werkwijze gevolgd. De LWB geeft de werkzone terug en na het ondertekenen van de WECO neemt de Treindienstleider de werkzone terug. Bij het teruggeven geldt dat alleen de LWB die "eigenaar" van de werkzone is deze terug kan geven.

Om dit mogelijk te maken moeten LWB en LLV inloggen op het centrale Bev21 beveiligingssysteem. Ze krijgen daarvoor een persoonlijke gebruikersnaam en wachtwoord.

Uitsluiting van rijwegen

Bij het geven van de werkzone door de Treindienstleider controleert het Bev21 beveiligingssysteem dat er geen rijwegen in de werkzone ingesteld zijn. Als een werkzone eenmaal gegeven is sluit het systeem uit dat er rijwegen in de werkzone ingesteld worden. Ook kan de treindienstleider de wissels van de werkzone niet meer bedienen.

Grensmaatregelen

Bij het geven van een werkzone door de treindienstleider stuurt Bev21 wissels binnen en buiten de werkzone in de van de werkzone afleidende stand, deze vormen de zogenaamde grensmaatregelen. Deze wissels schermen de werkzone van de omliggende sporen af. Daarmee wordt voorkomen dat werkmaterieel onbedoeld het nevenspoor oprijdt. Het onbedoeld binnenrijden van treinen wordt voorkomen door de ERTMS remcurvebewaking.

Bij het geven kan ook automatisch een tijdelijke snelheidsbeperking op het nevenspoor van kracht worden (maar deze maatregel wordt op de Betuweroute niet gebruikt).

Blokkeren werkzone voor teruggave

De [Leider Lokale Veiligheid (LLV)|LLV controleert, voordat het spoor door de werkploeg betreden wordt, met zijn HHT dat de werkzone genomen is. Bovendien blokkeert de LLV de werkzone voor teruggave zodat het niet mogelijk is dat de werkzone wordt teruggegeven zonder zijn medewerking. Alleen degene die een blokkering heeft aangebracht kan deze weer verwijderen.

Meerdere [LLV’s|LLV kunnen hun eigen blokkering aanbrengen (de blokkeringen zijn "gestapeld"). Pas als alle blokkeringen op een werkzone verwijderd zijn kan deze weer teruggegeven worden.

Bediening van wissels

[Wissels|Wissel in een genomen werkzone worden door de LWB en LLV bediend. Inliggende [wissels|Wissel die niet als grensmaatregel dienen worden na het nemen en blokkeren van de werkzone direct "lokaal bedienbaar" voor LWB en LLV.

Blokkeren van wissels voor bediening

Een "lokaal bedienbaar" wissel kan door LWB en LLV geblokkeerd worden voor bediening. Na het aanbrengen van zo’n blokkering kan het wissel niet meer bediend worden.

Ook deze blokkeringen zijn "gestapeld". Een wissel kan pas bediend worden als er geen enkele blokkering op het wissel is gelegd.

Opheffen grensmaatregelen

De Treindienstleider beschikt over de mogelijkheid om een grensmaatregel van een genomen werkzone op te heffen. Hij doet dit via een opdracht aan het [Procesleidingssysteem|Procesleiding. Het grenswissel geldt daarna als een lokaal bedienbaar wissel. Alleen als de grenswissels in de afleidende stand liggen kunnen de grensmaatregelen weer hersteld worden door de Treindienstleider.

Dit geldt voor alle grenswissels, zowel de wissels die binnen de werkzone als de wissels die buiten de werkzone liggen. Meestal zijn dit situaties met overloopwissels. Op het conventionele spoor zijn deze wissels meestal gekoppeld, op de Betuweroute zijn ze echter individueel bedienbaar.

Overdracht van eigendom

Het systeem maakt het ook mogelijk om bij langdurige buitendienststellingen (naast de reguliere afstemming met de treindienstleider) het eigendom van een werkzone over te dragen aan een andere LWB. Deze wordt daarmee de nieuwe "eigenaar" van de werkzone. De oorspronkelijke LWB geeft op zijn HHT een opdracht het eigendom van een werkzone aan de aangegeven LWB over te dragen en deze LWB geeft op zijn HHT de opdracht het eigendom van deze werkzone over te dragen. Pas als deze opdrachten tegelijkertijd uitgevoerd worden, wordt het eigendom van de werkzone daadwerkelijk overgedragen.

Handheld Terminal

De Handheld Terminal heeft via een GSM-R telefoon verbinding met het centrale Bev21 beveiligingssysteem. De communicatie met het Bev21 systeem is beveiligd (op eenzelfde manier als de communicatie tussen trein en Bev21 beveiligd is). De HHT fungeert slechts als doorgeefluik voor de invoer van opdrachten en de weergave van statussen; alle veiligheidsgerelateerde toestanden worden uitsluitend in het centrale Bev21 systeem bewaard.

De HHT is voorzien van een scherm, een touch-screen, meestal gebruikt voor de invoer van opdrachten, en een toetsenbord, vooral voor de invoer van werkzone-id’s.

De menustructuur is zo eenvoudig mogelijk gehouden, de gebruiker wordt door middel van een aantal schermen door de opdrachten geleid.

Hoofdmenu

Het hoofdmenu toont de volgende mogelijkheden:

  1. Overzicht van de werkzones die de gebruiker in "eigendom" heeft en de blokkeringen die hij aangebracht heeft,
  2. Opdrachten op een werkzone: nemen/teruggeven, blokkeren/deblokkeren, status opvragen, en eigendom overdragen/accepteren,
  3. Opdrachten op een wissel: blokkeren/deblokkeren, opvragen toestand en bedienen van het wissel.

Hierna volgen twee voorbeelden van de uitvoering van een opdracht op de HHT, het nemen van een werkzone en het bedienen van een wissel.

Nemen werkzone

In het hoofdmenu drukt de gebruiker op de toets "Eigendom" en in het volgende menu op de toets "Zone nemen" waarna een invoerscherm verschijnt. De gebruiker tikt de id van de werkzone die hij wil nemen in en drukt op de pijl naar rechts ter bevestiging van de opdracht. Na een aantal seconden wordt een scherm getoond met de nieuwe status van de werkzone. De doorgekruiste trein en het open hangslot geven aan dat de werkzone genomen en nog niet geblokkeerd voor teruggave is. Het vlak daaronder toont de eigenaar van de werkzone (in dit geval de gebruiker die de werkzone genomen heeft) en degenen die de werkzone geblokkeerd hebben (in dit geval nog niemand).

 

Bediening van een wissel

In het hoofdmenu drukt de gebruiker op de toets "Wissel bedienen". Op het invoerscherm tikt de gebruiker daarna het nummer in van het wissel dat hij wil bedienen en de stand waarin hij het wissel wil sturen. Na invoer van de opdracht (en de pijl naar rechts als bevestiging), verschijnt na het omlopen van het wissel de nieuwe toestand op het scherm.

Handheld Terminal | Infrasite

Handheld Terminal

Om het veilig werken aan de infrastructuur van de Betuweroute mogelijk te maken is door ProRail, ALSTOM en Intraffic een nieuw Werkplekbeveiligingsmiddel ontwikkeld: het Handheld Terminal systeem. Dit systeem sluit aan bij de regelgeving van ProRail, het [Normenkader Veilig Werken (NVW)|NVW.

Uitgangspunten Veilig werken aan de Infra (VWI) op de Betuweroute

De belangrijkste uitgangspunten zijn:

  1. De railinfra is onderverdeeld in werkzones die uniek gekenmerkt zijn door middel van werkzonebordjes.
  2. De verantwoordelijkheid voor een werkzone wordt bij een buitendienststelling expliciet overgedragen van Treindienstleider aan de [Leider Werkplekbeveiliging (LWB)|LWB en vice versa.
  3. Werkplekbeveiliging is een integraal onderdeel van het [beveiligingssysteem|Beveiliging. [Rijwegen|Rijweg en buitendienstgestelde werkzones sluiten elkaar uit.
  4. LWB en [Leider Lokale Veiligheid (LLV)|LLV zijn in staat hun eigen veiligheidsmaatregelen te nemen.
  5. De wissels in een buiten dienst genomen werkzone worden door LWB of een LLV bediend.
  6. LWB en LLV beschikken over een Handheld Terminal (HHT) die in verbinding staat met het Bev21 beveiligingssysteem van de Betuweroute. De HHT mag alleen gebruikt worden door hiervoor gecertificeerde LWB- en LLV’ers.
  7. De bestaande werkwijze met WBI en WECO blijft onveranderd.
  8. Gebruik van de [Zelfsignalerende Kortsluitlans (ZKL)|Kortsluitlans is op de Betuweroute niet toegestaan.

Hoe werkt het Handheld Terminal systeem?

In dit schema worden de toestanden van een werkzone en de handelingen van alle betrokkenen weergegeven.

Als de werkzone in dienst is valt deze onder de verantwoordelijkheid van de treindienstleider. Bij aanvang van de werkzaamheden geeft de Treindienstleider de werkzone door middel van een opdracht aan het [Procesleidingssysteem|Procesleiding. De LWB en de Treindienstleider maken de WECO op en na het tekenen daarvan neemt de LWB zijn maatregelen door de werkzone te nemen met behulp van zijn Handheld Terminal (HHT). De LWB is nu "eigenaar" van de werkzone. Het nemen van de werkzone is te vergelijken met het plaatsen van de [ZKL|Kortsluitlans bij conventionele buitendienststellingen.

Voor het weer terug in dienst stellen van een werkzone wordt de omgekeerde werkwijze gevolgd. De LWB geeft de werkzone terug en na het ondertekenen van de WECO neemt de Treindienstleider de werkzone terug. Bij het teruggeven geldt dat alleen de LWB die "eigenaar" van de werkzone is deze terug kan geven.

Om dit mogelijk te maken moeten LWB en LLV inloggen op het centrale Bev21 beveiligingssysteem. Ze krijgen daarvoor een persoonlijke gebruikersnaam en wachtwoord.

Uitsluiting van rijwegen

Bij het geven van de werkzone door de Treindienstleider controleert het Bev21 beveiligingssysteem dat er geen rijwegen in de werkzone ingesteld zijn. Als een werkzone eenmaal gegeven is sluit het systeem uit dat er rijwegen in de werkzone ingesteld worden. Ook kan de treindienstleider de wissels van de werkzone niet meer bedienen.

Grensmaatregelen

Bij het geven van een werkzone door de treindienstleider stuurt Bev21 wissels binnen en buiten de werkzone in de van de werkzone afleidende stand, deze vormen de zogenaamde grensmaatregelen. Deze wissels schermen de werkzone van de omliggende sporen af. Daarmee wordt voorkomen dat werkmaterieel onbedoeld het nevenspoor oprijdt. Het onbedoeld binnenrijden van treinen wordt voorkomen door de ERTMS remcurvebewaking.

Bij het geven kan ook automatisch een tijdelijke snelheidsbeperking op het nevenspoor van kracht worden (maar deze maatregel wordt op de Betuweroute niet gebruikt).

Blokkeren werkzone voor teruggave

De [Leider Lokale Veiligheid (LLV)|LLV controleert, voordat het spoor door de werkploeg betreden wordt, met zijn HHT dat de werkzone genomen is. Bovendien blokkeert de LLV de werkzone voor teruggave zodat het niet mogelijk is dat de werkzone wordt teruggegeven zonder zijn medewerking. Alleen degene die een blokkering heeft aangebracht kan deze weer verwijderen.

Meerdere [LLV’s|LLV kunnen hun eigen blokkering aanbrengen (de blokkeringen zijn "gestapeld"). Pas als alle blokkeringen op een werkzone verwijderd zijn kan deze weer teruggegeven worden.

Bediening van wissels

[Wissels|Wissel in een genomen werkzone worden door de LWB en LLV bediend. Inliggende [wissels|Wissel die niet als grensmaatregel dienen worden na het nemen en blokkeren van de werkzone direct "lokaal bedienbaar" voor LWB en LLV.

Blokkeren van wissels voor bediening

Een "lokaal bedienbaar" wissel kan door LWB en LLV geblokkeerd worden voor bediening. Na het aanbrengen van zo’n blokkering kan het wissel niet meer bediend worden.

Ook deze blokkeringen zijn "gestapeld". Een wissel kan pas bediend worden als er geen enkele blokkering op het wissel is gelegd.

Opheffen grensmaatregelen

De Treindienstleider beschikt over de mogelijkheid om een grensmaatregel van een genomen werkzone op te heffen. Hij doet dit via een opdracht aan het [Procesleidingssysteem|Procesleiding. Het grenswissel geldt daarna als een lokaal bedienbaar wissel. Alleen als de grenswissels in de afleidende stand liggen kunnen de grensmaatregelen weer hersteld worden door de Treindienstleider.

Dit geldt voor alle grenswissels, zowel de wissels die binnen de werkzone als de wissels die buiten de werkzone liggen. Meestal zijn dit situaties met overloopwissels. Op het conventionele spoor zijn deze wissels meestal gekoppeld, op de Betuweroute zijn ze echter individueel bedienbaar.

Overdracht van eigendom

Het systeem maakt het ook mogelijk om bij langdurige buitendienststellingen (naast de reguliere afstemming met de treindienstleider) het eigendom van een werkzone over te dragen aan een andere LWB. Deze wordt daarmee de nieuwe "eigenaar" van de werkzone. De oorspronkelijke LWB geeft op zijn HHT een opdracht het eigendom van een werkzone aan de aangegeven LWB over te dragen en deze LWB geeft op zijn HHT de opdracht het eigendom van deze werkzone over te dragen. Pas als deze opdrachten tegelijkertijd uitgevoerd worden, wordt het eigendom van de werkzone daadwerkelijk overgedragen.

Handheld Terminal

De Handheld Terminal heeft via een GSM-R telefoon verbinding met het centrale Bev21 beveiligingssysteem. De communicatie met het Bev21 systeem is beveiligd (op eenzelfde manier als de communicatie tussen trein en Bev21 beveiligd is). De HHT fungeert slechts als doorgeefluik voor de invoer van opdrachten en de weergave van statussen; alle veiligheidsgerelateerde toestanden worden uitsluitend in het centrale Bev21 systeem bewaard.

De HHT is voorzien van een scherm, een touch-screen, meestal gebruikt voor de invoer van opdrachten, en een toetsenbord, vooral voor de invoer van werkzone-id’s.

De menustructuur is zo eenvoudig mogelijk gehouden, de gebruiker wordt door middel van een aantal schermen door de opdrachten geleid.

Hoofdmenu

Het hoofdmenu toont de volgende mogelijkheden:

  1. Overzicht van de werkzones die de gebruiker in "eigendom" heeft en de blokkeringen die hij aangebracht heeft,
  2. Opdrachten op een werkzone: nemen/teruggeven, blokkeren/deblokkeren, status opvragen, en eigendom overdragen/accepteren,
  3. Opdrachten op een wissel: blokkeren/deblokkeren, opvragen toestand en bedienen van het wissel.

Hierna volgen twee voorbeelden van de uitvoering van een opdracht op de HHT, het nemen van een werkzone en het bedienen van een wissel.

Nemen werkzone

In het hoofdmenu drukt de gebruiker op de toets "Eigendom" en in het volgende menu op de toets "Zone nemen" waarna een invoerscherm verschijnt. De gebruiker tikt de id van de werkzone die hij wil nemen in en drukt op de pijl naar rechts ter bevestiging van de opdracht. Na een aantal seconden wordt een scherm getoond met de nieuwe status van de werkzone. De doorgekruiste trein en het open hangslot geven aan dat de werkzone genomen en nog niet geblokkeerd voor teruggave is. Het vlak daaronder toont de eigenaar van de werkzone (in dit geval de gebruiker die de werkzone genomen heeft) en degenen die de werkzone geblokkeerd hebben (in dit geval nog niemand).

 

Bediening van een wissel

In het hoofdmenu drukt de gebruiker op de toets "Wissel bedienen". Op het invoerscherm tikt de gebruiker daarna het nummer in van het wissel dat hij wil bedienen en de stand waarin hij het wissel wil sturen. Na invoer van de opdracht (en de pijl naar rechts als bevestiging), verschijnt na het omlopen van het wissel de nieuwe toestand op het scherm.