Begrensd spoor

Een (begrensd) spoor is een ononderbroken, benaamd deel van een Spoortak, eenduidig begrensd door daarvoor geldige spoorgrenzen en bedoeld als van- of naar-locatie voor een beweging, dan wel als opstelplaats voor materieel. (Bron: BID0009.) 

Meestal is zo’n spoorgrens een Sein. Zo’n spoor is dus aan twee zijden begrensd door een sein. Een voorbeeld hiervan is spoor 4A in Utrecht. Een spoorgrens kan bijvoorbeeld ook zijn een Stootjuk of een stopbord. P-Seinen vormen geen spoorgrenzen. Een vrijbaanspoor vormt daarom in zijn geheel één spoor.

Een spoor heeft een naam en wordt begrensd door een sein of iets dergelijks. Daarom is een spoor een plek waar je een trein naartoe kunt sturen. Een spoor vormt dus een mogelijk eindpunt voor een Rijweg. En het beginpunt voor een volgende rijweg.

Let op: niet ieder stukje rail hoort toe aan een spoor. Tussen de sporen zitten meestal Wissels en andere stukjes rail die geen spoornaam hebben. Voorbeeld: tussen sporen 4A en 4B zit een kruiswissel.