1,2,3 Verklaring

Procedure toepassing modelverklaring 1-2-3

Voor het Spanningsloosstelling stellen van de bovenleiding van het spoor wordt het Voorschrift voor Werkzaamheden aan of in de nabijheid van Spanningsvoerende delen, richtlijn RLN00128 toegepast.

Veiligheidsfunctionarissen

In de voorbereidende fase zijn verantwoordelijk:

  • Werkverantwoordelijke
  • V&G-coördinator Uitvoeringsfase

Voor het uitvoeren zijn verantwoordelijk:

  • Werkverantwoordelijke en Ploegleider
  • Een of meer LLV ’s (Leider Locale Veiligheid)
  • Een of meer Werkgroepleiders(s)

Tijdens een Buitendienststelling, in de praktijk zal het vaak voorkomen

(en voor onderstaande uitleg wordt hier vanuit gegaan) dat de ploegleider op het werk aanwezig en niet de werkverantwoordelijke.

Wanneer moet de verklaring 1,2 en 3 worden gebruikt

Verklaring 1,2 en 3 moet worden gebruikt:

  • Wanneer elektrotechnische ondeskundig personeel werkzaamheden verricht in de omgeving of onmiddellijke nabijheid van niet voldoende geïsoleerde actieve delen, in een of meerdere vakdiciplines, of
  • Wanneer de werkverantwoordelijke dit noodzakelijk acht.Concreet betekent dit dat er in de voorbereiding tussen werkverantwoordelijke en de V&G- coördinator uitvoeringsfase afspraken moeten worden gemaakt over de verklaring 1,2 en 3.

Gebruik van de verklaring 1,2 en 3

De verklaring 1,2 en 3 bestaat uit een blok met doordrukformulieren en is in bezit van de ploegleider.

De verklaringen worden van onder naar boven ingevuld. Om die reden zit verklaring 1 onderaan. Nadat de betreffende verklaring is ingevuld behoudt de LWB (Leider werkplekbeveiliging) het orgineel en de gekleurde doordruk blijft op het blok van de ploegleider.

Doel van verklaring 1,2 en 3

Het doel van verklaring 1,2 en 3 is het schriftelijk vastleggen van afspraken ten aanzien van relevante (elektotechnische) risico’s. Deze afspraken worden gemaakt tussen ploegleider en leider werkplekbeveiliging.

De afspraken in het kader van RLN00128 hebben betrekking op:

  • Overeenstemming tussen beide partijen over de omschrijving van het vrijgeschakelde werkgebied en de gevaren die daaraan zijn verbonden Verklaring 1;
  • Overeenstemming tussen beide partijen over het vrijgeschakelde en geaarde werkgebied en het tijdstip van teruggave hiervan Verklaring 2;
  • Overeenstemming tussen beide partijen dat de werkzaamheden in het geaarde werkgebied zijn beëindigd Verklaring 3.Indien de LWB tevens ploegleider is, dan hoeft er geen modelverklaring 1,2 en 3 te worden opgesteld tenzij in de voorbereiding door de werkverantvoordelijke anders is beslist.

Toelichting op modelverklaring 1,2 en 3

Indien een LWB geen (elektotechnische) deskundigheid heeft met betrekking tot het uit te voeren wer, wordt op

verklaring 1,2 en 3 met de tekst "LWB / werkgroepleider" bedoeld dat bij de instructie van de (elektotechnisch deskundige) ploegleider aan de LWB altijd ook de werkgroepleider(s) aanwezig dien(en) te zijn.

De reden hiervan is te voorkomen dat de LWB als niet-deskundige, de ontvangen instructies moet overdragen aan de werkgroepleider(s). De werkgroepleider(s) moet(en) op hun beurt de eigen ploegleden instrueren.

In geval dat er een werkgroepleider is, kan deze de verklaring 1,2 en 3 mede ondertekenen met de LWB. Wanneer het een uitgebreid werk betreft waarbij meerdere werkgroepleiders aanwezig zijn, verdient het de voorkeur om de werkgroepleiders op een apart formulier te laten tekenen.

Het is de verantwoordelijkheid van de LWB dat hij alle onder hem werkende werkgroepleiders bijeen roept voor de instructie van de ploegleider. De LWB laat alle werkgroepleiders tekenen en bewaart het formulier. Daarna tekent de LWB de verklaring 1,2 en 3 bij de ploegleider.

Eerste versie van artikel geschreven door: Hans Marijnissen

1,2,3 Verklaring | Infrasite

1,2,3 Verklaring

Procedure toepassing modelverklaring 1-2-3

Voor het Spanningsloosstelling stellen van de bovenleiding van het spoor wordt het Voorschrift voor Werkzaamheden aan of in de nabijheid van Spanningsvoerende delen, richtlijn RLN00128 toegepast.

Veiligheidsfunctionarissen

In de voorbereidende fase zijn verantwoordelijk:

  • Werkverantwoordelijke
  • V&G-coördinator Uitvoeringsfase

Voor het uitvoeren zijn verantwoordelijk:

  • Werkverantwoordelijke en Ploegleider
  • Een of meer LLV ’s (Leider Locale Veiligheid)
  • Een of meer Werkgroepleiders(s)

Tijdens een Buitendienststelling, in de praktijk zal het vaak voorkomen

(en voor onderstaande uitleg wordt hier vanuit gegaan) dat de ploegleider op het werk aanwezig en niet de werkverantwoordelijke.

Wanneer moet de verklaring 1,2 en 3 worden gebruikt

Verklaring 1,2 en 3 moet worden gebruikt:

  • Wanneer elektrotechnische ondeskundig personeel werkzaamheden verricht in de omgeving of onmiddellijke nabijheid van niet voldoende geïsoleerde actieve delen, in een of meerdere vakdiciplines, of
  • Wanneer de werkverantwoordelijke dit noodzakelijk acht.Concreet betekent dit dat er in de voorbereiding tussen werkverantwoordelijke en de V&G- coördinator uitvoeringsfase afspraken moeten worden gemaakt over de verklaring 1,2 en 3.

Gebruik van de verklaring 1,2 en 3

De verklaring 1,2 en 3 bestaat uit een blok met doordrukformulieren en is in bezit van de ploegleider.

De verklaringen worden van onder naar boven ingevuld. Om die reden zit verklaring 1 onderaan. Nadat de betreffende verklaring is ingevuld behoudt de LWB (Leider werkplekbeveiliging) het orgineel en de gekleurde doordruk blijft op het blok van de ploegleider.

Doel van verklaring 1,2 en 3

Het doel van verklaring 1,2 en 3 is het schriftelijk vastleggen van afspraken ten aanzien van relevante (elektotechnische) risico’s. Deze afspraken worden gemaakt tussen ploegleider en leider werkplekbeveiliging.

De afspraken in het kader van RLN00128 hebben betrekking op:

  • Overeenstemming tussen beide partijen over de omschrijving van het vrijgeschakelde werkgebied en de gevaren die daaraan zijn verbonden Verklaring 1;
  • Overeenstemming tussen beide partijen over het vrijgeschakelde en geaarde werkgebied en het tijdstip van teruggave hiervan Verklaring 2;
  • Overeenstemming tussen beide partijen dat de werkzaamheden in het geaarde werkgebied zijn beëindigd Verklaring 3.Indien de LWB tevens ploegleider is, dan hoeft er geen modelverklaring 1,2 en 3 te worden opgesteld tenzij in de voorbereiding door de werkverantvoordelijke anders is beslist.

Toelichting op modelverklaring 1,2 en 3

Indien een LWB geen (elektotechnische) deskundigheid heeft met betrekking tot het uit te voeren wer, wordt op

verklaring 1,2 en 3 met de tekst "LWB / werkgroepleider" bedoeld dat bij de instructie van de (elektotechnisch deskundige) ploegleider aan de LWB altijd ook de werkgroepleider(s) aanwezig dien(en) te zijn.

De reden hiervan is te voorkomen dat de LWB als niet-deskundige, de ontvangen instructies moet overdragen aan de werkgroepleider(s). De werkgroepleider(s) moet(en) op hun beurt de eigen ploegleden instrueren.

In geval dat er een werkgroepleider is, kan deze de verklaring 1,2 en 3 mede ondertekenen met de LWB. Wanneer het een uitgebreid werk betreft waarbij meerdere werkgroepleiders aanwezig zijn, verdient het de voorkeur om de werkgroepleiders op een apart formulier te laten tekenen.

Het is de verantwoordelijkheid van de LWB dat hij alle onder hem werkende werkgroepleiders bijeen roept voor de instructie van de ploegleider. De LWB laat alle werkgroepleiders tekenen en bewaart het formulier. Daarna tekent de LWB de verklaring 1,2 en 3 bij de ploegleider.

Eerste versie van artikel geschreven door: Hans Marijnissen