Kaderrichtlijn Water monitoringsprogramma-s

Den Haag – Op 14 februari 2007 heeft staatssecretaris Schultz van Haegen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de Samenvatting Kaderrichtlijn Water monitoringsprogramma’s aangeboden aan de Tweede Kamer.

Hieronder leest u de volledig brief br.1516 Aanbieding Samenvatting KRW monitoringsprogramma’s | Kamerstuk | 2007-02-14.

Geachte voorzitter,

Onlangs ontving u van mij de decembernota 2006. In verder vervolg op mijn toezegging u regelmatig op de hoogte te houden van de voortgang van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) ontvangt u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van VROM en de Minister van LNV, ter informatie de samenvatting van de zogenaamde KRW-monitoringsprogramma’s. Deze is in te zien bij de griffier en tevens te downloaden van internet www.kaderrichtlijnwater.nl Mocht u extra gedrukte exemplaren willen ontvangen dan kunt u zich tot het Directoraat-Generaal Water wenden.

De KRW-monitoringsprogramma’s voor de Nederlandse delen van de stroomgebieden van Eems, Rijn, Maas en Schelde vloeien als verplichting voort uit de KRW. Conform de vereisten van de KRW heb ik deze kort voor 22 december 2006 vastgesteld en heb ik de EU-commissie hierover geïnformeerd. De programma’s zijn conform de eis van de KRW operationeel vanaf 22 december 2006. Ik ben voornemens, zoals de KRW dit vereist, de programma’s voor 22 maart 2007 formeel aan de EU-commissie aan te bieden via een daarvoor ontwikkeld electronisch rapportageformat. Een eventuele reactie van uw Kamer op de samenvatting kan ik verwerken in het elektronisch rapportageformat.

De KRW-monitoringsprogramma’s zijn tot stand gekomen dankzij een gezamenlijke inspanning van overheden in de regio en met instemming van de regionale bestuurders vastgesteld. De monitoringsprogramma’s geven aan waar, wanneer en welke fysisch-chemische, biologische en hydromorfologische parameters gemeten gaan worden in oppervlaktewater, grondwater en de continentale wateren.

Uitgangspunten bij het opstellen van de KRW-monitoringsprogramma’s
Om de extra kosten beperkt te houden zijn bij het totstandkomen van de monitoringstrategie de volgende uitgangspunten gehanteerd: (1) Conform de KRW zal de monitoring een adequaat beeld van de toestand op stroomgebiedniveau moeten leveren en moet de effectiviteit van het maatregelprogramma kunnen worden bepaald; (2) Optimalisatie en kostenbeheersing door optimaal gebruik te maken van de bestaande monitoringsinspanning, door in te zetten op meer samenwerking tussen beheerders en door binnen de EU de wijze van monitoren af te stemmen en te harmoniseren. Met deze uitgangspunten heb ik aangesloten bij de motie van Van Lith c.s. (TK, vergaderjaar 2003-2004/28 808 /nr. 20)

De meerkosten van de monitoring zijn dan ook beperkt gebleven. Voor de monitoring in oppervlaktewaterwaterschappen blijven de meerkosten gemiddeld onder de 10% van het huidige budget. Voor de regionale wateren worden de extra kosten gedragen door de waterschappen, voor de rijkswateren door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat. De extra kosten voor de grondwatermonitoring bedragen gemiddeld € 30.000 per provincie. Het Ministerie van VROM en de provincies zullen na 2007 onderling bekijken wie de extra kosten gaat dragen. Tevens maken VROM en de provincies afspraken met de drinkwaterbedrijven over het beschikbaarstellen van grondwaterkwaliteitsgegevens in waterwingebieden ten behoeve van de monitoringsprogramma’s.

Juridische vastlegging van de monitoringsprogramma’s
Via de implementatiewet Kaderrichtlijn Water is de Wet Milieubeheer (Wm) dusdanig aangepast dat voor de juridische vastlegging van de monitoringsprogramma’s een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en een Ministeriële regeling (MR) gebruikt konden worden. De AMvB bevat de verdeling van de verantwoordelijkheden, de MR legt de wijze waarop en de frequentie waarmee de watertoestand wordt gemeten vast. Een MR is in principe snel en gemakkelijk aan te passen, waardoor voldoende flexibiliteit wordt behouden. Het biedt genoeg mogelijkheid om jaarlijks en tenminste per Stroomgebiedbeheerplan op voordracht van de waterbeheerders de inhoud van de Regeling aan te passen.

Voor meer specifieke bevindingen verwijs ik u naar de samenvatting zelf.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen

Bijlage br.1516 Aanbieding Samenvatting KRW monitoringsprogramma’s | Bijlage | 2007-02-14

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Ministerraad stemt in met de decembernota 2006 (18-12-2006)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Kaderrichtlijn Water monitoringsprogramma-s | Infrasite

Kaderrichtlijn Water monitoringsprogramma-s

Den Haag – Op 14 februari 2007 heeft staatssecretaris Schultz van Haegen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de Samenvatting Kaderrichtlijn Water monitoringsprogramma’s aangeboden aan de Tweede Kamer.

Hieronder leest u de volledig brief br.1516 Aanbieding Samenvatting KRW monitoringsprogramma’s | Kamerstuk | 2007-02-14.

Geachte voorzitter,

Onlangs ontving u van mij de decembernota 2006. In verder vervolg op mijn toezegging u regelmatig op de hoogte te houden van de voortgang van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) ontvangt u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van VROM en de Minister van LNV, ter informatie de samenvatting van de zogenaamde KRW-monitoringsprogramma’s. Deze is in te zien bij de griffier en tevens te downloaden van internet www.kaderrichtlijnwater.nl Mocht u extra gedrukte exemplaren willen ontvangen dan kunt u zich tot het Directoraat-Generaal Water wenden.

De KRW-monitoringsprogramma’s voor de Nederlandse delen van de stroomgebieden van Eems, Rijn, Maas en Schelde vloeien als verplichting voort uit de KRW. Conform de vereisten van de KRW heb ik deze kort voor 22 december 2006 vastgesteld en heb ik de EU-commissie hierover geïnformeerd. De programma’s zijn conform de eis van de KRW operationeel vanaf 22 december 2006. Ik ben voornemens, zoals de KRW dit vereist, de programma’s voor 22 maart 2007 formeel aan de EU-commissie aan te bieden via een daarvoor ontwikkeld electronisch rapportageformat. Een eventuele reactie van uw Kamer op de samenvatting kan ik verwerken in het elektronisch rapportageformat.

De KRW-monitoringsprogramma’s zijn tot stand gekomen dankzij een gezamenlijke inspanning van overheden in de regio en met instemming van de regionale bestuurders vastgesteld. De monitoringsprogramma’s geven aan waar, wanneer en welke fysisch-chemische, biologische en hydromorfologische parameters gemeten gaan worden in oppervlaktewater, grondwater en de continentale wateren.

Uitgangspunten bij het opstellen van de KRW-monitoringsprogramma’s
Om de extra kosten beperkt te houden zijn bij het totstandkomen van de monitoringstrategie de volgende uitgangspunten gehanteerd: (1) Conform de KRW zal de monitoring een adequaat beeld van de toestand op stroomgebiedniveau moeten leveren en moet de effectiviteit van het maatregelprogramma kunnen worden bepaald; (2) Optimalisatie en kostenbeheersing door optimaal gebruik te maken van de bestaande monitoringsinspanning, door in te zetten op meer samenwerking tussen beheerders en door binnen de EU de wijze van monitoren af te stemmen en te harmoniseren. Met deze uitgangspunten heb ik aangesloten bij de motie van Van Lith c.s. (TK, vergaderjaar 2003-2004/28 808 /nr. 20)

De meerkosten van de monitoring zijn dan ook beperkt gebleven. Voor de monitoring in oppervlaktewaterwaterschappen blijven de meerkosten gemiddeld onder de 10% van het huidige budget. Voor de regionale wateren worden de extra kosten gedragen door de waterschappen, voor de rijkswateren door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat. De extra kosten voor de grondwatermonitoring bedragen gemiddeld € 30.000 per provincie. Het Ministerie van VROM en de provincies zullen na 2007 onderling bekijken wie de extra kosten gaat dragen. Tevens maken VROM en de provincies afspraken met de drinkwaterbedrijven over het beschikbaarstellen van grondwaterkwaliteitsgegevens in waterwingebieden ten behoeve van de monitoringsprogramma’s.

Juridische vastlegging van de monitoringsprogramma’s
Via de implementatiewet Kaderrichtlijn Water is de Wet Milieubeheer (Wm) dusdanig aangepast dat voor de juridische vastlegging van de monitoringsprogramma’s een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en een Ministeriële regeling (MR) gebruikt konden worden. De AMvB bevat de verdeling van de verantwoordelijkheden, de MR legt de wijze waarop en de frequentie waarmee de watertoestand wordt gemeten vast. Een MR is in principe snel en gemakkelijk aan te passen, waardoor voldoende flexibiliteit wordt behouden. Het biedt genoeg mogelijkheid om jaarlijks en tenminste per Stroomgebiedbeheerplan op voordracht van de waterbeheerders de inhoud van de Regeling aan te passen.

Voor meer specifieke bevindingen verwijs ik u naar de samenvatting zelf.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen

Bijlage br.1516 Aanbieding Samenvatting KRW monitoringsprogramma’s | Bijlage | 2007-02-14

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Ministerraad stemt in met de decembernota 2006 (18-12-2006)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn