In het onderzoek naar de bouwfraude heeft het Landelijk Parket besloten de vervolging in de strafzaken tegen vier bouwondernemingen en twaalf personen voort te zetten. De verdachten zijn hiervan gisteren op de hoogte gesteld. Een beslissing over de strafzaken tegen zo’n honderd andere verdachten (waaronder een twintigtal rechtspersonen) wordt op een later tijdstip genomen.

Het gaat om valsheid in geschrift, oplichting, heling, overtreding van de Wet economische mededinging en deelneming aan een criminele organisatie. Drie van de twaalf verdachten worden bovendien verdacht van omkoping van ambtenaren. Het onderzoek naar de bouwfraude heeft zich geconcentreerd op acht projecten.

Op verzoek van de verdachten worden in de eerste maanden van 2006 nog getuigen gehoord door de rechter-commissaris. Pas daarna zal door het Openbaar Ministerie een beslissing kunnen worden genomen over de verdere vervolging. Het Landelijk Parket heeft de rechtbank Rotterdam gevraagd 40 zittingsdagen te reserveren in het najaar van 2004 voor de behandeling van de bouwfraude.

Begin 2006 worden de vervolgingsbeslissingen in de strafzaken tegen de 12 van corruptie verdachte ambtenaren bekend gemaakt.