NB steunt ontwikkeling bestuurlijke regio Eindhoven

‘s-Hertogenbosch – Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant steunen de invoering van de Wgr-plus, een speciale wet die ook van belang is voor de oplossing van de stedelijke problematiek van Eindhoven en de regionale problematiek van Zuidoost-Brabant. De nieuwe wet biedt een definitieve wettelijke basis voor niet-vrijblijvende samenwerking in deze regio, waartoe het provinciaal bestuur eerder het Kabinet heeft opgeroepen.

De nieuwe wet geeft de regio belangrijke bevoegdheden, bijvoorbeeld op het vlak van de regionale ruimtelijke planning, de exploitatie van het openbaar vervoer en de regionale planning van verkeers- en vervoersvraagstukken. Tevens maakt de wet mogelijk dat een bestuurscommissie wordt ingesteld voor een deel van de regio. Daarmee wordt voorzien in de behoefte aan maatwerk in de regionale samenwerking tussen landelijke en stedelijke gemeenten.

In aanvulling hierop hebben de gemeenten in het stedelijk gebied rond Eindhoven met elkaar niet-vrijblijvende afspraken gemaakt voor oplossingen van de ruimtelijke problemen van de gemeente Eindhoven. De concrete opgaven van de gemeenten in de regio voor de komende 25 jaar zijn vastgesteld. Enkele van de afspraken zijn de realisatie van 20.000 woningen, waarvan 10.000 in de randgemeenten, terugdringing van de scheefheid huur/koop tussen Eindhoven en de randgemeenten en de realisatie van 250 hectare bedrijventerreinen. De uitvoering van de gemaakte afspraken zal nauwkeurig worden gevolgd en bewaakt met een stelsel van financiële prikkels. Hiervoor is een financiële sanctiesystematiek ontwikkeld die wordt toegepast zodra een of meerdere gemeenten de verplichtingen niet tijdig nakomen. Streven is om ook déze afspraken bestuurlijk onder te brengen bij het SRE.

Advies van statencommissie
Alvorens verder met het SRE te overleggen over verdergaande overdracht van provinciale taken bespreken Gedeputeerde Staten dit met de statencommissie voor bestuur en middelen. Daarbij nemen zij een lijst met over te dragen taken als uitgangspunt, die eerder door Provinciale Staten in het jaar 2000 is geaccordeerd voor verder overleg met de regio.
Het bestuur van het SRE wil echter méér provinciale taken uitvoeren dan de nieuwe wet en de eerdere besluitvorming uit 2000 mogelijk maken. Door de combinatie van wettelijke taakoverdracht (Wgr-plus), de door de gemeenten in het centraal stedelijk gebied gemaakte afspraken inzake woningbouw en bedrijventerreinen en de in 2000 door Provinciale Staten geaccordeerde lijst van over te dragen taken, wordt naar het oordeel van Gedeputeerde Staten voldaan aan de voor Zuidoost-Brabant onderkende problematiek.
Het SRE onderbouwt volgens het college onvoldoende welke maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen noodzaken tot verdergaande taakoverdracht dan in 2000 is overeengekomen. Dit geldt te meer omdat bij de in voorbereiding zijnde nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening, verregaande (door het SRE gewenste) bevoegdheden van de provincie naar het SRE zullen overgaan.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Noord-Brabant

NB steunt ontwikkeling bestuurlijke regio Eindhoven | Infrasite

NB steunt ontwikkeling bestuurlijke regio Eindhoven

‘s-Hertogenbosch – Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant steunen de invoering van de Wgr-plus, een speciale wet die ook van belang is voor de oplossing van de stedelijke problematiek van Eindhoven en de regionale problematiek van Zuidoost-Brabant. De nieuwe wet biedt een definitieve wettelijke basis voor niet-vrijblijvende samenwerking in deze regio, waartoe het provinciaal bestuur eerder het Kabinet heeft opgeroepen.

De nieuwe wet geeft de regio belangrijke bevoegdheden, bijvoorbeeld op het vlak van de regionale ruimtelijke planning, de exploitatie van het openbaar vervoer en de regionale planning van verkeers- en vervoersvraagstukken. Tevens maakt de wet mogelijk dat een bestuurscommissie wordt ingesteld voor een deel van de regio. Daarmee wordt voorzien in de behoefte aan maatwerk in de regionale samenwerking tussen landelijke en stedelijke gemeenten.

In aanvulling hierop hebben de gemeenten in het stedelijk gebied rond Eindhoven met elkaar niet-vrijblijvende afspraken gemaakt voor oplossingen van de ruimtelijke problemen van de gemeente Eindhoven. De concrete opgaven van de gemeenten in de regio voor de komende 25 jaar zijn vastgesteld. Enkele van de afspraken zijn de realisatie van 20.000 woningen, waarvan 10.000 in de randgemeenten, terugdringing van de scheefheid huur/koop tussen Eindhoven en de randgemeenten en de realisatie van 250 hectare bedrijventerreinen. De uitvoering van de gemaakte afspraken zal nauwkeurig worden gevolgd en bewaakt met een stelsel van financiële prikkels. Hiervoor is een financiële sanctiesystematiek ontwikkeld die wordt toegepast zodra een of meerdere gemeenten de verplichtingen niet tijdig nakomen. Streven is om ook déze afspraken bestuurlijk onder te brengen bij het SRE.

Advies van statencommissie
Alvorens verder met het SRE te overleggen over verdergaande overdracht van provinciale taken bespreken Gedeputeerde Staten dit met de statencommissie voor bestuur en middelen. Daarbij nemen zij een lijst met over te dragen taken als uitgangspunt, die eerder door Provinciale Staten in het jaar 2000 is geaccordeerd voor verder overleg met de regio.
Het bestuur van het SRE wil echter méér provinciale taken uitvoeren dan de nieuwe wet en de eerdere besluitvorming uit 2000 mogelijk maken. Door de combinatie van wettelijke taakoverdracht (Wgr-plus), de door de gemeenten in het centraal stedelijk gebied gemaakte afspraken inzake woningbouw en bedrijventerreinen en de in 2000 door Provinciale Staten geaccordeerde lijst van over te dragen taken, wordt naar het oordeel van Gedeputeerde Staten voldaan aan de voor Zuidoost-Brabant onderkende problematiek.
Het SRE onderbouwt volgens het college onvoldoende welke maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen noodzaken tot verdergaande taakoverdracht dan in 2000 is overeengekomen. Dit geldt te meer omdat bij de in voorbereiding zijnde nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening, verregaande (door het SRE gewenste) bevoegdheden van de provincie naar het SRE zullen overgaan.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Noord-Brabant