Nota Ruimte: Kabinet zet in op economie en groen

Den Haag – De Nota Ruimte waarborgt waardevolle groengebieden, maar geeft ook ruimte voor ontwikkeling. De betrokken ministers van VROM, VenW, LNV en EZ gaan uit van ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Hiermee komt er meer ruimte voor regionaal en lokaal maatwerk. De Nota Ruimte geeft voor de komende decennia richting aan rijksinvesteringen ter grootte van meer dan twintig miljard euro. Gelijktijdig met de nota publiceert LNV de Agenda Vitaal Platteland, de integrale rijksvisie op de economie, ecologie en de sociaal-culturele ontwikkeling van het platteland.

Voor de internationale concurrentiepositie van Nederland is de ontwikkeling van de mainports Amsterdam en Rotterdam van grote betekenis. De Nota Ruimte maakt deze ontwikkeling mogelijk, rekening houdend met natuur, milieu, geluid en veiligheid. Zo moet in de omgeving van Schiphol een veel terughoudender verstedelijkingsbeleid worden gevoerd uit het oogpunt van geluid en veiligheid. Met uitzondering van de afronding van de eerdere Vinex-afspraken, betekent dat: geen nieuwe woningbouwlocaties binnen en direct gelegen aan de 20 Ke-contour (de vastgestelde geluidszone behorende bij het vijfbanenstelsel van Schiphol).

Het Rijk stimuleert, in samenhang met de ontwikkeling van de mainports, ook de ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas tot een internationale toplocatie. Dit geeft een impuls aan de Nederlandse economie. Voor de ontwikkeling van de Rotterdamse haven wordt ruimte gecreëerd voor 300 hectare bedrijventerrein in de noordrand van de Hoeksche Waard. Op grond van de internationaal vooraanstaande positie op het gebied van onderzoek en ontwikkeling is de regio Eindhoven/Zuidoost-Brabant als ‘brainport’ in het ruimtelijk beleid opgenomen.

Bij het oplossen van verkeers- en vervoersknelpunten richt het Rijk zich op de hoofdverbindingsassen boven knelpunten elders. Dit verzekert de mainports – en daarmee de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad – van een goede verbinding met de grootstedelijke gebieden in binnen- en buitenland. Voor de Zuiderzeelijn start het Rijk een planstudie. In de eerste fase worden marktpartijen uitgenodigd om plannen te ontwikkelen voor een magneetzweefbaan of hogesnelheidslijn. De hoofdverbindingsassen (waaronder de Zuiderzeelijn) kunnen een belangrijke rol spelen voor de ontwikkeling van het Noorden.

Nederland is op een aantal agrarische terreinen marktleider, een positie die behouden moet blijven. Het gaat daarbij vooral om de glastuinbouw, de bloembollenteelt en de pot- en containerteelt in de zogenoemde ‘greenports’. De verdere ontwikkeling van deze greenports (zoals Aalsmeer en het Westland) hangt nauw samen met de ontwikkeling van de mainports wat betreft economische innovatie, verkeersdoorstroming en ligging in meer verstedelijkte delen van Nederland.

Verstedelijking
Met de Nota Ruimte krijgen provincies en gemeenten meer ruimte voor ontwikkeling. Met een aantal regels (op het gebied van water, landschap en cultuurhistorie) zorgt het Rijk ervoor dat provincies en gemeenten hun verantwoordelijkheden kunnen waarmaken met voldoende oog voor de nationale belangen.
Gemeenten krijgen de ruimte om voor hun natuurlijke bevolkingsaanwas te bouwen. Gelijkertijd streeft het kabinet naar bundeling van een groot deel van de verstedelijking. Dat draagt bij aan economische schaalvoordelen, benutting van (overheids)investeringen in voorzieningen (zoals die in de verkeers- en vervoersinfrastructuur) en versterkt het draagvlak voor diverse stedelijke voorzieningen. Dit beperkt tegelijkertijd de druk op de meer landelijke gebieden. Om die reden heeft het kabinet bundelingsgebieden voor verstedelijking in de Nota Ruimte opgenomen voor zes nationale stedelijke netwerken: Randstad Holland, Brabantstad, Zuid-Limburg, Twente, Arnhem-Nijmegen en Groningen-Assen. Netwerken met een eigen economische signatuur. Om de problemen op korte termijn aan te kunnen pakken, wijst het kabinet op de noodzaak van herstructurering, stedelijke vernieuwing en afspraken tussen steden en randgemeenten. Samenwerking in de nationale stedelijke netwerken is vooral gericht op benutting van kansen op de langere termijn.

Het kabinet wil nieuwe huizenbouw voor een groot deel in de bestaande steden realiseren. Grootschalige verstedelijking in het Groene Hart past daar niet bij; verdere ontwikkeling van Almere in concurrentie met andere, kleinere locaties, wél. Het Rijk voert een planstudie uit om duidelijkheid te verkrijgen over de bijbehorende ontsluiting van Almere. Gelet op de beperkte mogelijkheden van verstedelijking rond Schiphol en de dynamiek van de Noordvleugel, gaat het Rijk samen met de provincies Noord- en Zuid-Holland aan de slag met een nadere gebiedsuitwerking voor de Haarlemmermeer en omgeving.

Voorwaarde voor een prettige woon- en leefomgeving zijn voldoende recreatiemogelijkheden. Maar recreatiemogelijkheden zijn ook een voorwaarde voor een goed vestigingsklimaat. De voormalige rijksbufferzones moeten hierin een belangrijke functie gaan vervullen.

Water en landschap
De verandering van het klimaat heeft grote gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland. Het kabinet wil meer ruimte voor grote rivieren en kustverdediging en behoud van de bestaande ruimte voor water. Daarvoor is in de Nota Ruimte langs de grote rivieren ruimte gereserveerd voor onder meer mogelijke noodoverloopgebieden. Bovendien moet ruimte voor water meer dan voorheen keuzen voor verstedelijking en gebiedsontwikkeling sturen.

In een druk en dichtbevolkt land als Nederland zijn regels nodig voor behoud en ontwikkeling van natuur, landschap en cultuurhistorie. Neem de Ecologische Hoofdstructuur. Naast behoud wordt deze onder meer via robuuste ecologische verbindingen versterkt. Ook de ruimtelijke consequenties van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en van de Natuurbeschermingswet zijn integraal opgenomen in de nota.

(Inter)nationaal unieke landschappen en gebieden die kenmerkend zijn voor Nederland zijn benoemd tot nationaal landschap: dat betekent een extra impuls van het Rijk voor de gebiedsontwikkeling van deze bijzondere landschappen. Het gaat bijvoorbeeld om Heuvelland, het Noord-Brabantse Groene Woud en de Drentse Aa. Nederland bezit ook gebieden die van grote cultuurhistorische betekenis zijn of zelfs tot het werelderfgoed behoren. De ontwikkeling van deze gebieden, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam, is eveneens opgenomen in de nota.

Uitvoeringsagenda Nota Ruimte
Voor de periode 2011-2020 geeft de Nota Ruimte richting aan ca. € 20 miljard aan rijksinvesteringen in de Ruimtelijke Hoofdstructuur. De grote projecten Schiphol-Almere, Zuiderzeelijn en de PMR Rotterdam zijn hierin meegenomen. Dit bedrag moet worden aangevuld met de bereikbaarheidsinvesteringen zoals die voortvloeien uit de Nota Mobiliteit. Het kabinet zal later dit jaar hiervan de totale omvang bekend maken.

Het overgrote deel van de ruimtelijke investeringen in Nederland wordt gedaan door private partijen en andere overheden. De Uitvoeringsagenda Nota Ruimte biedt tot 2014 inzicht in de uitvoering van het rijksbeleid en de gereserveerde financiële middelen. De investeringen richten zich vooral op de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Voor de Noordvleugel, de Zuidvleugel, het Groene Hart en Brabantstad wordt gewerkt met zogenoemde gebiedsgerichte projectenveloppen. In zo’n envelop brengt het kabinet per gebied de verschillende grote ruimtelijke projecten bijeen om te zorgen voor samenhang.

Achtergrond
De Nota Ruimte geldt als kabinetsstandpunt (PKB deel III) en is 27 april 2004 aangeboden aan de Tweede Kamer. De nota vervangt de ruimtelijk relevante rijksnota’s en de planologische kernbeslissingen bij de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra (Vinex), de Actualisering (Vinac) en het Structuurschema Groene Ruimte.

De Nota Ruimte is opgesteld en voorbereid door de ministeries VenW, LNV, EZ, onder leiding van coördinerend minister Dekker van VROM. Gezamenlijk is invulling gegeven aan één Nota Ruimte die alle hoofdlijnen van het ruimtelijk rijksbeleid bevat en richting geeft aan daarmee verbonden sectoraal beleid.

In aansluiting op de Nota Ruimte zal het kabinet nog voor het zomerreces het regionaal-economisch beleid nader uitwerken in de Gebiedsgerichte Economische Perspectieven (GEP). Later dit jaar zal het kabinet de nieuwe Nota Mobiliteit presenteren, die zich wat betreft ruimtelijke strategie baseert op de Nota Ruimte.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht Ministerie VROM

Nota Ruimte: Kabinet zet in op economie en groen | Infrasite

Nota Ruimte: Kabinet zet in op economie en groen

Den Haag – De Nota Ruimte waarborgt waardevolle groengebieden, maar geeft ook ruimte voor ontwikkeling. De betrokken ministers van VROM, VenW, LNV en EZ gaan uit van ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Hiermee komt er meer ruimte voor regionaal en lokaal maatwerk. De Nota Ruimte geeft voor de komende decennia richting aan rijksinvesteringen ter grootte van meer dan twintig miljard euro. Gelijktijdig met de nota publiceert LNV de Agenda Vitaal Platteland, de integrale rijksvisie op de economie, ecologie en de sociaal-culturele ontwikkeling van het platteland.

Voor de internationale concurrentiepositie van Nederland is de ontwikkeling van de mainports Amsterdam en Rotterdam van grote betekenis. De Nota Ruimte maakt deze ontwikkeling mogelijk, rekening houdend met natuur, milieu, geluid en veiligheid. Zo moet in de omgeving van Schiphol een veel terughoudender verstedelijkingsbeleid worden gevoerd uit het oogpunt van geluid en veiligheid. Met uitzondering van de afronding van de eerdere Vinex-afspraken, betekent dat: geen nieuwe woningbouwlocaties binnen en direct gelegen aan de 20 Ke-contour (de vastgestelde geluidszone behorende bij het vijfbanenstelsel van Schiphol).

Het Rijk stimuleert, in samenhang met de ontwikkeling van de mainports, ook de ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas tot een internationale toplocatie. Dit geeft een impuls aan de Nederlandse economie. Voor de ontwikkeling van de Rotterdamse haven wordt ruimte gecreëerd voor 300 hectare bedrijventerrein in de noordrand van de Hoeksche Waard. Op grond van de internationaal vooraanstaande positie op het gebied van onderzoek en ontwikkeling is de regio Eindhoven/Zuidoost-Brabant als ‘brainport’ in het ruimtelijk beleid opgenomen.

Bij het oplossen van verkeers- en vervoersknelpunten richt het Rijk zich op de hoofdverbindingsassen boven knelpunten elders. Dit verzekert de mainports – en daarmee de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad – van een goede verbinding met de grootstedelijke gebieden in binnen- en buitenland. Voor de Zuiderzeelijn start het Rijk een planstudie. In de eerste fase worden marktpartijen uitgenodigd om plannen te ontwikkelen voor een magneetzweefbaan of hogesnelheidslijn. De hoofdverbindingsassen (waaronder de Zuiderzeelijn) kunnen een belangrijke rol spelen voor de ontwikkeling van het Noorden.

Nederland is op een aantal agrarische terreinen marktleider, een positie die behouden moet blijven. Het gaat daarbij vooral om de glastuinbouw, de bloembollenteelt en de pot- en containerteelt in de zogenoemde ‘greenports’. De verdere ontwikkeling van deze greenports (zoals Aalsmeer en het Westland) hangt nauw samen met de ontwikkeling van de mainports wat betreft economische innovatie, verkeersdoorstroming en ligging in meer verstedelijkte delen van Nederland.

Verstedelijking
Met de Nota Ruimte krijgen provincies en gemeenten meer ruimte voor ontwikkeling. Met een aantal regels (op het gebied van water, landschap en cultuurhistorie) zorgt het Rijk ervoor dat provincies en gemeenten hun verantwoordelijkheden kunnen waarmaken met voldoende oog voor de nationale belangen.
Gemeenten krijgen de ruimte om voor hun natuurlijke bevolkingsaanwas te bouwen. Gelijkertijd streeft het kabinet naar bundeling van een groot deel van de verstedelijking. Dat draagt bij aan economische schaalvoordelen, benutting van (overheids)investeringen in voorzieningen (zoals die in de verkeers- en vervoersinfrastructuur) en versterkt het draagvlak voor diverse stedelijke voorzieningen. Dit beperkt tegelijkertijd de druk op de meer landelijke gebieden. Om die reden heeft het kabinet bundelingsgebieden voor verstedelijking in de Nota Ruimte opgenomen voor zes nationale stedelijke netwerken: Randstad Holland, Brabantstad, Zuid-Limburg, Twente, Arnhem-Nijmegen en Groningen-Assen. Netwerken met een eigen economische signatuur. Om de problemen op korte termijn aan te kunnen pakken, wijst het kabinet op de noodzaak van herstructurering, stedelijke vernieuwing en afspraken tussen steden en randgemeenten. Samenwerking in de nationale stedelijke netwerken is vooral gericht op benutting van kansen op de langere termijn.

Het kabinet wil nieuwe huizenbouw voor een groot deel in de bestaande steden realiseren. Grootschalige verstedelijking in het Groene Hart past daar niet bij; verdere ontwikkeling van Almere in concurrentie met andere, kleinere locaties, wél. Het Rijk voert een planstudie uit om duidelijkheid te verkrijgen over de bijbehorende ontsluiting van Almere. Gelet op de beperkte mogelijkheden van verstedelijking rond Schiphol en de dynamiek van de Noordvleugel, gaat het Rijk samen met de provincies Noord- en Zuid-Holland aan de slag met een nadere gebiedsuitwerking voor de Haarlemmermeer en omgeving.

Voorwaarde voor een prettige woon- en leefomgeving zijn voldoende recreatiemogelijkheden. Maar recreatiemogelijkheden zijn ook een voorwaarde voor een goed vestigingsklimaat. De voormalige rijksbufferzones moeten hierin een belangrijke functie gaan vervullen.

Water en landschap
De verandering van het klimaat heeft grote gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland. Het kabinet wil meer ruimte voor grote rivieren en kustverdediging en behoud van de bestaande ruimte voor water. Daarvoor is in de Nota Ruimte langs de grote rivieren ruimte gereserveerd voor onder meer mogelijke noodoverloopgebieden. Bovendien moet ruimte voor water meer dan voorheen keuzen voor verstedelijking en gebiedsontwikkeling sturen.

In een druk en dichtbevolkt land als Nederland zijn regels nodig voor behoud en ontwikkeling van natuur, landschap en cultuurhistorie. Neem de Ecologische Hoofdstructuur. Naast behoud wordt deze onder meer via robuuste ecologische verbindingen versterkt. Ook de ruimtelijke consequenties van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en van de Natuurbeschermingswet zijn integraal opgenomen in de nota.

(Inter)nationaal unieke landschappen en gebieden die kenmerkend zijn voor Nederland zijn benoemd tot nationaal landschap: dat betekent een extra impuls van het Rijk voor de gebiedsontwikkeling van deze bijzondere landschappen. Het gaat bijvoorbeeld om Heuvelland, het Noord-Brabantse Groene Woud en de Drentse Aa. Nederland bezit ook gebieden die van grote cultuurhistorische betekenis zijn of zelfs tot het werelderfgoed behoren. De ontwikkeling van deze gebieden, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam, is eveneens opgenomen in de nota.

Uitvoeringsagenda Nota Ruimte
Voor de periode 2011-2020 geeft de Nota Ruimte richting aan ca. € 20 miljard aan rijksinvesteringen in de Ruimtelijke Hoofdstructuur. De grote projecten Schiphol-Almere, Zuiderzeelijn en de PMR Rotterdam zijn hierin meegenomen. Dit bedrag moet worden aangevuld met de bereikbaarheidsinvesteringen zoals die voortvloeien uit de Nota Mobiliteit. Het kabinet zal later dit jaar hiervan de totale omvang bekend maken.

Het overgrote deel van de ruimtelijke investeringen in Nederland wordt gedaan door private partijen en andere overheden. De Uitvoeringsagenda Nota Ruimte biedt tot 2014 inzicht in de uitvoering van het rijksbeleid en de gereserveerde financiële middelen. De investeringen richten zich vooral op de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Voor de Noordvleugel, de Zuidvleugel, het Groene Hart en Brabantstad wordt gewerkt met zogenoemde gebiedsgerichte projectenveloppen. In zo’n envelop brengt het kabinet per gebied de verschillende grote ruimtelijke projecten bijeen om te zorgen voor samenhang.

Achtergrond
De Nota Ruimte geldt als kabinetsstandpunt (PKB deel III) en is 27 april 2004 aangeboden aan de Tweede Kamer. De nota vervangt de ruimtelijk relevante rijksnota’s en de planologische kernbeslissingen bij de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra (Vinex), de Actualisering (Vinac) en het Structuurschema Groene Ruimte.

De Nota Ruimte is opgesteld en voorbereid door de ministeries VenW, LNV, EZ, onder leiding van coördinerend minister Dekker van VROM. Gezamenlijk is invulling gegeven aan één Nota Ruimte die alle hoofdlijnen van het ruimtelijk rijksbeleid bevat en richting geeft aan daarmee verbonden sectoraal beleid.

In aansluiting op de Nota Ruimte zal het kabinet nog voor het zomerreces het regionaal-economisch beleid nader uitwerken in de Gebiedsgerichte Economische Perspectieven (GEP). Later dit jaar zal het kabinet de nieuwe Nota Mobiliteit presenteren, die zich wat betreft ruimtelijke strategie baseert op de Nota Ruimte.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht Ministerie VROM