Den Haag – Internationaal wegverkeer dat tussen Arnhem en Oberhausen reist, wordt bij stremmingen voortaan via zwarte pijlen op de snelste route gewezen. Hierbij werkt de verkeerscentrale Noord- en Oost-Nederland in Wolfheze nauw samen met die van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen in Keulen. De alternatieve bewegwijzering is sinds gisteren in bedrijf.

De steden Arnhem en Oberhausen zijn via twee hoofdroutes te bereiken. De meest voor de hand liggende is de zogenoemde noordelijke route. Deze gaat via de A12 en de Duitse A3 naar knooppunt Oberhausen-West. De zuidelijke route is twintig kilometer langer en voert via de A50, A73, A77 en de Duitse A57 in de richting van knooppunt Kaiserberg. Wanneer nu op de ene route ernstige vertraging optreedt, zowel in Nederland als in Duitsland, dan adviseren de verkeerscentrales de andere route.

In Nederland gebeurt dit via de route-informatiepanelen bij de knooppunten Valburg, Grijsoord en Waterberg. Daarop verschijnt een zwarte pijl op een gele ondergrond. Via omklapborden op de diverse ‘beslispunten’ langs de route worden de weggebruikers in de goede richting gewezen.
Omgekeerd, vanuit Oberhausen richting Arnhem, werkt het systeem hetzelfde. Voorwaarde is dat de stremming op de ene route minstens een halfuur moet duren. Ook mogen op de andere route geen werkzaamheden plaatsvinden. In de praktijk boekt het verkeer vijftien procent tijdwinst.

De alternatieve bewegwijzering valt onder het Europese Centrico-programma. Dit programma beoogt een betere doorstroming van internationaal en regionaal verkeer in grensgebieden. In Nederland werkt het systeem al op twee trajecten, namelijk Eindhoven-Keulen en Rotterdam-Antwerpen.