Raad VenW: Hoezo marktwerking…?

Den Haag – Liberalisering, privatisering, verzelfstandiging en deregulering zijn in vrijwel alle infrastructuurgebonden sectoren aan de orde van de dag. De beoogde doelen zijn een betere afstemming van vraag en aanbod, meer kwaliteit en keuzevrijheid voor de gebruiker en betere betaalbaarheid van diensten. In de loop van de veranderingsprocessen blijken deze doelen echter steeds verder uit beeld te raken. Dat komt, naar het oordeel van de Raad voor Verkeer en Waterstaat, omdat de politieke besluitvorming te veel gericht is op de gewenste eindsituatie. Men heeft te weinig oog voor de valkuilen tijdens de lastige veranderingstrajecten, die zich afspelen tussen de politieke besluitvorming en de feitelijke implementatie.

Ten eerste is het volgens de Raad van belang om duidelijk onderscheid te maken tussen diensten waarbij echte marktwerking mogelijk is, en diensten waarbij een effectieve afstemming van vraag en aanbod in de praktijk alleen tot stand kan komen door het bevorderen van vraagsturingsmaatregelen vanuit de overheid. Dat laatste is zeker aan de orde bij de exploitatie van de infrastructuur en de verkeersregulering. Hier blijft immers vaak sprake van publiek eigendom of zware overheidsinvloed.

Ten tweede signaleert de Raad, dat infrastructuurgebonden diensten niet ophouden bij de grens; zij zijn bij uitstek internationaal. Nederland moet zich niet blindstaren op wat er binnen onze landsgrenzen mogelijk is, maar veel eerder dan tot nu toe gebeurt invloed uitoefenen op wat in Europees verband geregeld wordt. Nederland moet in een vroeg stadium de richting van Europese besluitvorming helpen meebepalen en bewuster gebruik maken van de interpretatieruimte in Europese regelgeving. Nederland dient ook actiever in te spelen op de strategieën die andere lidstaten van de Europese Unie uitzetten rond de marktordening van hun infrastructuurgebonden sectoren.

Als derde ingang voor het verbeteren van de effectiviteit van veranderingen in de marktordening van infrastructuurgebonden sectoren signaleert het advies een noodzaak tot het expliciteren en prioriteren van de te borgen publieke belangen. Vaak zijn deze publieke belangen onderling tegenstrijdig. Iedereen op alle punten tegelijk tevreden stellen kan niet, zegt de Raad voor Verkeer en Waterstaat. Maak de publieke belangen daarom per veranderingsstap expliciet en onderscheidt consumentenbelangen van bredere collectieve belangen als veiligheid, duurzaamheid of de continuïteit van een sector. De politiek moet uitdrukkelijker aangeven welke concrete belangen wanneer tijdens het veranderingstraject prioriteit hebben. Alleen dan zijn veranderingsprocessen ook effectief door de overheid en toezichthouders te monitoren.

Ten vierde stelt de Raad stelt dat er meer politieke aandacht dient te komen voor effectief trajectmanagement, d.w.z. voor sturen en bijsturen tijdens het complexe veranderingsproces, Dat is geen bijzaak maar hoofdzaak. In deze veranderingsprocessen is altijd sprake van strategisch gedrag van bestaande marktpartijen en nieuwe spelers. Hierop dient van tevoren beter te worden geanticipeerd. De eenmalige kosten die met de veranderingen zelf gepaard gaan, en de extra kosten die jaarlijks in de nieuwe situatie gemaakt moeten worden, zijn in de praktijk. aanzienlijk. Zij spelen in de politieke besluitvorming echter nauwelijks een rol.

Tenslotte beveelt de Raad aan om te streven naar een betere balans tussen zelforganisatie en zelfregulering enerzijds, en de inrichting van geïnstitutionaliseerd overheidstoezicht anderzijds. Het toezicht op veranderingen in infrastructuurgebonden sectoren dient waar mogelijk gebundeld te worden en de positie van toezichthouders dient tijdelijk te worden versterkt, met name voor de duur van het complexe veranderingsproces. Daarnaast moeten ook de vragers en aanbieders in de infrastructuurgebonden sectoren zelf uitdrukkelijker op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid worden aangesproken. Dit vraagt om meer zelfregulering aan de aanbodkant en om organisatie van gezamenlijke inkoopmacht aan de vraagkant. Voorkomen moet worden dat Nederland onbedoeld een toezichthouderseconomie wordt, aldus de Raad.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht Raad voor Verkeer en Waterstaat

Raad VenW: Hoezo marktwerking…? | Infrasite

Raad VenW: Hoezo marktwerking…?

Den Haag – Liberalisering, privatisering, verzelfstandiging en deregulering zijn in vrijwel alle infrastructuurgebonden sectoren aan de orde van de dag. De beoogde doelen zijn een betere afstemming van vraag en aanbod, meer kwaliteit en keuzevrijheid voor de gebruiker en betere betaalbaarheid van diensten. In de loop van de veranderingsprocessen blijken deze doelen echter steeds verder uit beeld te raken. Dat komt, naar het oordeel van de Raad voor Verkeer en Waterstaat, omdat de politieke besluitvorming te veel gericht is op de gewenste eindsituatie. Men heeft te weinig oog voor de valkuilen tijdens de lastige veranderingstrajecten, die zich afspelen tussen de politieke besluitvorming en de feitelijke implementatie.

Ten eerste is het volgens de Raad van belang om duidelijk onderscheid te maken tussen diensten waarbij echte marktwerking mogelijk is, en diensten waarbij een effectieve afstemming van vraag en aanbod in de praktijk alleen tot stand kan komen door het bevorderen van vraagsturingsmaatregelen vanuit de overheid. Dat laatste is zeker aan de orde bij de exploitatie van de infrastructuur en de verkeersregulering. Hier blijft immers vaak sprake van publiek eigendom of zware overheidsinvloed.

Ten tweede signaleert de Raad, dat infrastructuurgebonden diensten niet ophouden bij de grens; zij zijn bij uitstek internationaal. Nederland moet zich niet blindstaren op wat er binnen onze landsgrenzen mogelijk is, maar veel eerder dan tot nu toe gebeurt invloed uitoefenen op wat in Europees verband geregeld wordt. Nederland moet in een vroeg stadium de richting van Europese besluitvorming helpen meebepalen en bewuster gebruik maken van de interpretatieruimte in Europese regelgeving. Nederland dient ook actiever in te spelen op de strategieën die andere lidstaten van de Europese Unie uitzetten rond de marktordening van hun infrastructuurgebonden sectoren.

Als derde ingang voor het verbeteren van de effectiviteit van veranderingen in de marktordening van infrastructuurgebonden sectoren signaleert het advies een noodzaak tot het expliciteren en prioriteren van de te borgen publieke belangen. Vaak zijn deze publieke belangen onderling tegenstrijdig. Iedereen op alle punten tegelijk tevreden stellen kan niet, zegt de Raad voor Verkeer en Waterstaat. Maak de publieke belangen daarom per veranderingsstap expliciet en onderscheidt consumentenbelangen van bredere collectieve belangen als veiligheid, duurzaamheid of de continuïteit van een sector. De politiek moet uitdrukkelijker aangeven welke concrete belangen wanneer tijdens het veranderingstraject prioriteit hebben. Alleen dan zijn veranderingsprocessen ook effectief door de overheid en toezichthouders te monitoren.

Ten vierde stelt de Raad stelt dat er meer politieke aandacht dient te komen voor effectief trajectmanagement, d.w.z. voor sturen en bijsturen tijdens het complexe veranderingsproces, Dat is geen bijzaak maar hoofdzaak. In deze veranderingsprocessen is altijd sprake van strategisch gedrag van bestaande marktpartijen en nieuwe spelers. Hierop dient van tevoren beter te worden geanticipeerd. De eenmalige kosten die met de veranderingen zelf gepaard gaan, en de extra kosten die jaarlijks in de nieuwe situatie gemaakt moeten worden, zijn in de praktijk. aanzienlijk. Zij spelen in de politieke besluitvorming echter nauwelijks een rol.

Tenslotte beveelt de Raad aan om te streven naar een betere balans tussen zelforganisatie en zelfregulering enerzijds, en de inrichting van geïnstitutionaliseerd overheidstoezicht anderzijds. Het toezicht op veranderingen in infrastructuurgebonden sectoren dient waar mogelijk gebundeld te worden en de positie van toezichthouders dient tijdelijk te worden versterkt, met name voor de duur van het complexe veranderingsproces. Daarnaast moeten ook de vragers en aanbieders in de infrastructuurgebonden sectoren zelf uitdrukkelijker op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid worden aangesproken. Dit vraagt om meer zelfregulering aan de aanbodkant en om organisatie van gezamenlijke inkoopmacht aan de vraagkant. Voorkomen moet worden dat Nederland onbedoeld een toezichthouderseconomie wordt, aldus de Raad.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht Raad voor Verkeer en Waterstaat