Conjunctuurmeting: Overvloedige regenval van invloed

Amsterdam РIn januari 2004 heeft het vaak en veel geregend. Vooral in de gww had dit invloed op de voortgang van de werkzaamheden. Voor bijna ̩̩n derde van de gww-bedrijven was het slechte weer de oorzaak van stagnatie in de voortgang van de werkzaamheden. In de wegenbouw gold dit zelfs voor de helft van de bedrijven.
Zoals meestal heeft de burgerlijke en utiliteitsbouw veel minder hinder van de regenval ondervonden. Slechts 12 % van de bedrijven in deze sector vermelden in januari het weer als belangrijkste oorzaak van stagnatie.

De overige uitkomsten van de conjunctuurmeting in januari verschillen, afgezien van de invloed van het weer weinig van die van voorgaande maanden. Hieruit volgt, dat het oordeel over de bouwconjunctuur negatief blijft.
Bijna de helft van de bedrijven in de gww beoordeelt de werkvoorraad als klein in verhouding tot de omvang van het bedrijf. Iets meer dan de helft vindt de werkvoorraad normaal; geen enkel gww-bedrijf beoordeelt de werkvoorraad als groot. In de b&u is het oordeel over de werkvoorraad iets minder negatief. Eén derde van de b&u-bedrijven beoordeelt de werkvoorraad als klein en 9% als groot.
Per saldo verwachten de meeste bouwbedrijven een inkrimping van de personeelsbezetting. Dit geldt vooral in de gww; meer dan één derde van de gww-bedrijven verwacht een daling in personeelsmvang en slechts 3% een stijging. In de b&u is dit verschil veel kleiner: 10% verwacht een daling en 7% een stijging.
De b&u-bedrijven zijn in hun oordeel over de te verwachten prijsontwikkeling per saldo positief. In de gww is dit niet het geval; hier verwachten per saldo meer bedrijven een prijsdaling dan een prijsstijging. Wel verwachten in beide sectoren de meeste bedrijven (83% of meer) een gelijkblijvend prijsniveau.

De omvang van de orderportefeuille in de wegenbouw is in januari 2004 afgenomen van 4,8 maanden tot 4,4 maanden. Hiermee is een einde gekomen aan de periode van herstel in de wegenbouw van de afgelopen twee maanden. In de grond- en waterbouw is de orderportefeuille toegenomen met 0,2 maanden tot 4 maanden. De orderportefeuille in de gww nam af met 0,1 maand tot 4,2 maanden.
De orderportefeuille in de b&u is gelijk gebleven aan vorige maand (7,3 maanden). In de woningbouw nam de orderportefeuille met 0,2 maand af tot 8,3 maanden. De ordeportefeuille in de utiliteitsbouw verminderde met 0,1 maand tot 6,3 maanden. De orderportefuille in de bouwnijverheid bedroeg eind januari, evenals vorige maand, 6,7 maanden.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht EIB

Conjunctuurmeting: Overvloedige regenval van invloed | Infrasite

Conjunctuurmeting: Overvloedige regenval van invloed

Amsterdam РIn januari 2004 heeft het vaak en veel geregend. Vooral in de gww had dit invloed op de voortgang van de werkzaamheden. Voor bijna ̩̩n derde van de gww-bedrijven was het slechte weer de oorzaak van stagnatie in de voortgang van de werkzaamheden. In de wegenbouw gold dit zelfs voor de helft van de bedrijven.
Zoals meestal heeft de burgerlijke en utiliteitsbouw veel minder hinder van de regenval ondervonden. Slechts 12 % van de bedrijven in deze sector vermelden in januari het weer als belangrijkste oorzaak van stagnatie.

De overige uitkomsten van de conjunctuurmeting in januari verschillen, afgezien van de invloed van het weer weinig van die van voorgaande maanden. Hieruit volgt, dat het oordeel over de bouwconjunctuur negatief blijft.
Bijna de helft van de bedrijven in de gww beoordeelt de werkvoorraad als klein in verhouding tot de omvang van het bedrijf. Iets meer dan de helft vindt de werkvoorraad normaal; geen enkel gww-bedrijf beoordeelt de werkvoorraad als groot. In de b&u is het oordeel over de werkvoorraad iets minder negatief. Eén derde van de b&u-bedrijven beoordeelt de werkvoorraad als klein en 9% als groot.
Per saldo verwachten de meeste bouwbedrijven een inkrimping van de personeelsbezetting. Dit geldt vooral in de gww; meer dan één derde van de gww-bedrijven verwacht een daling in personeelsmvang en slechts 3% een stijging. In de b&u is dit verschil veel kleiner: 10% verwacht een daling en 7% een stijging.
De b&u-bedrijven zijn in hun oordeel over de te verwachten prijsontwikkeling per saldo positief. In de gww is dit niet het geval; hier verwachten per saldo meer bedrijven een prijsdaling dan een prijsstijging. Wel verwachten in beide sectoren de meeste bedrijven (83% of meer) een gelijkblijvend prijsniveau.

De omvang van de orderportefeuille in de wegenbouw is in januari 2004 afgenomen van 4,8 maanden tot 4,4 maanden. Hiermee is een einde gekomen aan de periode van herstel in de wegenbouw van de afgelopen twee maanden. In de grond- en waterbouw is de orderportefeuille toegenomen met 0,2 maanden tot 4 maanden. De orderportefeuille in de gww nam af met 0,1 maand tot 4,2 maanden.
De orderportefeuille in de b&u is gelijk gebleven aan vorige maand (7,3 maanden). In de woningbouw nam de orderportefeuille met 0,2 maand af tot 8,3 maanden. De ordeportefeuille in de utiliteitsbouw verminderde met 0,1 maand tot 6,3 maanden. De orderportefuille in de bouwnijverheid bedroeg eind januari, evenals vorige maand, 6,7 maanden.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht EIB