EIB Conjunctuurmeting december 2016

De totale werkvoorraad in de bouw is in december 2016 met vijf tiende maand toegenomen tot 8,6 maanden. In alle sectoren zagen de bouwbedrijven hun orderportefeuilles krachtig toenemen.

In de burgerlijke en utiliteitsbouw namen de orders met een halve maand toe tot 9,5 maanden. De woningbouw en de utiliteitsbouw lieten eenzelfde toename zien. De werkvoorraad voor de woningbouw is uitgekomen op 9,9 maanden, terwijl de orderportefeuille in de utiliteitsbouw steeg van 8,4 naar 8,9 maanden. Hiermee is de werkvoorraad in de burgerlijke en utiliteitsbouw weer terug op het niveau van voor de crisis.

In de grond-, water- en wegenbouw was de groei in december 2016 met drie tiende maand iets minder dan bij de b&u. De werkvoorraad voor de gww kwam uit op 6,0 maanden. De orderportefeuille in de grond- en waterbouw steeg met drie tiende maand tot 6,4 maanden, terwijl de werkvoorraad in de wegenbouw met vier tiende maand toenam tot 5,7 maanden.

Ongeveer drie op de tien bouwbedrijven gaf aan stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Bij een op de tien bedrijven was dit als gevolg van onvoldoende orders. Ook weersomstandigheden en de personeelsvoorziening speelden een belangrijke rol bij stagnatie in het werk. Bij de woningbouw was een tekort aan personeel de belangrijkste oorzaak voor stagnatie, terwijl in de gww de stagnatie werd veroorzaakt door onvoldoende orders en de weersomstandigheden.

Ongeveer zes op de tien bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl een kwart van de bedrijven deze als groot beoordeelt. Bijna driekwart van de bedrijven verwacht geen verandering van de personeelsbezetting, terwijl één op de vier bedrijven in de komende maanden verwacht personeel aan te trekken. Bijna zes op de tien bedrijven verwacht geen prijsveranderingen in het komende kwartaal, ruim vier op de tien bedrijven verwacht de tarieven te zullen verhogen.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van december 2016 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 350 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.