Forse toename orderportefeuille bouw in maart 2016

Foto: Ivo Ketelaar

Na een relatief forse daling van de orderportefeuille in de totale bouw in februari is dit verlies in maart weer gecompenseerd. De totale werkvoorraad in de bouw is in maart met vier tiende maand toegenomen naar 7,6 maanden. Daarmee bereikte de werkvoorraad het hoogste niveau sinds het uitbreken van de crisis in de zomer 2008.

In de woningbouw nam de werkvoorraad met een halve maand toe tot 8,5 maanden en lag daarmee weer op het niveau van januari. In de utiliteitsbouw was eveneens sprake van een forse toename van de werkvoorraad met een halve maand naar 7,9 maanden. Het is op basis van één maand te vroeg om vast te stellen of het hier om een structurele toename van de werkvoorraad van utiliteitsbouwers gaat. Dit zal moeten blijken uit de ontwikkelingen in de komende maanden. De totale orderportefeuille nam in de burgerlijke en utiliteitsbouw in maart met zes tiende maand toe naar 8,3 maanden.

De orderportefeuille in de grond- en waterbouw steeg voor de derde opeenvolgende maand met een tiende maand naar 6,3 maanden. Tegenover deze stijging stond een stabilisatie van de werkvoorraad in de wegenbouw op 5,3 maanden. Per saldo is de werkvoorraad in de grond-, water- en wegenbouw toegenomen met een tiende maand naar 5,8 maanden.

Van de bouwbedrijven geeft in maart ongeveer een derde aan stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Minder dan een kwart ondervindt stagnatie als gevolg van onvoldoende orders. Zes op de tien bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl bijna een op de vijf deze als groot beoordeelt. Ongeveer twee op de drie bedrijven verwacht geen verandering van de personeelsbezetting. Van de overige bedrijven is het aandeel dat een toename van de personeelsbezetting verwacht bijna twee keer zo groot als het aandeel dat een afname verwacht. Een kwart van de bedrijven verwacht dat de prijzen zullen toenemen. Vrijwel geen bedrijven verwachten een afname van de prijzen.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van april 2016 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB)

Forse toename orderportefeuille bouw in maart 2016 | Infrasite

Forse toename orderportefeuille bouw in maart 2016

Foto: Ivo Ketelaar

Na een relatief forse daling van de orderportefeuille in de totale bouw in februari is dit verlies in maart weer gecompenseerd. De totale werkvoorraad in de bouw is in maart met vier tiende maand toegenomen naar 7,6 maanden. Daarmee bereikte de werkvoorraad het hoogste niveau sinds het uitbreken van de crisis in de zomer 2008.

In de woningbouw nam de werkvoorraad met een halve maand toe tot 8,5 maanden en lag daarmee weer op het niveau van januari. In de utiliteitsbouw was eveneens sprake van een forse toename van de werkvoorraad met een halve maand naar 7,9 maanden. Het is op basis van één maand te vroeg om vast te stellen of het hier om een structurele toename van de werkvoorraad van utiliteitsbouwers gaat. Dit zal moeten blijken uit de ontwikkelingen in de komende maanden. De totale orderportefeuille nam in de burgerlijke en utiliteitsbouw in maart met zes tiende maand toe naar 8,3 maanden.

De orderportefeuille in de grond- en waterbouw steeg voor de derde opeenvolgende maand met een tiende maand naar 6,3 maanden. Tegenover deze stijging stond een stabilisatie van de werkvoorraad in de wegenbouw op 5,3 maanden. Per saldo is de werkvoorraad in de grond-, water- en wegenbouw toegenomen met een tiende maand naar 5,8 maanden.

Van de bouwbedrijven geeft in maart ongeveer een derde aan stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Minder dan een kwart ondervindt stagnatie als gevolg van onvoldoende orders. Zes op de tien bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl bijna een op de vijf deze als groot beoordeelt. Ongeveer twee op de drie bedrijven verwacht geen verandering van de personeelsbezetting. Van de overige bedrijven is het aandeel dat een toename van de personeelsbezetting verwacht bijna twee keer zo groot als het aandeel dat een afname verwacht. Een kwart van de bedrijven verwacht dat de prijzen zullen toenemen. Vrijwel geen bedrijven verwachten een afname van de prijzen.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van april 2016 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB)