Onderhoud en investeringen in infrastructuur zijn nodig om Nederland voor te bereiden op de toekomst. Politici denken dat Nederland af is, maar dat is niet zo. De politiek gaat te lichtzinnig om met infrastructuur en dat leidt op den duur juist tot hogere kosten.

Over de staat van de infrastructuur in Nederland lopen de meningen uiteen. Recente rapporten van het IMF en het World Economic Forum geven een verschillende kijk op de zaak. De een laat weten dat Nederland te weinig geld steekt in de infrastructuur, de ander vindt dat de Nederlandse infrastructuur behoort tot de beste van de wereld. Bouwend Nederland is van mening dat de Nederlandse overheid op dit moment te weinig investeert om de infrastructuur in goede staat te houden en waar nodig te verbeteren. Ook het leidingennetwerk (gasleidingen, riolering en elektriciteitsleidingen) bereiken het einde van hun levensduur. En het elektriciteitsnetwerk moet beter geschikt gemaakt worden voor decentrale opwekking. Ook Schiphol-topman Nijhuis heeft in september in de Tweede Kamer zijn zorg uitgesproken over de bereikbaarheid van de luchthaven. Een betere bereikbaarheid over weg en spoor zou topprioriteit moet krijgen, want ook de files nemen weer toe. Infrabudgetten staan onder druk van zowel het rijk, de provincies alsook van de gemeenten. Het kabinet komt nu met een lastenverlichting van 5 miljard euro, maar dat zou beter in de infrastructuur gestopt kunnen worden.

Investeren
Bouwend Nederland begrijpt wel dat de politiek in economisch magere jaren minder uittrekt voor infrastructuur, maar dat zou in betere jaren weer gecompenseerd moeten worden. En dat gebeurt niet, aldus Richard Mulder, beleidsadviseur bij Bouwend Nederland. Doen we dat wel, dan slaan we twee vliegen in één klap; we verbeteren de kwaliteit én bereiden Nederland daarmee voor op de toekomst. Ook werkt Bouwend Nederland met Rijkswaterstaat en enkele andere brancheverenigingen samen aan een gezamenlijke marktvisie op de Nederlandse infrastructuur. Hierin komen onder andere de manier van aanbesteden aan bod. Kwaliteit moet belangrijker zijn dan de prijs. Vechtcontracten met hoge tenderkosten, risico’s en discussies moeten we tegen gaan.