Infrastructuur: minder budget, meer vertraging

Foto: Ivo Ketelaar

Door de recente bezuinigingsrondes is het infrastructuurbudget van het ministerie van I&M voor de periode 2014-2017 verlaagd van € 29,6 miljard in de vorige begroting naar € 28,4 miljard dit jaar, een daling van 4%. Voor aanlegprojecten is de komende jaren € 2 miljard minder beschikbaar. Beheer en onderhoud krijgt in de komende jaren een impuls van € 900 miljoen. Met name voor rijkswegen is veel minder budget beschikbaar dan in de vorige begroting. De bezuinigingen leiden ertoe dat meer projecten later zullen worden opgeleverd dan in de planning van vorig jaar. Dit blijkt uit de jaarlijkse analyse die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van Bouwend Nederland heeft gemaakt van het Meerjarenprogramma voor Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De resultaten zijn opgenomen in het rapport ‘Infrastructuurmonitor; MIRT 2014’.

Ook in de vorige begroting waren de financiële middelen voor de komende jaren al neerwaarts bijgesteld. Het totale budget voor infrastructuur (wegen, spoorwegen, vaarwegen, waterveiligheid) zal vooral in 2015 en 2016 dalen (gemiddeld € 6,8 miljard tegen € 7,3 miljard in 2012). Door de bezuiniging op rijkswegen treedt in de komende jaren een sterke verschuiving op van wegenprojecten naar waterveiligheidsprojecten. Het aandeel waterveiligheid zal stijgen van 14% in 2012/2013 naar gemiddeld 19% in 2014/2016.

In het onderzoek zijn circa 150 projecten geanalyseerd. Eén op de drie projecten in de planstudiefase van het MIRT heeft een vertraging opgelopen, van gemiddeld ongeveer twee jaar. Het aandeel vertraagde projecten nam tot 2012 langzaam af. In de vorige begroting en in de huidige begroting is het aantal vertragingen weer toegenomen. Dit jaar zijn vooral meer wegen- en vaarwegenprojecten vertraagd. Om alle projecten die nu in de planstudiefase staan na afronding van de besluitvormingsprocedures te kunnen realiseren, zijn onvoldoende financiële middelen gereserveerd. In de periode 2014-2018 zou hiervoor € 1,8 miljard extra nodig zijn. Ruim de helft hiervan betreft wegenprojecten.

De regio Randstad Noord (Noord-Holland, Utrecht) heeft met 35% het grootste aandeel in de totale projectkosten in de komende jaren. Dit aandeel ligt hoger dan in de vorige begrotingen.

Van het rapport is een PDF beschikbaar.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Onderwerpen:

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB)

Infrastructuur: minder budget, meer vertraging | Infrasite

Infrastructuur: minder budget, meer vertraging

Foto: Ivo Ketelaar

Door de recente bezuinigingsrondes is het infrastructuurbudget van het ministerie van I&M voor de periode 2014-2017 verlaagd van € 29,6 miljard in de vorige begroting naar € 28,4 miljard dit jaar, een daling van 4%. Voor aanlegprojecten is de komende jaren € 2 miljard minder beschikbaar. Beheer en onderhoud krijgt in de komende jaren een impuls van € 900 miljoen. Met name voor rijkswegen is veel minder budget beschikbaar dan in de vorige begroting. De bezuinigingen leiden ertoe dat meer projecten later zullen worden opgeleverd dan in de planning van vorig jaar. Dit blijkt uit de jaarlijkse analyse die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van Bouwend Nederland heeft gemaakt van het Meerjarenprogramma voor Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De resultaten zijn opgenomen in het rapport ‘Infrastructuurmonitor; MIRT 2014’.

Ook in de vorige begroting waren de financiële middelen voor de komende jaren al neerwaarts bijgesteld. Het totale budget voor infrastructuur (wegen, spoorwegen, vaarwegen, waterveiligheid) zal vooral in 2015 en 2016 dalen (gemiddeld € 6,8 miljard tegen € 7,3 miljard in 2012). Door de bezuiniging op rijkswegen treedt in de komende jaren een sterke verschuiving op van wegenprojecten naar waterveiligheidsprojecten. Het aandeel waterveiligheid zal stijgen van 14% in 2012/2013 naar gemiddeld 19% in 2014/2016.

In het onderzoek zijn circa 150 projecten geanalyseerd. Eén op de drie projecten in de planstudiefase van het MIRT heeft een vertraging opgelopen, van gemiddeld ongeveer twee jaar. Het aandeel vertraagde projecten nam tot 2012 langzaam af. In de vorige begroting en in de huidige begroting is het aantal vertragingen weer toegenomen. Dit jaar zijn vooral meer wegen- en vaarwegenprojecten vertraagd. Om alle projecten die nu in de planstudiefase staan na afronding van de besluitvormingsprocedures te kunnen realiseren, zijn onvoldoende financiële middelen gereserveerd. In de periode 2014-2018 zou hiervoor € 1,8 miljard extra nodig zijn. Ruim de helft hiervan betreft wegenprojecten.

De regio Randstad Noord (Noord-Holland, Utrecht) heeft met 35% het grootste aandeel in de totale projectkosten in de komende jaren. Dit aandeel ligt hoger dan in de vorige begrotingen.

Van het rapport is een PDF beschikbaar.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Onderwerpen:

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB)