Voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland is blij dat de bouw- en infrasector en minister Asscher van Sociale Zaken 120 miljoen euro investeren in de arbeidsmarkt. “Het zal helaas nog lang duren voordat de werkgelegenheid in de sector weer op een fatsoenlijk niveau staat. Tot dan is het van groot belang werkgelegenheid en vakmanschap te behouden.”

Verhagen zei dat bij de presentatie van het Sectorplan bouw & infra dat de sociale partners in deze sector eerder vandaag aan Asscher aanboden op een bouwlocatie in het hart van Den Haag. Hij zei geen wonderen van het plan te verwachten, maar benadrukte “dat alles gedaan moest worden om te tij te keren”. De afgelopen jaren zijn in de bouwsector 56.000 banen verloren gegaan. “Dat zijn cijfers van een Zuid-Europese droevigheid”, aldus Verhagen.

“Nederland loopt achterop in Europa”

Sommigen zien al tekenen van herstel. Maar Verhagen waarschuwde dat de situatie nog altijd niet rooskleurig is. In Europa mag het wat beter gaan, “maar binnen Europa loopt Nederland achterop. En als er een herstel is, dan is het een gegeven dat de toestand in de bouw als laatste weer aantrekt.”

Hij erkende dat er positieve ontwikkelingen zijn, zoals de afspraken over verduurzaming van bestaande woningvoorraad in het Energieakkoord en de verlenging van de lage BTW voor renovatie, waartoe het kabinet vorige week besloot. Maar daar staat in de ogen van Verhagen de harde bezuinigingen op de infra tegenover “die 3000 banen in de waagschaal zetten”.

Bij herstel een tekort aan vakmensen

“De bouw moet nu zien te overleven. In de tussenperiode tot het herstel is het van het grootste belang dat we vakmanschap en werkgelegenheid vasthouden. Ook omdat als dat herstel er is, we dan snel een tekort aan vakmensen krijgen. Het sectorplan kan bij dat alles grote diensten bewijzen.” Het voorziet onder andere in de begeleiding van werknemers naar ander werk, in omscholing en het scheppen van leerwerkplekken met loonkostensubsidies. Met het plan is in totaal 120 miljoen gemoeid. De helft komt uit de sector. De andere helft legt de minister bij.

Vice-voorzitter Charley Ramdas van FNV Bouw sprak de hoop dat het sectorplan “tot een ommekeer zou leiden in het proces van afbraak in de bouw zonder uitzicht”. Ook Arend van Wijngaarden van CNV Vakmensen toonde zich blij met de afspraken, maar zei dat hij veel liever gezien had dat het kabinet de circa 1 miljard euro aan bouwgeld, die nu nog op de plank ligt, effectief had ingezet.

Minister Asscher noemde het sectorplan “heel mooi”. Omdat het “op grote schaal jongeren de kans biedt om aan de slag te gaan”. Ook vond hij het uiterst positief dat het plan “vakmensen wil benutten in plaats van ze naar huis te sturen.” Hij zei het plan snel te beoordelen, zodat de effecten al op korte termijn zichtbaar zouden zijn.