Plannen duurzame economie in Europese landen weinig internationaal gericht

Foto: Ivo Ketelaar

Hoewel energiemarkten sterk verbonden zijn en energiebedrijven steeds internationaler opereren voeren Europese landen nog steeds vooral een nationaal klimaat- en energiebeleid. Er is weinig oog voor de effecten die maatregelen in het eigen land hebben op de buurlanden en andersom. Een betere afstemming tussen deze landen zou de beoogde verduurzaming dichterbij brengen en kosten besparen.

Dit blijkt uit een vandaag verschenen analyse van het PBL, ‘Climate en Energy Roadmaps towards 2050 in north-western Europe’.

Op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vergeleek het PBL de zogenaamde klimaat- en energie ‘roadmaps’ van Nederland, België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Al deze landen hebben zich in EU-verband vastgelegd om in 2050 de uitstoot van broeikasgassen met tenminste 80% te verminderen ten opzichte van 1990, mits andere landen in de wereld vergelijkbare inspanningen leveren. Opvallend is dat plannen van de landen voor een koolstofarme samenleving in 2050 nog erg ‘nationaal’ zijn; men houdt bijvoorbeeld nog weinig rekening met de sterk gekoppelde energiemarkten, grensoverschrijdende gas- en elektriciteitsinfrastructuur, internationaal opererende energiebedrijven en netwerkbeheerders, en technologieontwikkeling. Willen landen elkaar niet in de weg zitten bij het uitvoeren van hun klimaat- en energieplannen dan is er meer samenwerking en afstemming nodig. Zo zorgt de uitbreiding van hernieuwbare energie in Duitsland nu al voor pieken op het Nederlandse elektriciteitsnet. Ook financieel valt bij dergelijke samenwerking veel te winnen.

Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hebben ambitieuze plannen voor het verwezenlijken van de klimaat- en energieafspraken. Deze plannen gaan voor 2020 al beduidend verder dan de Europese verplichtingen. Het beleid in deze landen is gebaseerd op bredere ambities rond innovatie en kansen voor de industrie, en kan rekenen op breed politiek en maatschappelijk draagvlak. Bovendien is het hoogste politieke niveau er actief bij betrokken. Ook in Frankrijk lijkt het die kant op te gaan. In Nederland, daarentegen, ligt de focus vooralsnog op het kosteneffectief voldoen aan de Europese verplichtingen op de kortere termijn (2020).

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

Plannen duurzame economie in Europese landen weinig internationaal gericht | Infrasite

Plannen duurzame economie in Europese landen weinig internationaal gericht

Foto: Ivo Ketelaar

Hoewel energiemarkten sterk verbonden zijn en energiebedrijven steeds internationaler opereren voeren Europese landen nog steeds vooral een nationaal klimaat- en energiebeleid. Er is weinig oog voor de effecten die maatregelen in het eigen land hebben op de buurlanden en andersom. Een betere afstemming tussen deze landen zou de beoogde verduurzaming dichterbij brengen en kosten besparen.

Dit blijkt uit een vandaag verschenen analyse van het PBL, ‘Climate en Energy Roadmaps towards 2050 in north-western Europe’.

Op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vergeleek het PBL de zogenaamde klimaat- en energie ‘roadmaps’ van Nederland, België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Al deze landen hebben zich in EU-verband vastgelegd om in 2050 de uitstoot van broeikasgassen met tenminste 80% te verminderen ten opzichte van 1990, mits andere landen in de wereld vergelijkbare inspanningen leveren. Opvallend is dat plannen van de landen voor een koolstofarme samenleving in 2050 nog erg ‘nationaal’ zijn; men houdt bijvoorbeeld nog weinig rekening met de sterk gekoppelde energiemarkten, grensoverschrijdende gas- en elektriciteitsinfrastructuur, internationaal opererende energiebedrijven en netwerkbeheerders, en technologieontwikkeling. Willen landen elkaar niet in de weg zitten bij het uitvoeren van hun klimaat- en energieplannen dan is er meer samenwerking en afstemming nodig. Zo zorgt de uitbreiding van hernieuwbare energie in Duitsland nu al voor pieken op het Nederlandse elektriciteitsnet. Ook financieel valt bij dergelijke samenwerking veel te winnen.

Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hebben ambitieuze plannen voor het verwezenlijken van de klimaat- en energieafspraken. Deze plannen gaan voor 2020 al beduidend verder dan de Europese verplichtingen. Het beleid in deze landen is gebaseerd op bredere ambities rond innovatie en kansen voor de industrie, en kan rekenen op breed politiek en maatschappelijk draagvlak. Bovendien is het hoogste politieke niveau er actief bij betrokken. Ook in Frankrijk lijkt het die kant op te gaan. In Nederland, daarentegen, ligt de focus vooralsnog op het kosteneffectief voldoen aan de Europese verplichtingen op de kortere termijn (2020).

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)