CPB: Economisch beeld ongewis

Volgens de vandaag verschenen Macro Economische Verkenning 2012 van het Centraal Planbureau (CPB) groeit de Nederlandse economie in 2011 en 2012 met respectievelijk 1½% en 1%. De economische groei komt grotendeels voor rekening van de uitvoer. Bij deze matige groei daalt de werkloosheid niet verder en stabiliseert naar verwachting op gemiddeld 4¼%. De koopkracht daalt in beide ramingsjaren. Het begrotingstekort loopt in de raming snel terug, van 5,1% van het bruto binnenlands product (bbp) in 2010 tot 2,9% bbp komend jaar. Dit relatief sombere beeld is het op basis van de huidige informatie meest waarschijnlijk geachte scenario, en daarmee het beeld op basis waarvan de begroting is opgesteld (het ‘basispad’).

In deze cijfers is wél rekening gehouden met de recente onrust op de financiële markten, maar níet met een nieuwe financiële crisis. Het risico op een nieuwe financiële crisis is echter wel degelijk aanwezig. De onrust op de financiële markten wijst op een zeer grote onzekerheid en de kans op een negatievere uitkomst is aanzienlijk. In de Macro Economische Verkenning 2012 is daarom een onzekerheidsvariant opgenomen waarin de mogelijke gevolgen van een nieuwe financiële crisis worden geïllustreerd. Deze variant is géén uitgewerkt scenario, daarvoor zijn de onzekerheden te groot en te divers. Wel geeft de variant een indicatie van de mogelijke uitkomsten bij een nieuwe, op dit moment nog niet ingeboekte, grote schok op de financiële markten – of die nu in Europa, in de Verenigde Staten, of ergens anders ontstaat.

De signalen staan op rood voor de mondiale economie. In de hoogontwikkelde economieën was de afzwakking van het groeitempo in de eerste helft van 2011 het sterkst, als gevolg van de toegenomen onzekerheid op de financiële markten, budgettaire sanering, de hoge olieprijs en de natuurramp in Japan. Daarbij komt dat de invoergroei in opkomende markten afzwakt door monetaire verkrapping en capaciteitsknelpunten. Het wereldwijde bbp zal in 2011 en 2012 naar verwachting met 3½% groeien, tegen 4¾% in 2010. Voor Nederland leidt dit tot een forse afzwakking van de uitvoergroei.

De Nederlandse economie

Volgens de meest recente inzichten groeit het Nederlandse bbp in 2011 met 1½% en in 2012 met 1%, duidelijk minder dan het gemiddelde van de afgelopen 20 jaar (2¼%) en ook minder dan de potentiële groei van 1¾%, zoals geraamd in de Economische Verkenning 2011-2015. Pas in de tweede helft van 2012 bereikt het Nederlandse bbp het niveau van voor de kredietcrisis, wat betekent dat de economie over een periode van bijna vier jaar pas op de plaats heeft gemaakt. De Nederlandse economische groei wordt enigszins gedempt door de bezuinigingen en lastenverzwaringen van het kabinet (met name in 2012), maar voelt vooral de gevolgen van de wereldwijde groeivertraging die vanaf het begin van 2011 is ingezet. In de raming is rekening gehouden met de gevolgen van de sterke onrust op de financiële markten zoals die begin augustus losbarstte. Met een nieuwe financiële crisis is in het basispad niet gerekend, al is een dergelijk scenario zeker niet uit te sluiten.

Groei komt uit export

In 2011 en 2012 komt de Nederlandse economische groei grotendeels uit de export, de binnenlandse bestedingen leveren slechts een beperkte positieve groeibijdrage van ¼ à ½%-punt per jaar. De Nederlandse consument voelt de naweeën van de crisis (koopkrachtverlies, vermogensverliezen) en draagt in 2011 en 2012 per saldo niet bij aan de economische groei. De overheidsbestedingen drukken de bbp-groei komend jaar. In de afgelopen vier decennia is een negatieve groeibijdrage van de overheidsbestedingen alleen in 2004 eerder voorgekomen. Gezien de omvangrijke bezuinigingen van het kabinet is de negatieve invloed van de overheidsbestedingen niet verrassend. Na een sterke daling in 2009 en een verdere afname in 2010 herstellen de bedrijfsinvesteringen zich in 2011 naar verwachting goed, met een groei van 9¼%. Hiermee is het verlies van de afgelopen jaren echter nog niet goedgemaakt. Als gevolg van het inzakken van de conjunctuur in 2012 wordt voor komend jaar alweer een terugval in de groei van de investeringen voorzien tot 3¼%.

Overheidsfinanciën verbeteren mede dankzij beleid…..

Ondanks een nieuwe groeiafzwakking neemt het overheidstekort volgend jaar verder af, hoofdzakelijk als gevolg van bezuinigingen en lastenverzwaringen. Het tekort daalt van 5,1% bbp in 2010 tot naar verwachting 2,9% bbp in 2012. Daarmee halveert het tekort ten opzichte van het niveau in 2009 en ligt het voor het eerst sinds 2008 onder het ‘Maastricht’-plafond van 3% bbp. Volgend jaar valt een relatief groot deel van de bezuinigingen bij de sociale zekerheidsuitgaven. Bij de zorguitgaven houdt de stijging aan, zij het in een lager tempo dan in de afgelopen jaren. De collectieve lasten nemen in de projectieperiode toe, van 38,8% bbp in 2010 tot 39,2 in 2012. Deze stijging komt volledig door beleid en draagt bij aan de tekortvermindering.

De Europese schuldencrisis heeft (vooralsnog) geen merkbare directe invloed op het overheidstekort in de projectieperiode. De bilaterale lening aan Griekenland is gefinancierd door het uitgeven van Nederlandse overheidsobligaties en betekent daarmee voor de Nederlandse schatkist meer rentebetalingen. Die extra rentebetalingen worden echter meer dan gecompenseerd door de rentebetalingen die de Griekse regering betaalt op de bilaterale lening. Indirect zijn er effecten op het overheidstekort, zowel positieve als negatieve. De onrust in Europa heeft geleid tot een vlucht van beleggers in obligaties van sterke eurolanden zoals Duitsland en Nederland. Dit heeft geleid tot een neerwaartse druk op de rentebetalingen door de overheid en daarmee tot een vermindering van het overheidstekort. De toegenomen onzekerheid drukt echter ook de economische groei, wat slecht is voor de overheidsfinanciën.

…. de koopkracht in 2012 verslechtert door beleid

De inflatie, die in 2010 met 1,3% nog beperkt was, bedraagt naar verwachting 2¼% in 2011 en 2% in 2012. De stijging van de inflatie in 2011 komt vooral door hogere invoerprijzen. In 2012 stuwen vooral binnenlandse factoren, zoals stijgende huren, gasprijzen, indirecte belastingen en arbeidskosten per eenheid product, het algemeen prijspeil op. De contractloonstijging in de marktsector loopt naar verwachting op van 1,0% in 2010 naar 1½% in 2011 en 2% in 2012. De ontwikkeling van het contractloon reageert met enige vertraging op de stijging van de inflatie en de afname van de werkloosheid.

In 2011 daalt de koopkracht in doorsnee met 1%, hoofdzakelijk doordat de lonen achterblijven bij de prijsontwikkeling. Als gevolg van bezuinigingen en lastenstijgingen (en voor 65-plussers het achterwege blijven van indexatie van aanvullende pensioenen) verslechtert de koopkracht in 2012 in doorsnee met 1%. Met een mutatie van -0,4% in 2010 is de mediane koopkracht sinds 2009 dan met circa 2½% gedaald. Het is voor het eerst sinds begin jaren ’80 dat de koopkracht meerdere jaren op rij afneemt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Centraal Planbureau (CPB)

CPB: Economisch beeld ongewis | Infrasite

CPB: Economisch beeld ongewis

Volgens de vandaag verschenen Macro Economische Verkenning 2012 van het Centraal Planbureau (CPB) groeit de Nederlandse economie in 2011 en 2012 met respectievelijk 1½% en 1%. De economische groei komt grotendeels voor rekening van de uitvoer. Bij deze matige groei daalt de werkloosheid niet verder en stabiliseert naar verwachting op gemiddeld 4¼%. De koopkracht daalt in beide ramingsjaren. Het begrotingstekort loopt in de raming snel terug, van 5,1% van het bruto binnenlands product (bbp) in 2010 tot 2,9% bbp komend jaar. Dit relatief sombere beeld is het op basis van de huidige informatie meest waarschijnlijk geachte scenario, en daarmee het beeld op basis waarvan de begroting is opgesteld (het ‘basispad’).

In deze cijfers is wél rekening gehouden met de recente onrust op de financiële markten, maar níet met een nieuwe financiële crisis. Het risico op een nieuwe financiële crisis is echter wel degelijk aanwezig. De onrust op de financiële markten wijst op een zeer grote onzekerheid en de kans op een negatievere uitkomst is aanzienlijk. In de Macro Economische Verkenning 2012 is daarom een onzekerheidsvariant opgenomen waarin de mogelijke gevolgen van een nieuwe financiële crisis worden geïllustreerd. Deze variant is géén uitgewerkt scenario, daarvoor zijn de onzekerheden te groot en te divers. Wel geeft de variant een indicatie van de mogelijke uitkomsten bij een nieuwe, op dit moment nog niet ingeboekte, grote schok op de financiële markten – of die nu in Europa, in de Verenigde Staten, of ergens anders ontstaat.

De signalen staan op rood voor de mondiale economie. In de hoogontwikkelde economieën was de afzwakking van het groeitempo in de eerste helft van 2011 het sterkst, als gevolg van de toegenomen onzekerheid op de financiële markten, budgettaire sanering, de hoge olieprijs en de natuurramp in Japan. Daarbij komt dat de invoergroei in opkomende markten afzwakt door monetaire verkrapping en capaciteitsknelpunten. Het wereldwijde bbp zal in 2011 en 2012 naar verwachting met 3½% groeien, tegen 4¾% in 2010. Voor Nederland leidt dit tot een forse afzwakking van de uitvoergroei.

De Nederlandse economie

Volgens de meest recente inzichten groeit het Nederlandse bbp in 2011 met 1½% en in 2012 met 1%, duidelijk minder dan het gemiddelde van de afgelopen 20 jaar (2¼%) en ook minder dan de potentiële groei van 1¾%, zoals geraamd in de Economische Verkenning 2011-2015. Pas in de tweede helft van 2012 bereikt het Nederlandse bbp het niveau van voor de kredietcrisis, wat betekent dat de economie over een periode van bijna vier jaar pas op de plaats heeft gemaakt. De Nederlandse economische groei wordt enigszins gedempt door de bezuinigingen en lastenverzwaringen van het kabinet (met name in 2012), maar voelt vooral de gevolgen van de wereldwijde groeivertraging die vanaf het begin van 2011 is ingezet. In de raming is rekening gehouden met de gevolgen van de sterke onrust op de financiële markten zoals die begin augustus losbarstte. Met een nieuwe financiële crisis is in het basispad niet gerekend, al is een dergelijk scenario zeker niet uit te sluiten.

Groei komt uit export

In 2011 en 2012 komt de Nederlandse economische groei grotendeels uit de export, de binnenlandse bestedingen leveren slechts een beperkte positieve groeibijdrage van ¼ à ½%-punt per jaar. De Nederlandse consument voelt de naweeën van de crisis (koopkrachtverlies, vermogensverliezen) en draagt in 2011 en 2012 per saldo niet bij aan de economische groei. De overheidsbestedingen drukken de bbp-groei komend jaar. In de afgelopen vier decennia is een negatieve groeibijdrage van de overheidsbestedingen alleen in 2004 eerder voorgekomen. Gezien de omvangrijke bezuinigingen van het kabinet is de negatieve invloed van de overheidsbestedingen niet verrassend. Na een sterke daling in 2009 en een verdere afname in 2010 herstellen de bedrijfsinvesteringen zich in 2011 naar verwachting goed, met een groei van 9¼%. Hiermee is het verlies van de afgelopen jaren echter nog niet goedgemaakt. Als gevolg van het inzakken van de conjunctuur in 2012 wordt voor komend jaar alweer een terugval in de groei van de investeringen voorzien tot 3¼%.

Overheidsfinanciën verbeteren mede dankzij beleid…..

Ondanks een nieuwe groeiafzwakking neemt het overheidstekort volgend jaar verder af, hoofdzakelijk als gevolg van bezuinigingen en lastenverzwaringen. Het tekort daalt van 5,1% bbp in 2010 tot naar verwachting 2,9% bbp in 2012. Daarmee halveert het tekort ten opzichte van het niveau in 2009 en ligt het voor het eerst sinds 2008 onder het ‘Maastricht’-plafond van 3% bbp. Volgend jaar valt een relatief groot deel van de bezuinigingen bij de sociale zekerheidsuitgaven. Bij de zorguitgaven houdt de stijging aan, zij het in een lager tempo dan in de afgelopen jaren. De collectieve lasten nemen in de projectieperiode toe, van 38,8% bbp in 2010 tot 39,2 in 2012. Deze stijging komt volledig door beleid en draagt bij aan de tekortvermindering.

De Europese schuldencrisis heeft (vooralsnog) geen merkbare directe invloed op het overheidstekort in de projectieperiode. De bilaterale lening aan Griekenland is gefinancierd door het uitgeven van Nederlandse overheidsobligaties en betekent daarmee voor de Nederlandse schatkist meer rentebetalingen. Die extra rentebetalingen worden echter meer dan gecompenseerd door de rentebetalingen die de Griekse regering betaalt op de bilaterale lening. Indirect zijn er effecten op het overheidstekort, zowel positieve als negatieve. De onrust in Europa heeft geleid tot een vlucht van beleggers in obligaties van sterke eurolanden zoals Duitsland en Nederland. Dit heeft geleid tot een neerwaartse druk op de rentebetalingen door de overheid en daarmee tot een vermindering van het overheidstekort. De toegenomen onzekerheid drukt echter ook de economische groei, wat slecht is voor de overheidsfinanciën.

…. de koopkracht in 2012 verslechtert door beleid

De inflatie, die in 2010 met 1,3% nog beperkt was, bedraagt naar verwachting 2¼% in 2011 en 2% in 2012. De stijging van de inflatie in 2011 komt vooral door hogere invoerprijzen. In 2012 stuwen vooral binnenlandse factoren, zoals stijgende huren, gasprijzen, indirecte belastingen en arbeidskosten per eenheid product, het algemeen prijspeil op. De contractloonstijging in de marktsector loopt naar verwachting op van 1,0% in 2010 naar 1½% in 2011 en 2% in 2012. De ontwikkeling van het contractloon reageert met enige vertraging op de stijging van de inflatie en de afname van de werkloosheid.

In 2011 daalt de koopkracht in doorsnee met 1%, hoofdzakelijk doordat de lonen achterblijven bij de prijsontwikkeling. Als gevolg van bezuinigingen en lastenstijgingen (en voor 65-plussers het achterwege blijven van indexatie van aanvullende pensioenen) verslechtert de koopkracht in 2012 in doorsnee met 1%. Met een mutatie van -0,4% in 2010 is de mediane koopkracht sinds 2009 dan met circa 2½% gedaald. Het is voor het eerst sinds begin jaren ’80 dat de koopkracht meerdere jaren op rij afneemt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Centraal Planbureau (CPB)