Nederland gaat de klimaatdoelen die de EU voor 2020 heeft opgelegd halen. Daarvoor hoeft niet langer ‘uitstoot ruimte’ uit het buitenland gekocht te worden. De inzet van het kabinet is voldoende om in 2020 aan alle klimaatambities te voldoen. Dat schrijft staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) aan de Tweede Kamer in zijn klimaatbrief 2011.

De Europese doelstelling is om in 2020 de uitstoot van broeikasgassen met 20% te verminderen ten opzichte van 1990. Voor verschillende sectoren, zoals energieopwekking, bestaat een emissiehandelsyteem (ETS-sectoren). De bedrijven uit deze sector mogen maar een bepaalde hoeveelheid broeikasgas uitstoten. Doordat deze hoeveelheid tot 2020 en daarna steeds verder daalt, worden hier de doelen automatisch bereikt.

Voor de overige uitstoot van broeikasgassen onderscheidt Nederland vijf sectoren (niet-ETS sectoren) met ieder een ambitie waar individuele ministeries voor verantwoordelijk zijn. Staatssecretaris Atsma heeft met zijn collega’s afgesproken dat tegenvallers in beginsel door het ministerie zelf worden gecompenseerd. Door het milieubeleid van dit kabinet wordt niet alleen in 2020 voldaan aan de uitstootnorm, maar ook in de jaren daaraan voorafgaand.

In de berekeningen is uitgegaan van het huidige beleid. Het effect van de verhoging van de maximum snelheid is nog niet meegenomen in deze berekeningen. Daar tegenover staat dat ook de positieve effecten van de SDE+ regeling en de Green Deal nog niet zijn uitgewerkt. Uit recente berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving valt op te maken dat niettemin de doelstellingen worden gehaald.

In de afgelopen 15 jaar heeft het milieubeleid er toe geleid dat de uitstoot in Nederland van sectoren die niet onder het emmissiehandelsysteem vallen is gedaald. Vooral de uitstoot van niet-CO2 broeikasgassen daalde. De verwachting is dat dit in de komende tien jaar ook CO2 emissies een daling laat zien. Deze trendbreuk is opvallend en wordt gerealiseerd doordat voor het eerst ook de uitstoot in de sector vervoer afneemt.