Publieke advies- en ingenieursbureaus moeten inhoudelijk meer gaan samenwerken

de volledige opinie van ir. Alexandra van Olst directeur van Ingenieursbureau Amsterdam (IBA)

Publieke advies- en ingenieursbureaus moeten inhoudelijk meer gaan samenwerken. Alleen zo kan de kennisbasis van met name lokale overheden worden versterkt en kunnen zij hun rol als opdrachtgever beter vervullen, vindt ir. Alexandra van Olst. De overheid kan zo veel geld besparen, vooral op de uitvoering.

Het is een illusie om te denken dat de overheid alles aan de markt kan overlaten. Overheden hebben ‘eigen’ kennis nodig om een goed opdrachtgever te kunnen zijn. Die rol is cruciaal. De publieke zaak stelt meer thema’s centraal dan alleen kosten en kwaliteit. Juist overheden moeten veel breder kijken. Zij moeten duurzaamheid stimuleren, de belangen op de korte én de lange termijn bewaken en nadrukkelijk het welzijn van burgers in hun afwegingen betrekken. Dat leidt in veel gevallen tot andere keuzes.

Marktpartijen zijn prima in staat om antwoord te geven op alle vragen. Maar de overheid moet dan wel de juiste vragen stellen. Daarmee wordt immers voor een groot deel het antwoord bepaald. Zeker bij bouw-, infra- en milieuprojecten speelt dit een grote rol. Te vaak wordt de ingenieur nog als uitvoerder gezien. Terwijl juist hun kennis en ervaring in het voortraject – in het formuleren van de vraag – het verschil kan maken tussen goede oplossingen en excellente oplossingen, ook financieel.

De eerste betonnen sluisdeuren ter wereld, die onlangs in Amsterdam zijn geplaatst, zijn een goed voorbeeld van publiek ingenieursvernuft. Zowel de bouw- als de onderhoudskosten zijn veel lager dan die van staal of hout, dat tot nu toe altijd werd gebruikt. De primeur is een wereldwijde doorbraak in het gebruik van beton in beweegbare waterkerende constructies. Maar ook de recycling van puin op IJburg waarmee netto 250.000 euro wordt bespaard is een voorbeeld van publieke vindingrijkheid.

infrasite_insert_image_1

Jaarlijks geven de 430 gemeenten, de twaalf provincies en het Rijk samen vele miljarden uit aan verkeer, waterstaat, milieu en ruimtelijke ordening. Vooral in de uitvoering zit de grote besparing. Slimme ontwerpen besparen al snel 5 tot 10 procent op de uitvoering, soms zelfs veel meer. Die winst is te boeken door goed gebruik te maken van de kennis van alle partijen in het ontwerp- en bouwproces. Maar dat lukt alleen als ook de overheid op alle niveaus beschikt over goed gekwalificeerde adviseurs en ingenieurs.

Om de potentiële besparingen ook te realiseren, zijn slimme technische oplossingen alleen niet voldoende. Juist ook het projectmanagement en de juiste aansturing van partijen maken dat die kostenbesparende innovaties ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden. Het is een grote uitdaging om de daarvoor benodigde kennis bij gemeentelijke advies- en ingenieursbureaus binnen te halen én te houden. Dat is een van de belangrijkste taken waarvoor we als overheid staan.

Meer samenwerking is nodig, tussen gemeentelijke ingenieursbureaus onderling maar ook met hogere overheden, op provinciaal en landelijk niveau. Projecten zijn steeds complexer. Projecten als IJburg, de Zuidas, de A6-A9, OV SAAL en uiteraard de Noord/Zuidlijn. De kennis die daar is en wordt ontwikkeld is van grote waarde, juist ook voor minder complexe projecten in andere gemeenten. Overal in Nederland wordt locatiespecifieke kennis ontwikkeld. Laten we die niet voor onszelf houden maar meer dan nu delen.

Uitdagende projecten zijn nodig om toptalent zich te laten ontplooien. Nederland staat voor een aantal grote uitdagingen, zoals de gevolgen van klimaatverandering, mobiliteit, milieuvervuiling in stedelijk gebied maar ook krimp in landelijk gebied. Het is óók aan publieke ingenieurs en adviseurs om die problemen op te pakken. Daarbij moeten we van elkaar leren. We zullen over de grenzen van de eigen organisatie heen moeten kijken. Niet door weer nieuwe formele structuren op te tuigen maar door specialisten vooral op ad-hoc-basis uit te wisselen.

We kunnen als overheden samen veel meer dan we denken. Mogelijkheden zijn er genoeg. Laat niet alles aan de markt over, concurreer er ook niet mee maar concentreer je op het stellen van de juiste vragen. Dat is onze opdracht.

Ir. Alexandra van Olst, directeur Ingenieursbureau Amsterdam (IBA)

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
In Infrasite Projecten vindt u meer informatie over de genoemde projecten:
Amsterdam Zuidas (Planstudie)

Schiphol – Amsterdam – Almere

OV Schiphol – Amsterdam – Almere – Lelystad (OV SAAL)

Noord – Zuidlijn Amsterdam (Noord – WTC)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Publieke advies- en ingenieursbureaus moeten inhoudelijk meer gaan samenwerken | Infrasite

Publieke advies- en ingenieursbureaus moeten inhoudelijk meer gaan samenwerken

de volledige opinie van ir. Alexandra van Olst directeur van Ingenieursbureau Amsterdam (IBA)

Publieke advies- en ingenieursbureaus moeten inhoudelijk meer gaan samenwerken. Alleen zo kan de kennisbasis van met name lokale overheden worden versterkt en kunnen zij hun rol als opdrachtgever beter vervullen, vindt ir. Alexandra van Olst. De overheid kan zo veel geld besparen, vooral op de uitvoering.

Het is een illusie om te denken dat de overheid alles aan de markt kan overlaten. Overheden hebben ‘eigen’ kennis nodig om een goed opdrachtgever te kunnen zijn. Die rol is cruciaal. De publieke zaak stelt meer thema’s centraal dan alleen kosten en kwaliteit. Juist overheden moeten veel breder kijken. Zij moeten duurzaamheid stimuleren, de belangen op de korte én de lange termijn bewaken en nadrukkelijk het welzijn van burgers in hun afwegingen betrekken. Dat leidt in veel gevallen tot andere keuzes.

Marktpartijen zijn prima in staat om antwoord te geven op alle vragen. Maar de overheid moet dan wel de juiste vragen stellen. Daarmee wordt immers voor een groot deel het antwoord bepaald. Zeker bij bouw-, infra- en milieuprojecten speelt dit een grote rol. Te vaak wordt de ingenieur nog als uitvoerder gezien. Terwijl juist hun kennis en ervaring in het voortraject – in het formuleren van de vraag – het verschil kan maken tussen goede oplossingen en excellente oplossingen, ook financieel.

De eerste betonnen sluisdeuren ter wereld, die onlangs in Amsterdam zijn geplaatst, zijn een goed voorbeeld van publiek ingenieursvernuft. Zowel de bouw- als de onderhoudskosten zijn veel lager dan die van staal of hout, dat tot nu toe altijd werd gebruikt. De primeur is een wereldwijde doorbraak in het gebruik van beton in beweegbare waterkerende constructies. Maar ook de recycling van puin op IJburg waarmee netto 250.000 euro wordt bespaard is een voorbeeld van publieke vindingrijkheid.

infrasite_insert_image_1

Jaarlijks geven de 430 gemeenten, de twaalf provincies en het Rijk samen vele miljarden uit aan verkeer, waterstaat, milieu en ruimtelijke ordening. Vooral in de uitvoering zit de grote besparing. Slimme ontwerpen besparen al snel 5 tot 10 procent op de uitvoering, soms zelfs veel meer. Die winst is te boeken door goed gebruik te maken van de kennis van alle partijen in het ontwerp- en bouwproces. Maar dat lukt alleen als ook de overheid op alle niveaus beschikt over goed gekwalificeerde adviseurs en ingenieurs.

Om de potentiële besparingen ook te realiseren, zijn slimme technische oplossingen alleen niet voldoende. Juist ook het projectmanagement en de juiste aansturing van partijen maken dat die kostenbesparende innovaties ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden. Het is een grote uitdaging om de daarvoor benodigde kennis bij gemeentelijke advies- en ingenieursbureaus binnen te halen én te houden. Dat is een van de belangrijkste taken waarvoor we als overheid staan.

Meer samenwerking is nodig, tussen gemeentelijke ingenieursbureaus onderling maar ook met hogere overheden, op provinciaal en landelijk niveau. Projecten zijn steeds complexer. Projecten als IJburg, de Zuidas, de A6-A9, OV SAAL en uiteraard de Noord/Zuidlijn. De kennis die daar is en wordt ontwikkeld is van grote waarde, juist ook voor minder complexe projecten in andere gemeenten. Overal in Nederland wordt locatiespecifieke kennis ontwikkeld. Laten we die niet voor onszelf houden maar meer dan nu delen.

Uitdagende projecten zijn nodig om toptalent zich te laten ontplooien. Nederland staat voor een aantal grote uitdagingen, zoals de gevolgen van klimaatverandering, mobiliteit, milieuvervuiling in stedelijk gebied maar ook krimp in landelijk gebied. Het is óók aan publieke ingenieurs en adviseurs om die problemen op te pakken. Daarbij moeten we van elkaar leren. We zullen over de grenzen van de eigen organisatie heen moeten kijken. Niet door weer nieuwe formele structuren op te tuigen maar door specialisten vooral op ad-hoc-basis uit te wisselen.

We kunnen als overheden samen veel meer dan we denken. Mogelijkheden zijn er genoeg. Laat niet alles aan de markt over, concurreer er ook niet mee maar concentreer je op het stellen van de juiste vragen. Dat is onze opdracht.

Ir. Alexandra van Olst, directeur Ingenieursbureau Amsterdam (IBA)

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
In Infrasite Projecten vindt u meer informatie over de genoemde projecten:
Amsterdam Zuidas (Planstudie)

Schiphol – Amsterdam – Almere

OV Schiphol – Amsterdam – Almere – Lelystad (OV SAAL)

Noord – Zuidlijn Amsterdam (Noord – WTC)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn