Kamerbrief over milieuzonering personenauto’s Amsterdam

Den Haag – Op 18 juni 2008 heeft Minister Eurlings van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een brief gezonden aan de Tweede Kamer over de milieuzonering van personenauto’s Amsterdam.

Hieronder treft u de inleiding aan van brief 20085728. Brief en kamervragen milieuzonering personenauto’s Amsterdam. Kamerstuk | 2008-06-18.

Geachte voorzitter,

Tijdens het AO over de LMCA’s van 6 maart jongstleden is door de minister van Verkeer en Waterstaat kort ingegaan op de plannen van de gemeente Amsterdam om milieuzonering voor personenauto’s in te voeren. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft toen toegezegd mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in een brief aan uw Kamer nader op deze materie in te gaan, wat wij bij deze doen. Tevens geven wij in de bijlagen bij deze brief antwoord op de vragen van de leden De Krom, Neppérus en Griffith van 14 februari 2008 en de vragen van het lid Roemer van 29 februari 2008.

Ten algemene bestaat er bij de overheid grote zorg omtrent de luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer en vervoer. Rijk, provincies en gemeenten zijn sinds enige tijd bezig met het opstellen van een Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Met de uitvoering van de maatregelen die in dit programma zullen worden opgenomen, zal op termijn overal in Nederland aan de wettelijk vastgestelde normen voor fijn stof en stikstofdioxide kunnen worden voldaan.

Het kabinet voert een actief beleid gericht op het gebruik van schonere auto’s. Het kabinet heeft daartoe een pakket aan stimuleringsregelingen en prikkels voor schone(re) voertuigen in werking gesteld. Voorts dringt het kabinet er bij de Europese Commissie onverminderd op aan met voorstellen voor verdere aanscherping van emissie-eisen aan voertuigen te komen. Europees bronbeleid is van het grootste belang en techniek en innovatie zijn hiervoor essentiële elementen.

Alvorens nader in te gaan op plannen van de gemeente Amsterdam voor een milieuzone voor personenauto’s allereerst een korte toelichting op de achtergrond, context en juridische basis van het instrument milieuzone.

Een milieuzone vormt onderdeel van een gemeentelijk luchtkwaliteitsplan, waarin een maatregelenpakket is opgenomen om de (stedelijke) luchtkwaliteit te verbeteren. Gemeenten hebben op grond van de Wet luchtkwaliteit de plicht om zo’n luchtkwaliteitsplan op te stellen bij overschrijdingen of dreigende overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit op hun grondgebied. Het verbeteren van de luchtkwaliteit dient de volksgezondheid en, door te voldoen aan de grenswaarden, wordt het tevens mogelijk om ruimtelijk-economische activiteiten te ontplooien. Een milieuzone is één van de luchtmaatregelen die een gemeente kan treffen. Een milieuzone wordt door een gemeente vastgesteld door middel van een verkeersbesluit.

In de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 14 en 15) staat een basis voor het nemen van verkeersbesluiten. Dit is uitgewerkt in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. Concreet betekent het nemen van een verkeersbesluit het plaatsen van een bord en onderbord met de tekst ‘gesloten voor een bepaald type verkeer’. Bescherming van het milieu behoort tot de door de Wegenverkeerswet 1994 beschermde belangen. Een verkeersbesluit dient te worden gemotiveerd, bijvoorbeeld op basis van een milieudoelstelling. Voorwaarde voor het nemen van een verkeersbesluit is dat de wegbeheerder een inhoudelijke motivering kan geven. Op verzoek van een belanghebbende toetst de rechter het verkeersbesluit en bepaalt of het besluit juridisch houdbaar is. Zo zijn bijvoorbeeld de milieuzones voor het vrachtverkeer die momenteel in zeven Nederlandse steden zijn ingesteld, op de juridische mogelijkheid tot het nemen van een verkeersbesluit gebaseerd. Milieuzonering betreft dus een gemeentelijke maatregel, waarmee de verantwoordelijkheid voor de handhaving ook primair bij de gemeente ligt.

Opgemerkt dient te worden dat het hier gaat om onze uitleg op basis van jurisprudentie. Vanuit het Europees recht (vrij verkeer van personen en goederen) kan geen garantie voor bovenstaande interpretatie worden gegeven.

Zoals de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 9 oktober 2007 in antwoord op een motie (Kamerstuk 30175, nr. 33) heeft toegezegd, is in haar opdracht een onderzoek uitgevoerd naar de voor- en nadelen van invoering van milieuzones voor de personenauto. In dit onderzoek zijn verschillende aspecten van milieuzones voor personenauto’s bekeken, waaronder de effectiviteit en kosten, zowel wat betreft invoering en handhaving als ook de kosten voor de autobezitter. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft destijds aan uw Kamer toegezegd dit voorjaar met de resultaten van het onderzoek te zullen komen en dit te zullen vergezellen van een kabinetsstandpunt. Het standpunt van het kabinet inzake milieuzones voor personenauto’s is mede op dit onderzoek gebaseerd.

Hierin staat de vraag centraal hoe tot een integrale afweging kan worden gekomen en hoe stapeling van maatregelen kan worden voorkomen.

Wij geven gemeenten in overweging het kabinetsstandpunt inzake milieuzonering voor personenauto’s te bestuderen, alvorens plannen voor het invoeren van dergelijke zones (verder) te ontwikkelen. Het kabinetsstandpunt kan elementen bevatten die voor de gemeenten in kwestie relevant zijn, maar door deze gemeenten nog niet zijn meegenomen. Het kabinet hecht er aan dat deze in het standpunt uiteengezette wijze van redenering wordt gekozen.

In het standpunt is het kabinet tot de conclusie gekomen dat het verstandig is om het instrument milieuzonering terughoudend te hanteren daar waar het de personenauto betreft. Het kabinet beveelt daarom gemeenten die overwegen om een milieuzone in te stellen aan om daarbij eenvoudig te beginnen, en zich eerst te richten op het vracht- en bestelverkeer. Mochten gemeenten niet in staat zijn met deze maatregelen de NSL-doelen te halen, dan moeten additionele maatregelen worden overwogen. Het kabinet wijst daarbij op de mogelijkheid die zij wil creëren om parkeertarieven naar de uitstoot van auto’s te differentiëren. Dit is momenteel in voorbereiding. Daarnaast zet het kabinet in op het verder versnellen van de introductie van schonere voertuigen, zoals stimulering van zogenaamde Euro-6 personen- en bestelauto’s evenals Euro-VI vrachtauto’s. Met deze nieuwe maatregelen en het al eerder ingezette beleid verwacht het kabinet dat milieuzones voor de personenauto niet nodig zijn om te voldoen aan de wettelijke grenswaarden voor de luchtkwaliteit.

Het kabinet heeft veel waardering voor de actieve houding van de gemeente Amsterdam en andere gemeenten bij het zoeken naar maatregelen die de binnenstedelijke luchtkwaliteit kunnen verbeteren. Dergelijke maatregelen zijn noodzakelijk in het kader van het NSL. Het kabinet vraagt gemeenten in het kader van het NSL een goede en integrale afweging te maken welke (aanvullende) lokale maatregelen nodig zijn om tijdig te kunnen voldoen aan de rechtsgeldige Europese normen voor luchtkwaliteit. Deze integrale afweging van maatregelen is nodig om enerzijds tijdig de normen te halen, en anderzijds om een onnodige stapeling van (verschillende soorten) maatregelen te voorkomen met het oog op het behouden van voldoende draagvlak bij de bevolking voor milieubeleid. Juist vanuit dit oogpunt dient voorkomen te worden dat er een veelheid aan onderling afwijkende gemeentelijke initiatieven ontstaat, gericht op het nader reguleren van de toegang voor verschillende categorieën personenauto’s tot stedelijk grondgebied. Dit zou kunnen leiden tot een lappendeken aan maatregelen, die bij de burger kan leiden tot onduidelijkheid en onbegrip. Het kabinet is van mening dat een landelijke aanpak in de toegangsregimes van milieuzones voor personenauto’s noodzakelijk en vereist is, wanneer deze maatregel toch nodig blijkt te zijn om aan de wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit te voldoen.

Tenslotte meld ik u dat de afgelopen maanden overleg heeft plaatsgevonden met de gemeente Amsterdam over de voorgenomen invoering van een milieuzone voor personenauto’s in het kader van hun brede Actieplan Luchtkwaliteit. Naar aanleiding van dit overleg hebben de Wethouders van Verkeer en Milieu van de gemeente Amsterdam ons schriftelijk aangegeven dat het daadwerkelijke verkeersbesluit tot invoering van de milieuzone voor personenauto’s medio 2009 aan de orde zal zijn. Daarbij wil Amsterdam de kennis en inzichten van dat moment, de stand van zaken rond de ontwikkelingen in de luchtkwaliteit en de voortgang van lokale maatregelen en rijksmaatregelen evalueren in verhouding tot de gestelde normen van de luchtkwaliteit. De uitkomst hiervan vormt mede de basis voor de besluitvorming. Het kabinet wil nog niet reageren op dit schrijven noch op het artikel in de Volkskrant van 7 juni jongsleden met als titel “Vieze auto wellicht toch in Amsterdam” in afwachting van het Algemeen Overleg over het kabinetsstandpunt met de Tweede Kamer.

In de bijlage volgt de beantwoording van respectievelijk de vragen van de leden De Krom, Neppérus en Griffith van 14 februari 2008, en de vragen van het lid Roemer van 29 februari 2008.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings

U vindt de volledige brief brief 20085728. Brief en kamervragen milieuzonering personenauto’s Amsterdam. Kamerstuk | 2008-06-18 op www.verkeerenwaterstaat.nl/actueel/kamerstukken

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Wethouders Tjeerd Herrema (Verkeer en Vervoer) en Marijke Vos (Milieu) hebben maandag 19 mei 2008 het collegebesluit toegelicht over de stedelijke maatregelen om de luchtkwaliteit in Amsterdam te verbeteren en daarmee de Europese normen in 2010 te behalen. Dit besluit is genomen na een inspraakperiode. De maatregelen zijn zorgvuldig onderzocht, goed onderbouwd en juridisch getoetst. Uitgangspunten van het pakket aan maatregelen zijn forse investeringen in diverse alternatieve vormen van vervoer en de instelling van een milieuzone voor vrachtwagens, personenauto’s en bestelbussen. Ook compensatieregelingen, zoals een uitgebreide sloopregeling maken deel uit van het stimuleringspakket. Als eerste zal op 1 oktober 2008 de milieuzone voor vrachtwagens ingaan. De zone voor personenauto’s en bestelbussen gaat circa eind 2009 in, minimaal 1 jaar nadat de stimulerende maatregelen zijn ingevoerd. Alle opbrengsten van de hogere parkeertarieven komen ten goede aan alternatieve vormen van schoon vervoer. Zo wordt er flink geïnvesteerd in meer OV, autodelen en P+R plaatsen. Lees het volledige bericht ‘Maatregelen verbetering luchtkwaliteit Amsterdam vastgesteld’ in Infrasite Nieuws

Lees ook Kabinet: terughoudend met milieuzonering voor personenauto’s (16-06-2008)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Kamerbrief over milieuzonering personenauto’s Amsterdam | Infrasite

Kamerbrief over milieuzonering personenauto’s Amsterdam

Den Haag – Op 18 juni 2008 heeft Minister Eurlings van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een brief gezonden aan de Tweede Kamer over de milieuzonering van personenauto’s Amsterdam.

Hieronder treft u de inleiding aan van brief 20085728. Brief en kamervragen milieuzonering personenauto’s Amsterdam. Kamerstuk | 2008-06-18.

Geachte voorzitter,

Tijdens het AO over de LMCA’s van 6 maart jongstleden is door de minister van Verkeer en Waterstaat kort ingegaan op de plannen van de gemeente Amsterdam om milieuzonering voor personenauto’s in te voeren. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft toen toegezegd mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in een brief aan uw Kamer nader op deze materie in te gaan, wat wij bij deze doen. Tevens geven wij in de bijlagen bij deze brief antwoord op de vragen van de leden De Krom, Neppérus en Griffith van 14 februari 2008 en de vragen van het lid Roemer van 29 februari 2008.

Ten algemene bestaat er bij de overheid grote zorg omtrent de luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer en vervoer. Rijk, provincies en gemeenten zijn sinds enige tijd bezig met het opstellen van een Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Met de uitvoering van de maatregelen die in dit programma zullen worden opgenomen, zal op termijn overal in Nederland aan de wettelijk vastgestelde normen voor fijn stof en stikstofdioxide kunnen worden voldaan.

Het kabinet voert een actief beleid gericht op het gebruik van schonere auto’s. Het kabinet heeft daartoe een pakket aan stimuleringsregelingen en prikkels voor schone(re) voertuigen in werking gesteld. Voorts dringt het kabinet er bij de Europese Commissie onverminderd op aan met voorstellen voor verdere aanscherping van emissie-eisen aan voertuigen te komen. Europees bronbeleid is van het grootste belang en techniek en innovatie zijn hiervoor essentiële elementen.

Alvorens nader in te gaan op plannen van de gemeente Amsterdam voor een milieuzone voor personenauto’s allereerst een korte toelichting op de achtergrond, context en juridische basis van het instrument milieuzone.

Een milieuzone vormt onderdeel van een gemeentelijk luchtkwaliteitsplan, waarin een maatregelenpakket is opgenomen om de (stedelijke) luchtkwaliteit te verbeteren. Gemeenten hebben op grond van de Wet luchtkwaliteit de plicht om zo’n luchtkwaliteitsplan op te stellen bij overschrijdingen of dreigende overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit op hun grondgebied. Het verbeteren van de luchtkwaliteit dient de volksgezondheid en, door te voldoen aan de grenswaarden, wordt het tevens mogelijk om ruimtelijk-economische activiteiten te ontplooien. Een milieuzone is één van de luchtmaatregelen die een gemeente kan treffen. Een milieuzone wordt door een gemeente vastgesteld door middel van een verkeersbesluit.

In de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 14 en 15) staat een basis voor het nemen van verkeersbesluiten. Dit is uitgewerkt in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. Concreet betekent het nemen van een verkeersbesluit het plaatsen van een bord en onderbord met de tekst ‘gesloten voor een bepaald type verkeer’. Bescherming van het milieu behoort tot de door de Wegenverkeerswet 1994 beschermde belangen. Een verkeersbesluit dient te worden gemotiveerd, bijvoorbeeld op basis van een milieudoelstelling. Voorwaarde voor het nemen van een verkeersbesluit is dat de wegbeheerder een inhoudelijke motivering kan geven. Op verzoek van een belanghebbende toetst de rechter het verkeersbesluit en bepaalt of het besluit juridisch houdbaar is. Zo zijn bijvoorbeeld de milieuzones voor het vrachtverkeer die momenteel in zeven Nederlandse steden zijn ingesteld, op de juridische mogelijkheid tot het nemen van een verkeersbesluit gebaseerd. Milieuzonering betreft dus een gemeentelijke maatregel, waarmee de verantwoordelijkheid voor de handhaving ook primair bij de gemeente ligt.

Opgemerkt dient te worden dat het hier gaat om onze uitleg op basis van jurisprudentie. Vanuit het Europees recht (vrij verkeer van personen en goederen) kan geen garantie voor bovenstaande interpretatie worden gegeven.

Zoals de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 9 oktober 2007 in antwoord op een motie (Kamerstuk 30175, nr. 33) heeft toegezegd, is in haar opdracht een onderzoek uitgevoerd naar de voor- en nadelen van invoering van milieuzones voor de personenauto. In dit onderzoek zijn verschillende aspecten van milieuzones voor personenauto’s bekeken, waaronder de effectiviteit en kosten, zowel wat betreft invoering en handhaving als ook de kosten voor de autobezitter. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft destijds aan uw Kamer toegezegd dit voorjaar met de resultaten van het onderzoek te zullen komen en dit te zullen vergezellen van een kabinetsstandpunt. Het standpunt van het kabinet inzake milieuzones voor personenauto’s is mede op dit onderzoek gebaseerd.

Hierin staat de vraag centraal hoe tot een integrale afweging kan worden gekomen en hoe stapeling van maatregelen kan worden voorkomen.

Wij geven gemeenten in overweging het kabinetsstandpunt inzake milieuzonering voor personenauto’s te bestuderen, alvorens plannen voor het invoeren van dergelijke zones (verder) te ontwikkelen. Het kabinetsstandpunt kan elementen bevatten die voor de gemeenten in kwestie relevant zijn, maar door deze gemeenten nog niet zijn meegenomen. Het kabinet hecht er aan dat deze in het standpunt uiteengezette wijze van redenering wordt gekozen.

In het standpunt is het kabinet tot de conclusie gekomen dat het verstandig is om het instrument milieuzonering terughoudend te hanteren daar waar het de personenauto betreft. Het kabinet beveelt daarom gemeenten die overwegen om een milieuzone in te stellen aan om daarbij eenvoudig te beginnen, en zich eerst te richten op het vracht- en bestelverkeer. Mochten gemeenten niet in staat zijn met deze maatregelen de NSL-doelen te halen, dan moeten additionele maatregelen worden overwogen. Het kabinet wijst daarbij op de mogelijkheid die zij wil creëren om parkeertarieven naar de uitstoot van auto’s te differentiëren. Dit is momenteel in voorbereiding. Daarnaast zet het kabinet in op het verder versnellen van de introductie van schonere voertuigen, zoals stimulering van zogenaamde Euro-6 personen- en bestelauto’s evenals Euro-VI vrachtauto’s. Met deze nieuwe maatregelen en het al eerder ingezette beleid verwacht het kabinet dat milieuzones voor de personenauto niet nodig zijn om te voldoen aan de wettelijke grenswaarden voor de luchtkwaliteit.

Het kabinet heeft veel waardering voor de actieve houding van de gemeente Amsterdam en andere gemeenten bij het zoeken naar maatregelen die de binnenstedelijke luchtkwaliteit kunnen verbeteren. Dergelijke maatregelen zijn noodzakelijk in het kader van het NSL. Het kabinet vraagt gemeenten in het kader van het NSL een goede en integrale afweging te maken welke (aanvullende) lokale maatregelen nodig zijn om tijdig te kunnen voldoen aan de rechtsgeldige Europese normen voor luchtkwaliteit. Deze integrale afweging van maatregelen is nodig om enerzijds tijdig de normen te halen, en anderzijds om een onnodige stapeling van (verschillende soorten) maatregelen te voorkomen met het oog op het behouden van voldoende draagvlak bij de bevolking voor milieubeleid. Juist vanuit dit oogpunt dient voorkomen te worden dat er een veelheid aan onderling afwijkende gemeentelijke initiatieven ontstaat, gericht op het nader reguleren van de toegang voor verschillende categorieën personenauto’s tot stedelijk grondgebied. Dit zou kunnen leiden tot een lappendeken aan maatregelen, die bij de burger kan leiden tot onduidelijkheid en onbegrip. Het kabinet is van mening dat een landelijke aanpak in de toegangsregimes van milieuzones voor personenauto’s noodzakelijk en vereist is, wanneer deze maatregel toch nodig blijkt te zijn om aan de wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit te voldoen.

Tenslotte meld ik u dat de afgelopen maanden overleg heeft plaatsgevonden met de gemeente Amsterdam over de voorgenomen invoering van een milieuzone voor personenauto’s in het kader van hun brede Actieplan Luchtkwaliteit. Naar aanleiding van dit overleg hebben de Wethouders van Verkeer en Milieu van de gemeente Amsterdam ons schriftelijk aangegeven dat het daadwerkelijke verkeersbesluit tot invoering van de milieuzone voor personenauto’s medio 2009 aan de orde zal zijn. Daarbij wil Amsterdam de kennis en inzichten van dat moment, de stand van zaken rond de ontwikkelingen in de luchtkwaliteit en de voortgang van lokale maatregelen en rijksmaatregelen evalueren in verhouding tot de gestelde normen van de luchtkwaliteit. De uitkomst hiervan vormt mede de basis voor de besluitvorming. Het kabinet wil nog niet reageren op dit schrijven noch op het artikel in de Volkskrant van 7 juni jongsleden met als titel “Vieze auto wellicht toch in Amsterdam” in afwachting van het Algemeen Overleg over het kabinetsstandpunt met de Tweede Kamer.

In de bijlage volgt de beantwoording van respectievelijk de vragen van de leden De Krom, Neppérus en Griffith van 14 februari 2008, en de vragen van het lid Roemer van 29 februari 2008.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings

U vindt de volledige brief brief 20085728. Brief en kamervragen milieuzonering personenauto’s Amsterdam. Kamerstuk | 2008-06-18 op www.verkeerenwaterstaat.nl/actueel/kamerstukken

Achtergrondinformatie (verzorgd door de redactie van Infrasite)
Wethouders Tjeerd Herrema (Verkeer en Vervoer) en Marijke Vos (Milieu) hebben maandag 19 mei 2008 het collegebesluit toegelicht over de stedelijke maatregelen om de luchtkwaliteit in Amsterdam te verbeteren en daarmee de Europese normen in 2010 te behalen. Dit besluit is genomen na een inspraakperiode. De maatregelen zijn zorgvuldig onderzocht, goed onderbouwd en juridisch getoetst. Uitgangspunten van het pakket aan maatregelen zijn forse investeringen in diverse alternatieve vormen van vervoer en de instelling van een milieuzone voor vrachtwagens, personenauto’s en bestelbussen. Ook compensatieregelingen, zoals een uitgebreide sloopregeling maken deel uit van het stimuleringspakket. Als eerste zal op 1 oktober 2008 de milieuzone voor vrachtwagens ingaan. De zone voor personenauto’s en bestelbussen gaat circa eind 2009 in, minimaal 1 jaar nadat de stimulerende maatregelen zijn ingevoerd. Alle opbrengsten van de hogere parkeertarieven komen ten goede aan alternatieve vormen van schoon vervoer. Zo wordt er flink geïnvesteerd in meer OV, autodelen en P+R plaatsen. Lees het volledige bericht ‘Maatregelen verbetering luchtkwaliteit Amsterdam vastgesteld’ in Infrasite Nieuws

Lees ook Kabinet: terughoudend met milieuzonering voor personenauto’s (16-06-2008)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn